Ter voorbereiding van de viering van zondag 06-06-2021
Uit de Navolging van Christus van Thomas van Kempen († 1471)
Gij hebt mij, zwak wezen, uw heilig lichaam gegeven
Gij zijt mijn getuige, God, dat niets mij kan vertroosten en geen schepsel mij rust kan geven, dan Gij alleen, mijn God, die ik eeuwig verlang te aanschouwen. Dat is echter nog niet mogelijk, zolang ik in dit sterfelijk leven blijf vertoeven. Daarom is het goed dat ik mij toeleg op het oefenen van veel geduld en dat ik mij in al mijn verlangens aan U onderwerp. Want ook uw heiligen, Heer, die nu al in het rijk der hemelen met U de vreugde genieten, hebben hun levenlang in geloof en diepe verduldigheid de komst van uw glorie verbeid.
Wat zij geloofd hebben, geloof ik ook; wat zij gehoopt hebben, hoop ik ook; op de plaats die zij bereikt hebben, vertrouw ik ook door uw genade te komen. Totdat het zover is, zal ik wandelen in het geloof en kracht putten uit de voorbeelden van de heiligen. Ik zal ook de heilige boeken tot mijn vertroosting en als levensspiegel hebben, en boven dat alles nog uw allerheiligste lichaam als een ongeëvenaarde medicijn en toevlucht.
Want ik besef dat ik in dit leven twee dingen hoognodig heb, twee dingen zonder welke dit ellendige leven ondraaglijk voor mij zou zijn. Opgesloten in de gevangenis van dit lichaam erken ik aan twee dingen behoefte te hebben, aan spijs en aan licht. Daarom hebt Gij mij, zwak wezen, uw heilig lichaam gegeven tot voedsel en verkwikking van geest en lichaam, en hebt Gij mij uw woord, als een lamp voor mijn voet gezet (vgl. Ps. 119 (118), 105). Zonder deze twee zou ik niet goed kunnen leven, want Gods woord is het licht van mijn ziel en uw sacrament is het brood van het leven.
Men zou ook van twee tafels kunnen spreken, in de schatkamer van de heilige kerk aan weerskanten opgesteld. De ene tafel is die van het heilig altaar; zij draagt het heilig brood, dat wil zeggen: het kostbaar lichaam van Christus. De andere is de tafel van Gods wet; zij draagt de heilige leer, onderwijst het ware geloof en geleidt ons veilig naar wat achter de voorhang is, het heilige der heiligen.
Dank aan U, Heer Jezus, licht van het eeuwig licht, voor de tafel van de heilige leer die Gij ons hebt gegeven door uw dienaren, de profeten, apostelen en verdere leraren. Dank aan U, Schepper en Verlosser van de mensen, die om aan heel de wereld uw liefde te tonen een groot gastmaal hebt aangericht, waarbij Gij niet een zinnebeeldig lam, maar uw allerheiligst lichaam en bloed te eten hebt gegeven! Bij dit heilig gastmaal vervult Gij alle gelovigen met vreugde en maakt Gij hen dronken door de kelk van het heil.