Preek op 18-09-2022, 25e zondag doorn het jaar C, pastoor Frank Domen

Preek op 18-09-2022, 25e zondag doorn het jaar C, pastoor Frank Domen

Openingswoord

Broeders en zusters, welkom bij deze heilige Eucharistieviering.

Wij horen af en toe over criminele kopstukken, zowel in binnen- als in buitenland, die door de politie zijn opgepakt.

Het is onvoorstelbaar wat die mensen bedenken om op een oneerlijke manier – vaak gewelddadig – aan geld te komen. Zij zijn ontzettend slim of beter gezegd: sluw.

Onze Heer Jezus Christus zegt in het evangelie: Waren de kinderen van het licht maar bereid om zich evenzeer in te spannen voor het goede. De kwade machten werken blijkbaar harder dan de goede. Niet dat het kwade zal overwinnen, maar de wereld en ook de Kerk zou er beter uitzien als ook de goedwillende mensen wat slimmer te werk zouden gaan bij het realiseren van hun doelstellingen.

Vragen wij, dat wij wegen mogen ontdekken om het Rijk Gods, het Rijk van liefde en vrede, in onze tijd een grotere plaats te geven.

Openingsgebed

Laat ons bidden. Heer onze God, Gij neemt het op voor al wat kwetsbaar is en klein en leert ons wat rechtvaardigheid en vrede is. Open ons hart voor de mensen om ons heen; geef dat wij bezorgd zijn voor elkaar, betrouwbaar in het kleine en groot in dienstbaarheid. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon … Amen.

Kinderwoorddienst

Preek

Het evangelie, de Blijde Boodschap, eindigt vandaag met de zin: “Gij kunt niet God dienen en de mammon”, d.w.z. het geld.

Kunnen wij de mensheid in twee groepen indelen? Een groep, die God dient en een andere, die leeft voor het geld? Nee, de grens tussen het Rijk van God en dat van de mammon loopt dwars door ieder mensenhart, óók door het hart van een gelovige. Nu eens leggen wij meer nadruk op het ene rijk, dan weer meer op het andere.

“Geen knecht kan twee heren dienen, want hij zal dan de een haten en de ander liefhebben, ofwel de een aanhangen en de ander verachten. Gij kunt niet God dienen en de mammon.”

God ‘dienen’! Dat is nu een misschien wat achterhaalde formulering. ‘Dienaren van God’. Wij denken dan aan de heiligen in de hemel. Maar wij mogen het gerust anders verwoorden. De term ‘volgelingen’ is meer van deze tijd. Op sociale media wordt immers gesproken over het aantal ‘volgers’ dat iemand heeft. Als de waarheid maar behouden blijft. God dienen betekent: in je leven rekening houden met God, Hem de plaats geven, die Hem toekomt.

Wat bedoelde Jezus Christus toen Hij zei: Je kunt de mammon niet dienen. Hij stelt het geld en het bezit voor als een persoon, een god, die zich opstelt tegenover de ware God. Een god is iemand aan wie de mens alles te danken heeft. Bij een god voelen wij ons daarom ook veilig. Van hem verwachten wij ons heil.

‘De mammon dienen’ wil zeggen, dat iemand zijn geluk verwacht van geld en bezit en macht. Hij wijdt zijn leven eraan toe. Dat is in zijn leven het belangrijkste.

Welnu, zegt onze Heer, God en de mammon zijn twee van elkaar verschillende werelden. En je kunt niet van allebei tegelijk je heil verwachten. Wij moeten daarbij goed voor ogen houden, dat ‘echt heil’, ‘echt geluk’, iets is wat blijvend is, eeuwig. Dat kunnen geld en bezit ons sowieso niet bieden.

Er zijn mensen, die inderdaad de mammon als een god vereren. Zij zijn keiharde zakenlui, die over lijken gaan. Economische motieven zijn de enige, die tellen. En… dergelijke mensen zijn er altijd geweest. Luisteren wij maar naar de profeet Amos. Daar was sprake van handelaren, die wachtten op het passeren van de nieuwe maan, dan zouden zij de korenmaat verkleinen, de weegschaal vervalsen en de arme man verkopen voor een paar schoenen. Dat gebeurt vandaag nog, maar dan op een eigentijdse manier.

En toch, zou er niet in het hart van de meest verstokte materialist een moment kunnen komen waarop hij zich afvraagt: waartoe dient dit alles? Wat is het einde ervan?

Eén ding is duidelijk: de mens, die leeft voor het geld, lijdt onder het geld. In de mate, dat geld de meester wordt van de mens, in diezelfde mate wordt de mens er slaaf van. Er is nooit genoeg.

