Overweging ter voorbereiding 23-07-2023, 16e zondag door het jaar
Uit de Leer van de twaalf apostelen (ca. 110)
Over de eucharistie
Wat de eucharistie betreft: zo moet gij dankzeggen. Eerst over de beker: ‘Wij danken U, onze Vader, voor de heilige wijnstok van David, uw dienaar, waarvan Gij ons de kennis hebt gegeven door uw dienaar Jezus. Aan U de glorie in de eeuwen.’
En over het gebroken brood: ‘Wij danken U, onze Vader, voor het leven en de kennis, die Gij ons geopenbaard hebt door Jezus, uw dienaar. Aan U de glorie tot in de eeuwen. Dit gebroken brood was verspreid over de akkers en werd samengebracht om één te zijn; moge zo uw kerk worden samengebracht van de uiteinden der aarde naar uw koninkrijk. Want van U is de glorie en de macht door Jezus Christus in de eeuwen.’
Laat niemand eten of drinken van uw eucharistie behalve zij die gedoopt zijn in de naam van de Heer. Want daarover heeft de Heer gezegd: ‘Geef het heilige niet aan de honden’ (Mt. 7, 6).
Wanneer gij verzadigd zijt, moet gij zo dankzeggen: ‘Wij zeggen U dank, heilige Vader, voor uw heilige Naam aan wie Gij een verblijf hebt gegeven in ons hart, en voor de kennis, het geloof en de onsterfelijkheid, die Gij ons hebt geopenbaard door Jezus, uw dienaar. Aan U de glorie in de eeuwen.’
Gij, almachtige Heerser, Gij hebt alles geschapen omwille van uw Naam. Voedsel en drank hebt Gij de mensen gegeven tot verkwikking, opdat zij U zouden dankzeggen. Maar aan ons hebt Gij geestelijk voedsel en drank en eeuwig leven geschonken door Jezus, uw dienaar. Voor alles zeggen wij U dank, omdat Gij machtig zijt. Aan U de glorie in de eeuwen.
Denk, Heer, aan uw kerk, bevrijd haar van alle kwaad en maak haar volmaakt in uw liefde. Breng haar bijeen van de vier windstreken, uw geheiligde, naar uw koninkrijk dat Gij voor haar hebt bereid. Want van U is de macht en de glorie in de eeuwen.
Laat de genade komen en deze wereld voorbijgaan. Hosanna aan de God van David. Als iemand heilig is, moet hij naderen. Als iemand het niet is, moet hij boete doen. Maranatha (vgl. 1 Kor. 16, 22). Amen.’
Op de zondag, de dag van de Heer, moet gij bij de samenkomst brood breken en dankzeggen. Belijdt eerst uw zonden, dan zal uw offer zuiver zijn. Maar ieder die een geschil heeft met zijn naaste, mag niet bij u samenkomen. Eerst moeten zij zich verzoenen, anders wordt uw offer ontheiligd. Dit is wat de Heer heeft gezegd: ‘Op iedere plaats en tijd moet Mij een zuivere offergave worden gebracht. Want Ik ben een grote koning, zegt de Heer, en mijn Naam is wonderbaar onder de volken’ (Mal. 1, 11.14).