Preek op 31-10-2021, 31e zondag door het jaar B, pastoor Frank Domen

Preek op 31-10-2021, 31e zondag door het jaar B, pastoor Frank Domen

Openingswoord

Lieve mensen, allemaal welkom weer bij deze heilige Eucharistieviering.

De heilige Schrift, de Bijbel, spreekt over leven met God en over leven met mensen. De heilige Augustinus, bisschop en kerkleraar in de 4e/5e eeuw, heeft nooit in zijn eentje nagedacht over de belangrijkste levensvragen, maar zag zijn vrienden en huisgenoten, zijn collega’s en ook hen, die aan zijn zorgen waren toevertrouwd, als gesprekspartners. Hij wilde leven voor God, maar áltijd sámen met andere mensen.

Wil je goed kunnen samenleven met anderen, moet je natuurlijk eerst goed kunnen opschieten met jezelf! En daarom is het belangrijk iedere dag bewust te leven, jezelf af en toe af te vragen: wie ben ik, waar kom ik vandaan en waarheen ben ik op weg? Een deel van het antwoord is voor ieder van ons verschillend, maar allemaal kunnen wij zeggen: wij zijn mensen, die samen in Jezus Christus geloven. Zoals Hij vroeger in Israël werkte, zo werkt zijn heilige Geest nu door ons in heel de wereld. Wij allen samen zijn het levende Lichaam van Jezus Christus. In ons heeft Hij op aarde handen en voeten gekregen.

Misschien hebben wij weleens wat te weinig respect, waardering, voor wie wijzelf als gelovigen en als kerkgemeenschap zijn. Zoals God alles verwachtte van zijn Zoon, zo heeft God ook grote verwachtingen van ons.

Geven wij onszelf ruimhartig, aan God en aan elkaar.

Openingsgebed

Laat ons bidden. Almachtige God, in de liefde tot U en tot de naaste doet Gij de bron ontspringen van het geluk waartoe wij allen zijn geschapen. Laat uw wet het richtsnoer van ons leven zijn. Leer ons daaruit de wijsheid putten, die wij nodig hebben om te komen tot uw koninkrijk. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon … Amen.

Kinderwoorddienst

Preek

Broeders en zusters, de heilige bisschop Augustinus heeft een boekje geschreven dat ‘Speculum’ heet, wat ‘Spiegel’ betekent. Zoals wij in de spiegel kijken of alles netjes zit, zo is het ook belangrijk om naar ons innerlijk te kijken en te zien of wij na verloop van tijd betere mensen zijn geworden.

Als wij kijken naar onszelf en de ander en naar de gemeenschap zien wij het goede in onszelf en de ander, maar ook het kleine en zwakke en soms zelfs het kwade. En dan gaat het er om jezelf en de ander te verdragen.

Jezus antwoordde: “Het eerste is: Hoor, Israël! De Heer onze God is de enige Heer. Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel, geheel uw verstand en geheel uw kracht. Het tweede is: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf. Er is geen ander gebod voornamer dan die twee.”

Augustinus haalt het voorbeeld van Jezus Christus aan. Hij had zelf zijn leerlingen uitgekozen en er was één bij, die groot kwaad deed, Judas. Maar Jezus Christus wist van zijn aanwezigheid gebruik te maken door voor de Kerkgemeenschap van alle tijden een voorbeeld van geduld en verdraagzaamheid te zijn. Zelf had Hij nooit enige zonde gedaan en toch droeg en verdroeg Hij de zonden van allen.

Jezus Christus was ook niet bang dat goed zaad in verkeerde grond zou vallen. Als Hij altijd de verkeerde grond – de kwaadwillende mensen – had gemeden, zou Hij ook nooit de góéde grond hebben bereikt, want goed- en kwaadwillende mensen leven in één wereld.

Misschien vreemd, maar Augustinus noemt de aanwezigheid van mensen, die het kwade doen, een zegen. Want het is pas n.a.v. je reactie op het kwade, dat je kunt weten wie je bent. Als je niet boos wordt op mensen, die jou in woord en daad iets aandoen, maar eerder medelijden met hen hebt, omdat zij in ieder geval op dát moment niet in de liefde van God leven, dan pas blijkt of je werkelijk gelooft in Jezus Christus als de Vredevorst. Blijkt dat je wél boos wordt, dan moet je eigenlijk hopen, dat die mens nog een tijdje in je buurt blijft, zodat je kunt oefenen om ook zelf een echte vredevorst te worden.

Met wat de Kerk leert, beste medegelovigen, kunnen wij uiteraard vandáág al iets goeds doen. Jezus zegt immers, dat het Koninkrijk van God midden onder ons is.

Maar de Blijde Boodschap van de Kerk is ook toekomstgericht. Want het Rijk van Gods Vrede zal pas in volle omvang aanbreken wanneer Gód geoordeeld heeft, wanneer Gód de goeden en de kwaden van elkaar zal scheiden.

Bisschop Augustinus zegt letterlijk tegen zijn kerkvolk: “Nu is het dus nog niet de tijd van de scheiding, maar van het verdragen”.