Het stoffelijke van deze wereld mag nooit hét doel van een mensenleven zijn. De geest van de mens laat zich niet voeden door geld en bezit. Een mens, die de mammon dient, weet dat ergens ook wel. Zulke mensen zijn vaak angstig en achterdochtig, omdat zij ieder moment hun geluk kunnen kwijtraken.

Wat stelt Jezus Christus zich voor bij het dienen van God? Wat moet er gebeuren wil God het centrum van ons leven zijn?

Jezus vertelt het verhaal van de onrechtvaardige rentmeester. Hij prijst hem, maar niet vanwege zijn schurkenstreken, want hij heeft zijn meester op grootse wijze opgelicht. En hij laat het niet daarbij. Omdat hij weet, dat hij zijn baantje zal verliezen, vervalst hij de schuldbekentenissen en de overblijvende goederen deelt hij met de schuldenaars. Hij maakt onder hen vrienden door hun schulden te verminderen. Zo hoopt hij in tijden van nood op hun steun te kunnen rekenen.

Jezus Christus prijst de rentmeester, omdat hij met overleg te werk gaat. Hij heeft waardering voor diens vindingrijkheid en denkt: waren de kinderen van het licht maar zo slim, maar dan om het goede te doen. De machten van het kwaad werken dikwijls harder om het kwade te bereiken dan dat de goede machten dat doen om het goede te bereiken.

Hoe wij het ook formuleren, laten wij in ieder geval God dienen om te verkrijgen, dat het Rijk Gods in deze wereld meer vorm krijgt. Laten wij zelf meer en meer het goede doen. En als wij horen over kwaad, laten wij er dan niet over oordelen, maar er voor bidden. Daartoe werden wij ook opgeroepen in de tweede lezing. Paulus vroeg om te bidden voor alle mensen, voor koningen en voor hooggeplaatsten, opdat wij ongestoord en rustig een in alle opzichten godvruchtig en waardig leven kunnen leiden. Als er in onze maatschappij voldoende zou worden gebeden, zouden wij inderdaad een dergelijk leven kunnen leiden.

Laten wij – ondanks het kwaad dat wij om ons heen ervaren – toch proberen positief te blijven. Soms is het nodig het kwaad met kracht af te wijzen, maar laten wij de mensen vooral erop wijzen hoe mooi en goed het is te leven volgens de normen van het evangelie. Dat heeft dikwijls meer effect dan het veroordelen van het kwade.

Hoeveel heiligen zijn er niet geweest, die een goede keuze hebben gemaakt tussen het rijk van God en het rijk van de mammon! Een Franciscus van Assisi, die in één klap afstand deed van zijn rijkdom en aanzien door te breken met zijn op geld beluste vader.

Heel anders verliep het leven van de heilige Elisabeth van Thüringen. Zij werd in 1207 in de Hongaarse plaats Sárospatak geboren als dochter van koning Andreas II van Hongarije. Zij groeide op in de Wartburg in Thüringen en huwde met Ludwig IV, landgraaf van Thüringen. Ze kregen drie kinderen. Het was een goed huwelijk; beide echtelieden hadden bijzonder veel hoogachting voor elkaar. Met instemming van haar man had zij veel aandacht voor de armen. Toen in 1225/26 een grote hongersnood uitbrak, stelde zij alle voorraden in de koninklijke schuren ter beschikking van de talrijke noodlijdenden. Zij ging daarin zo ver, dat haar schoonfamilie en het paleispersoneel bang werd, dat er niets zou overblijven. Met name haar schoonmoeder probeerde haar bij haar man in een kwaad daglicht te plaatsen.

Zij besteedde uiteindelijk al haar geld en tijd aan goede doelen. Ze stichtte een hospitaal en betoonde zich een voorbeeldig verzorgster van armen en zieken.

Broeders en zusters, laten wij vandaag en de komende week nadenken over de vraag wat God wil dat wij met ons geld en onze tijd doen. Vaak kabbelt ons leven rustig verder en denken wij, dat het zo tot en met de laatste dag van ons leven verder kan gaan. Maar het zou zomaar kunnen, dat wij op gegeven moment geestelijk zoveel gegroeid zijn, dat God ons leven een duidelijke wending wil geven, dat Hij ons wil betrekken in een bepaald heilsplan, dat Hij heeft met de Kerk en de wereld. Denken wij niet dat wij ‘te gewoon’ zijn om bij iets dergelijks betrokken te kunnen worden. Het zijn vaker gewone mensen geweest door wie God grote dingen tot stand heeft gebracht. Amen.