Preek op 08-10-2023, 27e zondag, jaar A, pastoor Frank Domen

Preek op 08-10-2023, 27e zondag, jaar A, pastoor Frank Domen

Openingswoord

Beste medegelovigen, welkom. Ik neem aan, dat we allemaal weten, dat er zaterdagmorgen geheel onverwacht door de Palestijnen een oorlog is begonnen tegen Israël. Er zijn al honderden doden gevallen en nog veel meer gewonden. Ik hoop, dat wij allemaal de komende tijd een beetje extra willen bidden voor de vrede: dat mensen weer tot bezinning mogen komen.

Vandaag spreekt het evangelie over de arbeiders in de wijngaard. Deze wijngaard is een beeld voor de Kerk en voor de wereld waarin wij leven. Wij moeten in deze wijngaard bidden en werken, er iets moois van maken, en ooit komt God de vruchten daarvan van opeisen.

Een échte wijngaard is er voor de wijn. En de wijn is één van de belangrijkste tekens, die wij tijdens de heilige Eucharistie gebruiken. Wij willen ons vandaag daarom verdiepen in de Eucharistie. Wij hebben zeven Sacramenten, maar dat van de Eucharistie is toch wel het grootste blijk van Gods liefde voor ons.

Laten wij God vandaag danken voor dit allergrootste Sacrament en vragen wij vergeving voor de keren, dat wij de heilige Communie met te weinig eerbied hebben ontvangen.

Openingsgebed

Laat ons bidden. Almachtige eeuwige God, Gij blijft alle mensen roepen en met geduld wacht Gij van elk van ons het antwoord af. Wij bidden U, dat de drukte van het leven uw uitnodiging niet overstemt, dat wij niet vergeefs uw roepstem horen. Doe ons ondervinden hoe Gij groei en wasdom geeft en wij, uw Kerk, de wijngaard van de wereld moeten zijn. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon … Amen.

Kinderwoorddienst en TienerWoordDienst

Preek

Broeders en zusters, als de priester de woorden “Dit is mijn Lichaam – dit is mijn Bloed” uitspreekt, veranderen brood en wijn in het Lichaam en Bloed van de Heer. De priester zegt deze woorden, maar alle aanwezigen horen actief mee te doen. En de belangrijkste momenten om mee te doen zijn de Offerande, de Consecratie en de Communie.

Tijdens de Offerande biedt de Kerk zichzelf en de wereld in de gaven van brood en wijn aan God aan. Brood en wijn zijn het werk van onze handen. Ze zijn een symbool voor ons leven. Als wij tegelijk ook ons leven aanbieden, worden even later, bij de Consecratie, niet alleen brood en wijn van Gods genade vervuld, maar ook wijzelf.

“Hebt gij nooit in de Schrift gelezen: De steen die de bouwlieden hebben afgekeurd, is juist de hoeksteen geworden. Op last van de Heer is dat gebeurd en het is wonderbaar in onze ogen. Daarom zeg Ik u: Het Rijk Gods zal u ontnomen worden en gegeven aan een volk dat wel de vruchten daarvan opbrengt.”

Nu is het voor ons, kleine, zwakke mensen, moeilijk om ons hele leven bewust aan God aan te bieden. ‘Ons hele leven’, wij kunnen ons daar geen voorstelling bij maken. Want er is in de loop van de jaren zoveel gebeurd. En daarom is het beter enkele concrete zaken aan God aan te bieden: je eigen lichamelijke en/of geestelijke zwakheden, maar ook die van je kinderen en kleinkinderen; de werkeloosheid van een familielid of buurman. En wat te denken van al die volwassen kinderen, die niet meer voor de Kerk willen trouwen, die hun eigen kinderen niet meer laten dopen, maar ook: die maar geen huis kunnen vinden. En Israël en de Palestijnen: laten we al die mensen heel bijzonder in Gods Barmhartigheid aanbevelen! Laten wij allen op de Hostieschaal en in de Kelk aan God aanbieden! Uiteraard leiden kinderen en kleinkinderen op gegeven moment hun eigen leven. Maar je bent en blijft vader of moeder, opa of oma. Op de achtergrond blijf je verantwoording dragen: Heb je iedere dag voor ze gebeden, zal God vragen op de laatste dag van je leven!?

Het tweede moment van actief meedoen is de Consecratie. Dan zegt Jezus Christus bij monde van de priester: Dit is mijn Lichaam – dit is mijn Bloed. Gods heilige Geest daalt neer over brood en wijn en verandert hun diepste wezen: ze houden op brood en wijn te zijn en worden Lichaam en Bloed van Jezus Christus.

Maar zoals op het moment van de Consecratie de stervende Christus zijn leven aan God aanbiedt, zo mogen wij erop vertrouwen, dat God zijn heilige Geest ook laat neerdalen over al die mensen, die wij op de Hostieschaal en in de Kelk hebben gelegd. Zoals brood en wijn veranderen, zo mogen wij hopen, dat – op een ander niveau – ook de mensen, die wij God aanbieden ten goede veranderen, dat Hij hun harten opent en geneest.

