Preekje op 25-09-2020, vrijdag in de 25e week door het jaar 2

Preekje op 25-09-2020, vrijdag in de 25e week door het jaar 2

In de eerste lezing van vandaag zullen wij horen, dat er voor alles een tijd is. Er is een tijd om te verzamelen en een tijd om weg te gooien. Er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven.

Dat laatste is iets waar veel mensen liever niet bij stilstaan. Het boezemt hen een beetje angst in. Maar wie niet af en toe nadenkt over zijn naderende dood, leeft niet echt, aanvaardt het leven niet zoals het is.

Trouwens, als wij goed hebben geleefd, en vooral: als wij ondanks zondigheid een groot geloof hebben gehad en veel vertrouwen, mogen wij erop rekenen, dat wij door God met open armen zullen worden ontvangen. En dat de kwaliteit van ons leven met onvoorstelbare sprongen erop vooruit zal gaan.

In het evangelie horen wij Jezus de vraag stellen: “Wie zegt gij dat Ik ben?” Hoe zouden wij deze vraag beantwoorden? Natuurlijk kunnen wij de woorden herhalen, die wij in de catechismus hebben geleerd of die wij zo aanstonds in het evangelie zullen horen. Maar Jezus heeft liever dat wij Hem innerlijk echt leren kennen en niet alleen dat wij feitjes over Hem kunnen opzeggen.

Jezus wil vooral, dat wij Hem leren kennen als onze vriend en metgezel. Ooit vertelde Hij aan zijn leerlingen, dat iemand geen grotere liefde kan hebben dan dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden. Hebben wij een vriend of vriendin, die bereid zou zijn om voor ons te sterven? Zeker weten! Zijn Naam is Jezus. Laten wij vandaag dus tot Hem naderen en Hem de mogelijkheid geven om te tonen, dat Hij onze vriend is op wie wij werkelijk kunnen bouwen.

Jezus is ook de Goede Herder, die ons begeleidt door de heilige Geest. Wij kunnen ook leren om de stem van Jezus te horen, uiteraard niet met onze oren, maar in ons hart. Het vergt wel enige discipline, maar wij kunnen leren om ons hart stil te maken, ons te richten op Jezus, zijn troost te ervaren, zijn leiding. Als wij eens een beetje de weg kwijt zijn, kunnen wij ervaren, dat Hij zijn licht laat schijnen op onze levensweg. Als wij bang zijn, kunnen wij ons tot Hem wenden om troost en kracht. Als wij in de war zijn of twijfelen, kunnen wij luisteren naar Hem, die met zijn zachte stem tot ons spreekt.

Jezus is de goddelijke geneesheer. De heilige Schrift zegt bij de profeet Jesaja (53,5): “Hij werd doorstoken om onze weerspannigheid, om onze zonden gebroken; Hij werd gestraft; ons bracht het vrede, en dankzij zijn striemen is er voor ons genezing”.

Aan het kruis droeg Jezus onze zonden en onze gebrokenheid. Alhoewel Hij God is, was Hij ook volledig mens en ervaarde Hij alles wat ook wij ervaren. Hij weet wat teleurstelling is en eenzaamheid. Hij weet wat het is om een dierbare te verliezen door ziekte en dood. Wij kunnen onze wonden dus door Hem laten verzorgen en zijn genade over ons laten uitstorten. Denken wij er aan: bij zijn verrijzenis heeft Jezus ons hoop gegeven op onze eigen verrijzenis en die van onze dierbaren.

Broeders en zusters, Jezus wil niet, dat wij Hem enkel kennen met zijn titels. Hij wil dat wij Hem kennen in ons hart, dat wij aan den lijve ervaren wie Hij is en wat Hij voor ons kan betekenen. Laten wij ook vandaag dus weer tot Hem naderen in woord en sacrament.