Preekje op 17-09-2020, donderdag in de 24e week door het jaar 2

Preekje op 17-09-2020, donderdag in de 24e week door het jaar 2

De Farizeeër, die in het evangelie van vandaag wordt genoemd, is nieuwsgierig van karakter. Hij wil precies weten wie Jezus Christus is. Daarom nodigt hij Jezus uit om bij hem te komen eten. Maar er komt ook een vrouw, die in de stad als een zondares bekendstaat. Wanneer hij ziet, dat Jezus het toelaat, dat deze vrouw in zijn nabijheid komt, besluit hij, dat Jezus een bedrieger moet zijn. Hij denkt, dat als Jezus werkelijk een profeet zou zijn, dan zou Hij wel weten wat voor een vrouw dit is. In zijn ogen is Jezus Christus een blinde leider.

Maar het is natuurlijk de Farizeeër, die blind is. Hij is blind, zowel voor de heiligheid van zijn gast als voor zijn eigen zonden. Daarom – zo zegt vers 47 – kan hem maar weinig worden vergeven.

In het verdere verloop van het evangelie van Lucas horen wij niet wat er van deze Farizeeër is geworden. Smolt zijn hart toen Jezus Christus tot hem sprak? Gingen zijn ogen open? Stelde hij zich nederig op en bekeerde hij zich? Wij weten het gewoon niet. Wat wij wel weten is dat God ons elke dag opnieuw momenten van genade aanbiedt, die lijken op wat Jezus Christus deze Farizeeër aanbood.

De vraag is dus hoe wij vandaag reageren op de heilige aanwezigheid van Jezus Christus?

Het is natuurlijk sowieso waar, dat wij, mensen die nog op aarde zijn, God maar een heel klein beetje kennen. In die zin zijn ook wij blind voor de onvoorstelbare heiligheid van God. En wij kunnen ons ook geen voorstelling maken van de beledigingen, die wij God met onze zonden aandoen. Maar wij kunnen ook al te gauw denken, dat Jezus Christus onze zwakheden wel begrijpt en dat Hij er niet zo’n punt van zal maken. Hij knijpt wel een oogje dicht en accepteert hoe wij zijn.

Als mensen zo denken, zijn ze misschien nog meer blind dan de Farizeeër. Zij missen dan de genade, die Jezus Christus ons aanbiedt, de gaven van geliefd zijn door God en van zelf liefhebben. Dan krijgen mensen echt een koud hart. Maar het omgekeerde is ook waar: hoe meer wij de heiligheid van Jezus Christus zien en ook onze eigen zonden, hoe sterker wij ons aan Hem zullen vastklampen.

De zondares zag wat de Farizeeër niet zag: de heiligheid en de waardigheid van Jezus Christus. Zij liet Hem helemaal toe in haar hart, dat begon te branden van liefde. Haar tranen van berouw waren haar gave van liefde aan de Heer. Zij was een nieuwe mens geworden.

Laten ook wij vandaag op kijken naar de Heer. Vragen wij, dat Hij ons laat zien wie Hij is.