Het zou een goede gewoonte zijn om de mensen, die wij tijdens de Offerande aan God opdragen tijdens de Consecratie opnieuw naar voren te brengen: God, Vader, zojuist maakte ik mij zorgen over mijn kinderen, kleinkinderen, de gezondheid van mijn zieke vader. Nu uw heilige Geest neerdaalt over het brood en de wijn, laat Hem ook neerdalen over deze mensen, opdat zij uw hulp kunnen ervaren. En dan mogen wij erop vertrouwen, dat God dan werkelijk iets voor hen doet, zoals Hij brood en wijn werkelijk verandert in het Lichaam en Bloed van zijn Zoon.

Het derde moment van actief meedoen is de Communie. Daarin geeft God ons terug wat wij Hem hebben aangeboden: het brood en de wijn, maar geheiligd, vergoddelijkt, het Lichaam en Bloed van Jezus Christus. En zoals wij één worden met Hem, zo kunnen wij vragen: Jezus, wilt U ook één worden met mijn kinderen en kleinkinderen, met mijn zieke broer. Door de Communie wordt Jezus’ kracht onze kracht, zijn liefde en wijsheid worden onze liefde en wijsheid. Maar ook van onze kinderen en kleinkinderen áls wij de Communie ook voor hen opdragen.

Moet je per se iets voelen van die kracht? Het zou kunnen, dat iemand bij het te Communie gaan een bijzondere ervaring krijgt, maar dat is eerder uitzondering dan regel. Als wij onze gewone maaltijd gebruiken, merken wij ook niets van de kracht, die het gewone voedsel in zich draagt. De belangrijkste vrucht van de Communie is dat wij ons steeds meer afwenden van het kwade en ons meer en meer richten op Jezus Christus en het goede.

Brood en wijn veranderen. Maar de uiteindelijke bedoeling is dat wíj anders worden: mensen, die leven vanuit een christelijke denkwijze. Die denkwijze kun je ook in jezelf laten groeien door te lezen over Jezus Christus, door thuis te bidden, heel goed, moeten wij doen. Maar je verandert het meeste door met iemand om te gaan, in dit geval: met Jezus Christus, door te Communie te gaan.

Beste medegelovigen, economisch heeft een hostie geen waarde. Maar een heilige Hostie is meer waard dan alle schatten op aarde. Laten wij geloven, dat de Hostie Jezus Christus is. Laten wij bij de offerande Hem aanbieden wat ons bezighoudt, doen wij dat nog eens tijdens de Consecratie wanneer de heilige Geest neerdaalt, en zijn wij met ons hart bij de Heer wanneer Hij in de heilige Hostie bij ons komt. En houden wij dat vol, keer op keer. Dan zullen wij op den duur meer op Jezus Christus gaan lijken, Gods vreugde meer gaan ervaren.

Er is nog één belangrijke mogelijkheid om met God één te worden: de Aanbidding van Jezus Christus in het heilig Sacrament, de Communie. Het moet voor de apostelen en de andere leerlingen fantastisch zijn geweest, dat zij met Jezus Christus aan tafel mochten zitten; naar Hem konden kijken, terwijl Hij verhalen vertelde. Van Johannes, de jongste apostel, staat geschreven, dat hij tijdens het Laatste Avondmaal tegen Jezus’ borst leunde. Wat een liefdevolle verhouding moet er tussen die twee zijn geweest!

Beste medegelovigen, ook wij kunnen net als de apostelen tijdens momenten van Aanbidding bij de Heer gaan zitten. Vrijdagavond was er een catechese over Maria. Er waren 43 volwassenen en kinderen aanwezig. Aansluitend was er een half uur muzikale Aanbidding en daarna een gezellig samenzijn. Maar ook op andere weekdagen, vooral in de middaguren, bellen mensen aan om in het kleine kapelletje bij de voordeur een half uurtje of een uur Aanbidding te doen. Dat schept een bijzondere band met de Heer.

Ik hoop, dat in deze voor de Kerk en de wereld zulke spannende tijden meer mensen willen komen … om ‘s morgens om 08.30 uur vóór de heilige Mis voor de vrede de rozenkrans mee te bidden – oktober is immers rozenkransmaand – of om een beetje aan Aanbidding te doen.

We doen Jezus en Maria er een groot plezier mee. Vlak vóórdat Jezus in de Hof van Olijven gevangen werd genomen smeekte Hij zijn leerlingen: Kunnen jullie niet één uurtje met Mij waken. Eén uurtje, lieve mensen! Anders zijn wij vaak toch maar bezig met allerlei minder belangrijke zaken waarover wij in de eeuwigheid nooit meer praten, maar dit zijn de beste mogelijkheden om bij Hem kunnen zijn.

Kijken we vandaag even in onze agenda. De meesten van ons zullen – zoals nu -gemakkelijk een keer extra kunnen komen. Amen.