Preek op 30-07-2023, 17e zondag jaar A, pastoor Frank Domen

Preek op 30-07-2023, 17e zondag jaar A, pastoor Frank Domen

Openingswoord

Broeders en zusters, van harte welkom op deze zondag, de Dag des Heren.

In de eerste lezing van vandaag horen wij hoe koning Salomo aan God mag vragen wat hij hebben wil. Het is de kans van zijn leven. Waarschijnlijk een éénmalige kans. Maar koning Salomo vraagt God om een opmerkzame geest om recht te kunnen spreken voor zijn volk en onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad. Dat is nog eens onbaatzuchtig!

Ook wij hebben onze verantwoordelijkheid genomen door het hogere te zoeken, want wij zijn hier in de kerk gekomen, terwijl wij ook wat anders hadden kunnen gaan doen.

Bidden wij voor alle mensen op aarde: om de wijsheid en het inzicht, dat God de Vader is van al die zo van elkaar verschillende mensen op aarde en dat wij dus allen broeders en zusters zijn, één grote ‘kerkfamilie’, en dat dus bijvoorbeeld haat en geweld nooit gerechtvaardigd zijn. Bidden wij om de bijstand van onze drie-ene God, Vader, Zoon en heilige Geest.

Openingsgebed

Laat ons bidden. God, hemelse Vader, Gij zijt het heil voor allen die U liefhebben. Wij vragen dikwijls om wat bijkomstig is, en aan uw woorden gaan wij achteloos voorbij. Geef ons een opmerkzame geest, vol wijsheid en begrip, zodat wij bereid zijn alles prijs te geven om alleen datgene te verwerven wat in uw ogen waarde heeft. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon …

Preek

In die tijd zei Jezus tot de menigte: “Het Rijk der hemelen gelijkt op een schat, verborgen in een akker. Toen iemand hem vond, verborg hij hem weer, en in zijn blijdschap ging hij alles te gelde maken wat hij bezat en kocht die akker.”

Onze diaken, Eelke, zei het vorige week al: we krijgen een paar weken achter elkaar allemaal gelijkenissen te horen. Vandaag komen daar nog eens drie gelijkenissen bij:
over de schat, over de parel en over het sleepnet. De verhalen zijn eenvoudig en daardoor duidelijk. Toch vraagt Jezus aan zijn apostelen of zij alles hebben begrepen . “Ja”, antwoorden de apostelen volmondig. En ik denk, dat ook wij allemaal de eenvoudige boodschap van Jezus wel begrijpen. Als het bijvoorbeeld gaat om een schat zou iedere zakenman of -vrouw proberen, die akker te kopen ten einde flinke winst te kunnen maken.

Maar als het gaat om de schat van het Koninkrijk van God, dan ligt de zaak misschien toch weer even anders. Als het gaat om God, hebben wij zo weinig concreets in handen, vinden wij, terwijl wij zo veel concrete zaken uit handen moeten geven. Naar stoffelijke zaken kunnen wij soms intens verlangen, juist omdat ze zo zichtbaar en tastbaar zijn, zo leuk en vaak ook handig om te gebruiken. Maar laten wij eerlijk zijn, als wij die dingen eenmaal hebben, een nieuwe auto of tv, zijn wij er gauw aan gewend en is ook de vreugde erover weer snel verdwenen als sneeuw voor de zon.

Jezus spreekt over een schat, die verborgen is in een akker. Je kunt over een schat heenlopen zonder dat je het weet. Zo gaan veel hedendaagse mensen door de wereld, ze lopen Middenweg 248 zomaar voorbij, zonder te beseffen welke rijkdom zij in Jezus’ Kerk kunnen krijgen: een leven met God, een leven van oneindige vrede en vreugde, samen met alle andere mensen van goede wil, én… die vrede en vreugde kunnen al in dit leven beginnen. Maar veel mensen zijn niet op zoek naar de schat, die God voor hen heeft weggelegd. Daarom gaan ze zelden of nooit naar de Kerk. Als wij eens konden vermoeden hoe blij God is, dat wij wél naar zijn Kerk gaan!

