Preekje op 07-04-2021, woensdag onder het octaaf van Pasen

Preekje op 07-04-2021, woensdag onder het octaaf van Pasen

Openingswoord

De eerste lezing is genomen uit de Handelingen van de Apostelen. Petrus en Johannes verrichten een wonder door een man, die vanaf zijn geboorte lam was, te genezen.

Iedereen kan weleens een wonder gebruiken. Soms is de verhouding tussen vader en moeder een beetje gespannen of de relatie tussen ouders en kinderen of er is duidelijk met één van de kinderen iets aan de hand.

Dan zou een wonder wel fijn zijn! In de vorm van een bekering of dat wij begrijpen hoe wij dit probleem kunnen oplossen. Wonderen gebeuren als wij maar van harte geloven.

Het leven van Jezus is een exodus, een uittocht, die Hij in Jeruzalem zal voltooien (Lucas 9, 31). Daarom beschrijft Lucas het optreden van Jezus als een reisverhaal. Het is een op weg gaan op Gods uitnodiging. Zo leren ons ook de heilige Schriften als deze spreken van Abraham, Mozes en Israël. Het is het gaan, dat eigen is aan de opdracht van de uitverkorene, die door God is aangewezen om het dienstwerk van de bevrijding van de wereld te doen.

Het Woord van God is ook aan ons gegeven. Maar soms zijn onze ogen versluierd. Net als de Emmaüsgangers praten wij over het Woord, maar het gebeurt weleens, dat wij nauwelijks de tijd vinden om er tijdens een meditatie naar te luisteren. De Schriften blijven dan gesloten. Ons leven is dan geen exodus meer en in plaats van op te gaan naar Jeruzalem, gaan wij omlaag, zoals de Emmaüsgangers weggingen van Jeruzalem naar Jericho. We moeten hierbij voor ogen houden, dat Jeruzalem de plaats is van de dood én van de verrijzenis. Daar moeten en willen wij naar toegaan.

Wij moeten naar de Schriften luisteren met ons hoofd én ons hart. Dan wordt horen tot zien en dat spoort ons aan om te doen. De Emmaüsgangers hebben alles gehoord over Jezus, maar zij hebben blijkbaar niet echt geluisterd. Zij spraken over alles, maar hadden niet ingezien. Ondanks al hun goede bedoelingen en verwachtingen waren zij toch op een dwaalweg.

Broeders en zusters, de Schriften laten zich slechts ontsluiten door Jezus zelf. Net als bij de Emmaüsgangers voegt Hij zich bij ons op onze levensweg als wij alles, wat in de Schriften geschreven staat, in Hem vervuld zien. Hij is niet een ver verwijderd ideaal, maar onze Leermeester. Als leerlingen willen wij zijn als Hij (Lucas 6,40). Wij gaan vandaag van alles en nog wat doen, maar dit moet ons vurigste verlangen zijn: willen zijn als Jezus. Dit vurige verlangen brengt ons doen en laten, ons denken en spreken in de juiste richting. Door dit verlangen zullen wij kunnen inzien en het goede kunnen doen: God en onze medemensen van harte liefhebben, hen altijd op de eerste plaats zetten. Als wij zo proberen te leven zijn onze ogen open en zullen wij Jezus steeds beter kunnen gaan zien.