Preek op 10-09-2023, 23e zondag, jaar A, pastoor Frank Domen

Preek op 10-09-2023, 23e zondag, jaar A, pastoor Frank Domen

Openingswoord

Broeders en zusters, welkom. Er is een evangelie waarin Jezus Christus zegt, dat het eerste gebod is God liefhebben en dat het tweede gebod – gelijkwaardig aan het eerste – dat dat is dat wij onze medemensen moeten liefhebben.

In de tweede lezing van vandaag lijkt het erop dat wij enkel met de liefde tot de naaste de hele wet vervullen. Dat mag een troost zijn voor die ouders, die kinderen hebben, die veel doen voor een medemens, maar weinig voor God. Als zij een goed hart hebben, zal het toch wel goed komen met hen, óók wat het leven in de eeuwigheid betreft. Maar wij moeten wel van harte voor hen blijven bidden en ook zelf van harte liefhebben.

Voor de keren dat wij met te weinig vertrouwen hebben gebeden, te weinig hebben liefgehad, vragen wij samen om vergeving.

Openingsgebed

Laat ons bidden. Heer onze God, de liefde voor de ander is het hart van uw geboden. Gij hebt ons aan elkaar toevertrouwd. Wij bidden U: leg ons in alle omstandigheden woorden van waarheid en bemoediging in de mond. Dat wij niet zwijgen uit zelfbehoud of blind zijn voor onrecht, maar meebouwen aan de gemeenschap waarin uw Naam geheiligd wordt. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon … Amen.

KinderWoordDienst en TienerWoordDienst

Preek

Broeders en zusters, er wordt door sommige mensen een beetje spottend gesproken over vroegere onderwijssystemen waarbij leerlingen veel uit het hoofd moesten leren. Ik ben weleens oudere mensen tegengekomen, die hele rijtjes plaatsnamen uit een bepaalde hoek van één van de provincies kunnen opdreunen. Plaatsnamen waar ik nog nooit van had gehoord. Ik heb daar juist veel bewondering voor! Men mag zich tegenwoordig dan wel afvragen waarom je van alles uit het hoofd zou leren als je het zo kunt opzoeken, maar als een jongere op kamp zegt, dat ze uit ‘Beers’ komt, dan is het voor die jongere misschien toch wel leuker als ik weet waar het ligt (5 kilometer onder Nijmegen).

Maar waar is natuurlijk wel – wat de critici óók zeggen – dat het uit je hoofd kunnen opzeggen van rijtjes plaatsnamen niet automatisch betekent, dat je begrijpt hoe een land in elkaar zit. Het kunnen opzeggen van jaartallen wil niet zeggen, dat je ook maar iets van de geschiedenis hebt geleerd. Het uit je hoofd kunnen opzeggen van gebeden betekent niet per se, dat je écht kunt bidden. Het van buiten kunnen opzeggen van antwoorden van de catechismus betekent niet noodzakelijk, dat je diep gelovig bent. Inzicht hebben in bepaalde zaken en er rekening mee houden in je manier van leven is inderdaad waar het op aankomt. Antwoord kunnen geven op de vragen van het leven is het belangrijkste!

Eén van die vragen is hoe om te gaan met lastige mensen, die verkeerde dingen doen. Jezus Christus geeft daar vandaag een antwoord op: Als er conflicten zijn in de Kerkgemeenschap, maar hetzelfde geldt voor je gezin of voor het bedrijf waar je werkt, de klas waarin je zit … blijf met elkaar in gesprek!

Maar wat veel mensen doen is praten óver elkaar. Wij zouden dat eigenlijk eens een weekje lang moeten ‘turven’. Misschien dat wij dan schrikken van het aantal keren, dat wij over een ander praten. Wij doen het zo gemakkelijk en het sticht zo veel onheil. Het kan – als het op een keer wordt ontdekt- de relatie tussen mensen voorgoed kapot maken.

Niet stoppen, niet breken, maar praten met elkaar, broeders en zusters, kan soms moeilijk zijn, maar is meestal heel belangrijk! Wie praat, stapelt geen barrières op, schept duidelijkheid, brengt vrede. Het kan mensen heel goed doen.

Als iemand iets misdaan heeft, dan moet je – zo zegt Gods Woord – twee dingen in ieder geval niet doen: ga niet met anderen over zo iemand praten, maar … je moet ook niet zwijgen met de gedachte: ik bemoei me er niet mee; het is zijn of haar taak. Denk niet: ‘Ieder voor zich en God voor ons allen’, want zo is het niet. Wij dienen wel degelijk elkanders hoeder te zijn.

Jij moet boosdoeners – zegt God in de eerste lezing tegen zijn profeet – op hun fouten wijzen. Doe je dat niet, dan stel ik jou aansprakelijk voor zijn ondergang.

Dus, broeders en zusters, mét mensen praten is het dringende advies, dat wij vandaag krijgen. Eerst onder vier ogen, zegt Jezus Christus. Lukt dat niet, haal er dan nog een paar mensen bij. Lukt het dan nog niet, beschouw hem of haar dan maar als een heiden of een tollenaar. En als wij dan denken, dat ons geduld nu mag zijn opgeraakt, dan vergissen wij ons, want Jezus zocht juist dikwijls de tollenaars en de zondaars op en bleef met hen in gesprek.

Waarom kunnen wij het eigenlijk niet maken om met een ander te praten óver een ander? Jezus eindigt zijn Blijde Boodschap met de opmerking, dat er maar twee mensen in zijn Naam hoeven samen te zijn en dan is Hij in hun midden. Hoe kunnen wij praten over een ander, en dus oordelen over een ander, want daar komt het meestal op neer, als de eeuwige Rechter in ons midden is. Komt het oordeel niet aan Hem toe? Is Hij er niet op uit om mensen vrij te spreken, om ze te helpen zo lang er nog tijd van leven is?

Proberen wij te beseffen, dat Jezus Christus bij ons is, niet alleen in de Kerk, maar altijd en overal. Ook ons wil Hij helpen, vrijspreken, als wij ook zelf bereid zijn anderen te helpen.

Beste medegelovigen, deze preek hoeven wij niet van buiten te kennen, maar wij moeten wel doen wat Jezus Christus ons vraagt: niet praten over elkaar, maar met elkaar. Amen.