Ter voorbereiding van de viering van maandag 16-08-2021

Ter voorbereiding van de viering van maandag 16-08-2021

Uit een homilie van de heilige Johannes Chrysostomus, bisschop van Constantinopel († 407), over de brief aan de Efeziërs

De mens is in Christus verheven

Zie, hoe hoog God de mens verheven heeft! Tot in de hemel, boven al het geschapene heeft Hij hem verheven, ‘hoog boven alle heerschappijen en machten’ (Ef. 1, 21). ‘Boven alle heerschappijen’ staat er geschreven. Waarlijk, er is verstand en diep inzicht nodig om dit te begrijpen. Ja, hiervoor is een openbaring nodig. Bedenk eens hoe groot het verschil is tussen de natuur van God en die van de mens: vanuit de nietigheid heeft God hem tot zo grote eer verheven. De mens is niet één, twee of drie stappen omhoog gegaan. Neen! De Apostel zegt niet eenvoudigweg ‘hoog’, maar ‘hoog boven’. God is immers nog hoger dan de verheven machten. Daarom heeft Hij hem omhoog gevoerd: Hem, Christus, de mens van ons geslacht, van de laagste trede tot de hoogste heerschappij, waarna geen andere meer komt. ‘Hoog boven alle heerschappijen’ staat er; niet boven de ene wel en de andere niet, maar ‘boven alle heerschappijen, machten, krachten en hoogheden en boven elke naam die genoemd wordt’ (Ef. 1, 21). Wat er in de hemel ook is, Hij is boven alles verheven.

Dit betreft Hem die uit de doden is opgewekt – en dat is wonderbaarlijk-. Deze uitspraak van de Apostel betreft geenszins het eeuwig Woord van God maar de mens van ons geslacht. Dat is groot en werkelijk wonderbaarlijk. Immers, uit de diepten van de aarde heeft God de mens omhoog gevoerd. Indien alle volken als een druppel zijn, het hoeveelste deel van een druppel is dan de mens? Hij heeft hem echter boven allen verheven, niet alleen in deze wereld, maar ook in de wereld die komen zal. Er zijn dus namen van machten, die voor ons duister zijn en door ons niet gekend worden.

‘Alles heeft God onder zijn voeten gelegd’ (Ef. 1, 22). Hij heeft Christus in vergelijking met de andere mensen niet eenvoudigweg verheven, zodat Hij boven allen geëerd werd, maar met de bedoeling dat Hij over hen als zijn dienaren zou heersen. Ja, huiveringwekkend is dat alles! Alle geschapen machten zijn aan de mens dienstbaar geworden omwille van het goddelijk Woord dat in Hem woont.

Het komt immers voor dat iemand hoogverheven is, zonder dat hij onderdanen heeft, maar wel hoog in ere staat. Dat is hier niet zo, want God heeft alles onder zijn voeten gelegd. En dat heeft Hij niet zomaar gedaan, maar met de volledige onderwerping van alles; vollediger kan het niet. Daarom heeft Paulus gezegd: ‘Onder zijn voeten.’ Want ‘Hemzelf, verheven boven alles, heeft Hij als hoofd gegeven aan de kerk’ (Ef. 1, 22).

Ja, waartoe heeft Hij dan de kerk verheven? Als met een hefwerktuig haar omhoog trekkend, heeft Hij haar tot grote hoogte verheven en haar op die troon doen zetelen. Immers, waar het hoofd is, is ook het lichaam.