Preek op 28-03-2021, Palmzondag, jaar B, pastoor Frank Domen

Preek op 28-03-2021, Palmzondag, jaar B, pastoor Frank Domen

Openingswoord

Broeders en zusters, van harte welkom bij deze viering van Palmzondag.

Jezus trekt Jeruzalem binnen. Veel mensen herkennen Hem als de door God beloofde Messias. Want als iemand zo veel wonderen kan doen, aan de lopende band, en Hij spreekt met zo veel gezag, dan moet Hij het wel zijn. Zij namen palmtakken en zwaaiden ermee naar Jezus. Zij legden hun kleren op de grond als een soort rode loper voor een beroemde persoon.

Wij gaan nu onze palmtakken zegenen. Ze vervangen de olijftakken waarmee de Joden wuifden om Jezus het “Hosanna” toe te roepen: “Gezegend de Komende in de Naam des Heren.” Het was de groet van de Joden voor een nieuwgezalfde koning. Daarom ook bidt de priester bij de zegening van de palmen: “Heilig met uw zegen deze palmtakken waarmee wij Christus willen toejuichen. Geef dat wij die Hem als Koning op zijn weg begeleiden door Hem ook mogen komen tot het hemels Jeruzalem.”

Als wij zo dadelijk de gewijde palmtakken in onze handen nemen, getuigen wij daardoor dat ook wij Jezus willen erkennen als onze Koning. Beter dan de Joden van zijn tijd weten wij nu wat zijn koningschap betekent. Jezus rijdt op een ezel. Zittend op een ezel kun je niet pronken. Zo iemand doet bewust afstand van oorlog en geweld, gaat de weg van dienstbaarheid.

Zo vele mensen heeft Hij tijdens zijn leven op aarde vrede en blijdschap gebracht, gezondheid naar lichaam en ziel en geest. En ook vanuit de hemel en door de heilige Sacramenten heeft Hij al miljarden mensen gesteund.

Eren wij Hem. Dan mogen ook wij ons door Hem laten verrassen. Wie Hem oprecht eert gaat nooit met lege handen naar huis.

Leggen wij geen kleding op de grond, maar onze harten, onze eerbetuigingen, onze dankbaarheid en tegelijk onze vraag om nieuwe zegeningen, voor onszelf en vooral voor anderen, levenden en doden.

Preek

Broeders en zusters, als wij vandaag Jezus Christus volgen met een palmtak in de hand, getuigen wij daarmee dat ook wij bewust zijn weg willen gaan, de weg van vrede en dienstbaarheid. Deze navolging is geen privézaak waar anderen niets mee te maken hebben, maar een openlijk en publiekelijk getuigenis van ons gezamenlijk engagement in dienst van de Heer.

Geloven is niet iets voor thuis alleen. God is onze Vader. Wij allen, gedoopten, zijn zijn zonen en dochters, broeders en zusters van elkaar. De biologische band, die wij met onze ouders, broers en zussen hebben, houdt op met de dood van ons lichaam. Maar de geestelijke band, die wij met elkaar hebben, die blijft in alle eeuwigheid. En al die mensen, die nog niet gedoopt zijn? Die zijn ook allemaal door God geschapen en mogelijk komen zij vandaag of morgen tot geloof als wij goed voor hen bidden. Vreemden bestaan eigenlijk niet voor ons. We zijn allemaal uit God geboren.

De vraag is of en hoe wij God eren en hoe wij met elkaar omgaan. In het weekend riepen de Joden “Hosanna”. En op vrijdag riepen ze: “Kruisig Hem.” Wij willen allemaal wel het goede, maar uit zwakheid kiezen wij soms ook voor de verkeerde weg, de gemakkelijkste weg, die van de minste weerstand. Wij kunnen God eren door met meer energie te werken aan onze keuze voor het goede. Al nemen wij in deze laatste week vóór Pasen maar één kwestie onder handen, één van onze zwakheden, dan is het duidelijk dat wij voor de goede weg kiezen en dan is God meer dan tevreden.

De coronacrisis is van één kant natuurlijk een drama, vooral voor veel ondernemers, maar aan de andere kant maakt het ons los van veel onbelangrijke zaken. Ik zei het laatst al: we hebben met z’n allen miljarden uitgespaard/opgespaard. Misschien een mooie gelegenheid om flink wat extra’s aan goede doelen te geven!? Wij verwachten vaak veel van God. Mag Hij dan ook veel van ons verwachten!? Zo kunnen wij helpen om aan armen een ietwat meer menswaardig bestaan te geven. Gaan wij ook met elkaar om als mensen, die het allerbeste verdienen. Want wij zijn van de allerbeste familie.

Misschien staan we nu wat huiverig met onze palmtak in de hand. Want dat deze palmtak ons oproept tot een zo uitgesproken navolging, hadden we misschien niet gedacht.

Van de Joden weten we dat ze inderdaad na het hosannageroep even hard riepen: “kruisig Hem”. Wij staan onder dezelfde bekoring. Op zondag “Hosanna” roepen en door de week “kruisig Hem,” wat betekent dat wij Hem niet willen volgen, dat wij net als Adam en Eva niet luisteren naar zijn raadgevingen, dat wij onze eigen wegen gaan.

Toch zeg ik: hou de palmtak vast, ook in de bekoring. Zeker dan. Want deze palmtak betekent ook een belofte. Jezus immers heeft door zijn lijden en dood de wereld reeds overwonnen. De palmtak is een verwijzing naar de verrijzenis. De kracht van Gods Geest wordt ons gegeven en diezelfde Geest zal ons zeker binnenvoeren in het hemels Jeruzalem, waarop onze hoop nu reeds gevestigd is.

Daarom nemen wij blij en dankbaar deze vredespalm in de hand nemen. Wij willen hem thuis in onze huiskamer als een zegeteken achter het kruis bevestigen. Er zijn mensen, die de graven van hun lieve doden tekenen met deze palm als een bevestiging van ons geloof in de verrijzeniskracht van de Heer Jezus. Er zijn mensen, die de velden met een palmtalkje zegenen als een teken dat Jezus de Heer is van heel de schepping. Want wij weten dat de Heer zal komen in macht en majesteit op de dag die Hij zelf zal kiezen, om ons te bevrijden van alle kwaad, om aan armen en kleinen hun rechten te geven, om de machtelozen en de onderdrukten te bevrijden. Zo waar Hij leeft, zal Hij al zijn beloften vervullen. Daarom worden de processies, die wij – in gedachte – in onze parochiekerken houden een blijde intocht als een voorteken van onze definitieve intocht in het hemelse Jeruzalem. Amen.