Een schatzoeker moet een beetje een avontuurlijk iemand zijn. Je weet namelijk wel waar je aan begint – je gaat een schat zoeken – maar je weet niet waar je avontuur eindigt of wat je onderweg allemaal tegenkomt. Een schatzoeker moet ook een beetje een waaghals zijn: “Wie niet waagt, wie niet wint”. Wie geen tijd, geld en moeite investeert zal nooit iets groots bereiken.

Zo, broeders en zusters, is het ook met het Koninkrijk van God. Wie op zoek gaat naar God en het eeuwig leven, moet zich in ieder geval niet hechten aan het aardse, moet er geen duurzaam geluk van verwachten, moet zijn eigen belangen opzijzetten en aan de belangen van God en medemens voorrang geven. Keer op keer lijkt het erop dat jíj daardoor de boot mist: je geld, je tijd, je energie, gaan naar die ander. En wat heb jij? Jij hebt de belofte van God, dat als je zo doorgaat je eeuwig zult leven. Maar die belofte is niet zichtbaar, niet tastbaar. Inderdaad, daarom ook zijn wij gelovigen. Wij vertrouwen God op zijn woord en wij gaan het avontuur aan. Al stort heel de Kerk en heel de wereld in elkaar … wij houden vol!

Zo is het toch ook met een man en vrouw, die gaan trouwen. Zij gaan met elkaar het avontuur aan en vertrouwen op de wederzijdse huwelijksbelofte.

Dat het Koninkrijk van God een ‘schat’ wordt genoemd heeft nog een belangrijke reden. Een schat is niet iets wat je kunt verdienen. Je komt haar min of meer bij toeval tegen. Ze wordt je geschonken. Zo is het Koninkrijk van God niet iets waar wij op grond van bepaalde werken recht op hebben, nee, het is en blijft altijd een vrije gave van de kant van God.

Het is als met de liefde van de ouders voor hun pasgeboren kindje. Het kind heeft geen enkele verdienste, maar wordt helemaal opgenomen in het leven en de liefde van de ouders.

Het is een grotere gave dan wij ons kunnen voorstellen. De apostel Paulus heeft het zo gezegd: “Geen oog heeft ze gezien, geen oor heeft ze gehoord, geen mens kan het zich voorstellen, al wat God bereid heeft voor die Hem liefhebben” (1 Kor. 2, 9) Het enige wat wij er voor kunnen doen is er – vol vreugde – naar op zoek gaan door het goede te doen voor God en medemens. En hoe meer wij bereid zijn onszelf en onze eigen belangen aan de kant te zetten, hoe groter de vondst zal worden.

Beste medegelovigen, zien wij het goed. Wie de schat wil hebben, zal de akker erbij moeten nemen. De akker is de wereld. De wereld is de plaats waar God met mensen op weg is, de plaats waar gewerkt wordt, waar ook fouten worden gemaakt en waar mensen elkaar dus vergeving moeten schenken, telkens weer.

De wereld is ook de plaats waar honger wordt geleden. Honderden miljoenen mensen lijden nog steeds honger. Als we – ik gok maar een beetje – 10% van alle geld dat wij besteden aan bijvoorbeeld nutteloze oorlogen, ruimtevaart, de betaalde sport met haar miljoenensalarissen, zouden uitgeven aan bijvoorbeeld ontzilting van zeewater en irrigatie van woestijnen, dan zouden alle mensen hun buikje rond kunnen eten. Persoonlijk geef ik het liefste aan Kerk in Nood. Dan weet ik zeker dat mijn centjes goed terecht komen.

Wie een schat wil krijgen, moet veel schatten weggeven. Een simpele, maar oerchristelijke regel.

Beste medegelovigen, wij hoeven niet bang te zijn, dat wij strakjes met lege handen staan. Doen wij niet mee aan de ongebreidelde drang naar macht en consumptie van deze tijd . Zijn wij wel zeer royaal met onze liefde, ons hulpbetoon, ons geduld en onze vergeving. Bidden wij dikwijls tot God. Vragen wij om de moed en de kracht om door te kunnen gaan met onze zoektocht. ‘Wie zoekt, zal vinden’, heeft Jezus gezegd. Hij zal onze handen zeker vullen. Amen.