Preek op 05-04-2021, Tweede Paasdag, pastoor Frank Domen
Openingswoord
Broeders en zusters, welkom bij de heilige Eucharistieviering op deze Tweede Paasdag.
Pasen, het opstaan van Jezus uit de dood, is zo belangrijk, zo ongehoord, dat wij dit feest niet twee dagen, maar zelfs vijftig dagen lang blijven vieren. Tot en met het feest van Pinksteren blijven wij gedenken en proberen wij – in woord en gedachte, in doen en laten – ons dit gebeuren eigen te maken.
Wij leven in Nederland. Dat heeft invloed op onze manier van leven. We zijn vader of moeder, opa of oma. Dat raakt ons leven. We bekleden een bepaald beroep en beoefenen een of andere sport. Dat beïnvloedt onze manier van leven.
Wat ons leven het sterkste moet treffen is dat wij ‘opstandingsmensen’ zijn: wat er soms ook aan narigheid in ons leven gebeurt … wij zijn mensen, die uiteindelijk altijd weer opstaan, verdergaan. Een kruis kan op ons drukken, een steen op ons hart kan ons leven zwaar maken, maar we gaan door. Ook als we ons eens vergissen en onderuitgaan, dan staan we weer op en gaan verder waar we gebleven zijn.
Gisteren zagen de vrouwen het lege graf. Ze zagen een engel, hoorden zijn boodschap. Het maakte hen angstig en onzeker: wat gebeurt er nu!?
Vandaag zien ze Jezus zelf. En Hij zegt hen niet bang te zijn. Ze mochten Hem zelfs even vasthouden. Wat een vreugde!
Moge deze vreugde in de loop van de komende vijftig dagen steeds meer ons leven gaan beïnvloeden, en moge door ons ook steeds meer nieuwe mensen innerlijk geraakt worden om net als wij nieuwe mensen te worden, mensen van het Koninkrijk.
Openingsgebed
Laat ons bidden. God, Gij schenkt steeds nieuwe kinderen aan uw Kerk. Geef dat uw dienaren in hun levenswijze trouw blijven aan het sacrament, dat zij in geloof hebben ontvangen. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die … Amen.
Preek
Altijd en overal Jezus voor ogen houden
Broeders en zusters, in de eerste lezing van vandaag hoorden wij de apostel Petrus tot de Joden spreken. Hij deed dat op het feest van Pinksteren, maar het ging over Pasen: dat Jezus Christus door goddelozen aan het kruis is genageld en gedood, maar dat God Hem ten leven heeft opgewekt na de strikken van de dood te hebben ontbonden.
Met dat laatste wordt bedoeld, dat tot dan toe geen enkel mens na zijn overlijden naar de hemel kon gaan. Heel de mensheid zat in die strik gevangen, maar dat is nu voorbij. Jezus Christus is als eerste van ons allen aan de strikken van de dood ontsnapt.
En dan verklaart Petrus, dat koning David – die 1000 jaar vóór Jezus leefde – deze Jezus bedoelde toen hij verklaarde, dat hij de Heer voor ogen had, altijd door, dat deze Jezus aan zijn rechterhand is, opdat hij, David, niet zou wankelen.
Natuurlijk had koning David niet echt een begrip van Jezus en zijn verrijzenis. Maar wel had hij van God de belofte ontvangen, dat één van zijn nakomelingen voor altijd zou regeren en aan die belofte klampte hij zich vast (2 Samuël 7, 12-16). En dat deed niet alleen David, maar heel Israël keek reikhalzend uit naar de beloofde ‘Zoon van David’, die Israël in zijn glorie en macht zou herstellen (Matteüs 12, 23).
Wat heeft dit allemaal met ons te maken op deze Tweede Paasdag? Heel eenvoudig: dat wij in Jezus Christus een nog betere belofte hebben ontvangen: omdat de dood Jezus niet kon overwinnen en omdat wij in Jezus zijn gedoopt – die onoverwinnelijke Jezus is dus in ons gekomen – daarom zal de dood ook ons niet kunnen verslaan. In Jezus Christus zijn ook wij onoverwinnelijk geworden. De dood is voor ons niet langer het einde!
Wat heeft die nakomeling van koning David eraan om in eeuwigheid te regeren als hij geen mensen heeft om over te regeren!? Dus inderdaad … Jezus Christus zal in eeuwigheid regeren … over ons. Wij zullen dus een eeuwigheid lang met Hem leven.
Laten wij even stilstaan bij enkele andere beloften van God aan ons, beloften die ook in de verrijzenis van Jezus worden vervuld.
God heeft beloofd de schepping te vernieuwen. Door zijn lijden en sterven was het lichaam van Jezus Christus zwaar gehavend, ernstig verminkt, maar toen Gods heilige Geest Hem uit de dood opwekte werd zijn lichaam hersteld; op de vijf bekende wonden na – twee in zijn handen, twee in zijn voeten en één in zijn zijde – waren al zijn wonden verdwenen, zijn lichaam was verheerlijkt, het werd beter en mooier dan het ooit was geweest. Het was een echt lichaam, maar tegelijkertijd ook een geestelijke werkelijkheid. Hij kon het ene moment op een bepaalde plek zijn en 2 seconden later op een heel andere plek en dan kwam Hij niet door de deur, maar stond zomaar opeens te midden van de apostelen.
Zo zal het in het nieuwe leven bij God in de hemel ook gaan met ons eigen lichaam. Ook wij zullen verheerlijkte mensen zijn. Zaken als ziekte en pijn en angst zullen voorgoed verleden tijd zijn. Jezus Christus zal alle dingen nieuw maken (Apocalyps 21, 5), niet alleen ons, maar Hij zal heel de schepping herstellen.
God heeft beloofd zich met zijn volk te verzoenen, maar ook de volkeren onderling zullen met elkaar in blijvende vrede leven. Er zal geen oorlog, onrecht of verdeeldheid meer zijn. Jezus Christus zal de leden van zijn Kerk uit alle tijden en plaatsen verzamelen en Hij zal ons omvormen tot één grote familie van God. Wij zullen herenigd worden met onze geliefden, die al eerder in Jezus Christus zijn overleden.
Alsof dit nog niet genoeg is heeft God ook beloofd zijn dienaren persoonlijk te belonen. Wij kunnen ons de vreugde, die ons in Gods aanwezigheid te wachten staat niet voorstellen, maar het kan geen kwaad dat ieder voor zich dat toch even probeert. God zal ieder goed werk, groot of klein, ieder gebed en elke daad van liefde belonen. Het lijkt een stukje bedrijfseconomie, maar hoe meer liefde, gebeden en goede werken, hoe groter ons geluk.
Net als koning David weet niemand precies hoe en wanneer dit alles zal gebeuren. Maar God zal zijn woord gestand doen. Is er een element van Gods beloften, dat jou persoonlijk vandaag bijzonder aanspreekt? Dan mag je er tijdens deze heilige Eucharistieviering of thuis gerust even wat langer bij stilstaan. Vraag God om er dieper in te mogen doordringen en laat de hoop van Pasen je hart steeds meer vervullen.
Laten wij allen God danken voor de trouw aan zijn beloften! Mogen ook wij Hem en elkaar altijd trouw blijven! Amen.