Zeggen wij niet als iets moeilijk is “Je moet er doorheen!?” Zo is het ook met het kwade. Wij moeten geen grenzen trekken en de wereld verdelen in goeden en kwaden. Wij moeten eerder proberen samen over de grenzen heen te gaan, elkaar over de streep te trekken.

Om tot een betere wereld te komen heeft de Heer niet véél mensen nodig, maar wel eensgezinde mensen. Daarom willen wij onszelf en elkaar vergeven. Hoe vaak? Lamech, een ruwe vechter in het eerste boek van de Bijbel, het boek Genesis, zegt dat als Abel 7 keer werd gewroken, hijzelf 77 keer zal worden gewroken. Maar Jezus zegt, dat wij 70 keer 7 keer moeten vergeven en niet wreken.

Om je naaste te kunnen beminnen is het dus nodig om vergeven. Maar er staat in het evangelie: “Gij zult uw naaste beminnen … als uzélf”. Zoals God, vóórdat Hij de engelen en de wereld schiep, volkomen gelukkig was met en in zichzelf, vanwege het oneindig goede dat Hij in zich draagt, zo mogen ook wij blij en gelukkig zijn met het goede in onszelf.

Wij zijn wat blijdschap betreft niet alleen afhankelijk van wat anderen doen – stel, dat je maar weinig goedwillende mensen om je heen zou hebben, dan zou je ook maar weinig gelukkig zijn – nee, God heeft íeder van ons talenten gegeven. Wij mogen gelukkig zijn met wie wij zijn en tegelijk weten, dat sommige dingen nog beter kunnen.

Om in vrede te kunnen leven is het ook belangrijk te aanvaarden, dat in deze wereld niet al onze verlangens vervuld kunnen worden.

En nog iets … Augustinus zegt: als je een voorstander van de vrede bent, dan houd je ook van je tegenstanders, want enkel door hen lief te hebben, kun je de onvrede overwinnen.

In dat kader was bewonderenswaardig, dat enige tijd geleden de Nigeriaanse aartsbisschop Ignatus Kaigama, naar aanleiding van de zoveelste dodelijke aanslag op de drukbezochte St. Ritakerk in Kaduna, waarbij 7 mensen omkwamen en 134 mensen gewond raakten, de bevolking opriep geen wraak te nemen, zo meldde de hulporganisatie Kerk in Nood.

Mgr. Kaigama sprak ook over de verbijstering van de bevolking over het onvermogen van de regering om veiligheid te creëren. Hoewel er woede heerste onder de christenen en de verleiding om terug te vechten groot was, benadrukte de aartsbisschop dat wraak het laatste is waar hij op uit was. “Onze boodschap aan onze mensen is altijd dezelfde gebleven: geen agressie, geen wraak. Dit is een beproeving, een tijd om als Christus te zijn.” Wat een geweldig voorbeeld van verdraagzaamheid!

Broeders en zusters, de woorden “je moet je naaste liefhebben als jezelf” zijn zó snel uitgesproken, maar wij hebben een leven lang nodig om te leren écht lief te hebben. Proberen wij: niet oordelen, van harte vergeven, goed zijn voor iedereen, óók voor hen die het kwade doen. Een prachtige opdracht, maar ook een grote. Gelukkig ontvangen wij hier Gods liefde, kracht, troost en wijsheid om het ook daadwerkelijk te kunnen volbrengen.

Nog even een verhaal uit India dat vertelt dat een jonge vrouw en haar man onderdak boden aan haar schoonmoeder. Maar het geklaag van de oude vrouw bracht de schoondochter tot wanhoop. In het geheim bezocht ze een medicijnman en vroeg hem een drankje waaraan haar schoonmoeder langzaam maar zeker zou sterven. Deze gaf haar een kruidenmengsel, waarmee ze elke avond de voeten van haar schoonmoeder moest masseren. Dan zou ze van haar ergernis bevrijd worden.

Blij met dit vooruitzicht keerde de jonge vrouw naar huis terug. Vanaf die dag deed ze wat de medicijnman had gezegd. Naarmate de dagen verstreken begon de oude vrouw steeds minder te klagen en af en toe glimlachte ze zelfs. De schoondochter dacht dat het vergif begon te werken en ging opgewekt verder met de uitvoering van haar plan. Na twee maanden leek de oude vrouw een complete gedaanteverandering te hebben ondergaan. Ze had altijd goede zin en het was fijn om bij haar te zijn. De jonge vrouw merkte zelfs dat ze van haar schoonmoeder ging houden en kreeg spijt van wat ze aan het doen was. Vol wroeging ging ze terug naar de medicijnman en vroeg hem een middel dat de werking van het gif ongedaan kon maken. Maar deze glimlachte en zei dat de kruiden, die hij had meegegeven geen giftige stoffen bevatten. Hij zei: “Dat je schoonmoeder zo ongelofelijk is veranderd komt doordat jij haar zo liefdevol hebt aangeraakt.”

Broeders en zusters, barmhartig zijn is zo’n liefdevolle aanraking. Kijken wij de komende week eens rond tegenover wie wij wat barmhartiger zouden kunnen zijn. Wie weet wat voor een wonderen daardoor gebeuren. Amen.