Waterpraat

Waterpraat

Hoe anders ziet de wereld eruit vanaf het water! Hoe raak je in de ban van het kajak- en kanovaren? Toen ik een jaar of 16 was, had ik een koffergrammofoon; deze heb ik toen geruild voor een houten kajak. Die kajak in IJmuiden is bij een schoolvriend opgeknapt en toen die klaar was, hebben we de kajak over de kanaaldijk getild en daar in het Noordzeekanaal te water gelaten. De tewaterlating was tussen de Grote Sluis van IJmuiden en de Velserpont. Het was geen eendaagse bevlieging van mij, ik wist wat ik met de kajak wilde. Vanaf IJmuiden langs de Velserpont naar zijkanaal A bij Beverwijk, toentertijd de Pijp genoemd. Daar achter de Plaatwellerij (één van de industrieën toen in Velsen) lag een boerderij waar al een paar jongens hun kano hadden liggen en ik sloot mij bij hen aan. Iedere woensdag- en zaterdagmiddag, ja, ’s morgens moest je nog naar school, waren wij daar. Ook zondags na kerktijd. Praten, zwemmen en kanovaren, wat een tijd was dat. Snel in je kano als die Urker vissersboten eraan kwamen en dan de golven in, net als die snel varende sleepboten van Goedkoop tussen IJmuiden en Amsterdam. Tegenwoordig ondenkbaar dat dat kan.

En toen, na de Technische School, solliciteren en dan aan het werk, zes dagen, een werkweek van 48 uur, want je werkte ook nog op zaterdag tot 13.00 uur. Het was gedaan met dat vrije leven. Er kwam een heel andere, maar mooie tijd aan. Werken, trouwen, een gezin en vier jaar avondonderwijs en daarbij 23 jaar 4-ploegendienst bij de Hoogovens tot 1987. Het toeval wilde dat onze zoon Jos toen naar een Open Dag van de kanovereniging ging. Het klikte meteen, ook ik stapte weer in en mocht meteen in zo’n hele smalle kajak, 52 cm breed, stappen. De instructeur gaf bij het eerste tochtje ook nog zijn fotocamera aan mij mee. Maar goed, ik heb het droog gehouden. In die tijd heb ikzelf een cursus kano-instructeur gedaan en jarenlang aan veel mensen uit Heerhugowaard en omgeving les mogen geven. Talloze tochten hebben we ook gemaakt met het gezin, Tinie, Jack en Jos in de kajak. Veel van Nederland hebben we vanaf het water gezien, omdat we ook aan verenigingstochten deelnamen, zoals jarenlang in Overijssel aan de Vierdaagse van Zwartsluis. Vele dagtochten, zelf jarenlang gevaren, en later in het bestuur van deze Vierdaagse, en daarbij de trektochten begeleid met ons bus-camper met aanhangwagen. Met een goede vlakwater-kajak is heel het noorden van Nederland te doorkruizen. Apart was wel het weekend, twee jaar geleden, in de Hollandse Biesbosch met eb en vloed van het zoete water. De zee doet daar zijn invloed gelden op het niveau van het rivierwater in de Biesbosch, dat naar zee stroomt. Het landschappelijk karakter is overal anders.

In Groningen vaar je over de Groninger-maren, de oude slenken van de zee. Deze maren zijn later door middel van kanalen met elkaar verbonden. Vrijwel ieder dorp in het noorden van Groningen heeft van oudsher een haventje. In die tijd was van transport over de wegen geen sprake, alles moest over het water: de landbouwproducten, maar ook de eigen benodigdheden, zoals kunstmest en dergelijke, voor het dorp. Wat is Groningen stil en mooi, met tegenwoordig zelfbedieningssluisjes en kajak- overdraagplaatsen vanwege het dalende land door de gaswinning. De afgelopen zomer heb ik diverse tochten gemaakt door het hoge land van het noorden van Groningen: rietkragen en de 1,5 m hoger liggende akkers. Altijd een verrassing als je uit de kajak stapt en over het oneindige stille land kijkt; geen mens te zien, helemaal alleen op deze plek en nogmaals doodstil. Groningen heeft een speciaal plekje in mijn hart: het land waar al mijn voorouders geboren en geleefd hebben in slechte en moeilijke omstandigheden. Veelal waren zij dagloners en woonden vaak buiten het dorp. In de doopboeken van begin 1700 heb ik ze teruggevonden: ieder kind werd door de priester bijgeschreven in het Latijn.

Zo is Overijssel weer heel anders: veel uitgestrekte plassen die met elkaar verbonden zijn. De plassen in Overijssel zijn ontstaan door het afgraven van het veen. Een plas is geen meer. Een meer is van oudsher door de natuur zelf ontstaan, terwijl de plassen zijn ontstaan door het verwaaien van de veengaten na het weggraven van het veen. Friesland is wéér heel anders dan de andere provincies, maar het is er ook heerlijk kanovaren. Omdat het Friese veenweide-gebied heel laag ligt, heb je fantastische vergezichten en mooie doorvaarten bij de Friese steden en dorpen: Workum, Heeg, Sloten, IJlst, en niet te vergeten het natuurgebied de Oude Venen bij Eernewoude. Mooie herinneringen heb ik aan een doodstille zondagochtend bij Belt-Schutsloot, peddelend langs een kerkje. Het geluid van het orgel en het koor drong door de kerkmuren heen. Of tijdens één van de kanotochten door Giethoorn, daar stapte een bruidspaar direct uit de boot de kerk binnen. Mijn kajaksport en hobby!

Henk Kauw (koster en lector)