Preek op 07-04-2024, tweede zondag van Pasen, jaar B, pastoor Frank Domen

Preek op 07-04-2024, tweede zondag van Pasen, jaar B, pastoor Frank Domen

Openingswoord

Broeders en zusters, welkom op deze tweede zondag van Pasen. Het is vandaag het feest van de Goddelijke Barmhartigheid.

Wij blijven het feest van Jezus’ verrijzenis vieren. Na de veertig ernstige en uiteindelijk zelfs tragische dagen van de vasten en van de Goede Week mogen wij vijftig dagen feest vieren en blij zijn: Gods almacht heeft het kwaad en ook de kwade zelf overwonnen. In zijn Goddelijke Barmhartigheid heeft Hij zich over ons ontfermd.

Wij gebruiken vaak tekens om ons iets te kunnen blijven herinneren. Een foto-album om met dankbaarheid nog eens te kunnen terugdenken aan een huwelijk of huwelijksjubileum. Een monument voor de gevallenen van de oorlog. Ook deze heilige Eucharistie vieren wij tot een blijvende gedachtenis aan wat Jezus Christus voor ons heeft gedaan.

Vrijdag vóór Pasen was een dag van ontzetting. De wereld schudde – letterlijk – op haar grondvesten. Maar God greep in en wat in de opzet van boosaardige mensen een roemloos einde had moeten zin, werd een glorieus begin van nieuw, eeuwig leven.

Bieden wij alles wat ons de afgelopen tijd aan goed en kwaad is overkomen aan God aan. Wat gewond is, kan Hij genezen; wat is verdord, kan Hij nieuw leven inblazen. Dat is Pasen vieren!

Bieden wij Hem ook onze zonden en tekorten aan, opdat God ook daar iets goeds uit kan laten voortkomen.

Openingsgebed

Laat ons bidden. Barmhartige en eeuwige God, ieder jaar brengt Gij in de viering van het paasfeest het geloof van uw volk tot nieuw leven. Blijf allen uw genade schenken en laat hen de diepe zin verstaan van het water, waardoor zij zijn gereinigd, van de Geest in wie zij zijn herboren, en van het bloed, waardoor zij zijn verlost. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon … Amen.

Kinder- en TienerWoordDienst

Preek

Broeders en zusters, het is de tweede zondag van Pasen; wat er in het evangelie van vandaag gebeurt valt óók op de tweede zondag van Pasen. Wij zijn acht dagen verder en nog hebben de apostelen geen vertrouwen.

Zij hadden al drie keer woorden van Jezus Christus gehoord, die aankondigde, dat Hij zou sterven én verrijzen. Daarna verscheen Hij aan Maria Magdalena en aan andere vrouwen. Zij zagen het lege graf. En nog op de avond van Pasen mochten zij Hemzelf zien, in levende lijve.

En toch zijn ze nog bange en zwakke apostelen. Ramen en deuren blijven op slot. Zij zijn bang voor de joden, en ook zijn zij nog niet gewend aan Jezus’ nieuwe manier van aanwezig zijn. Hij woont niet meer bij hen, komt en gaat wanneer Hij wil, verschijnt nu eens aan de ene, dan weer aan de andere leerling, nu eens hier, dan weer daar. En soms is Hij al een tijdje ergens aanwezig zonder dat zij het in de gaten hebben, bijvoorbeeld aan de oever van een meer.

Tijdens de verschijning waarover in het evangelie van vandaag wordt verteld, komt Jezus met iets nieuws: Hij laat de wonden in zijn lichaam zien. Het zijn de zichtbare tekens waarmee Hij de apostel Thomas en ook andere ongelovige mensen weet te overtuigen. Maar het zijn ook de blíjvende tekens van zijn liefde voor alle mensen.

Wij zouden misschien verwacht hebben, dat toen de Heer uit de doden verrees, zijn lichaam helemaal werd genezen. De wonden van de geseling en de doornenkroning lijken inderdaad verdwenen te zijn. Daar wordt na de verrijzenis niet meer over gesproken. Maar sowieso is de gezondheid van een hemels lichaam iets anders als de gezondheid van een mens op aarde. Een mens op aarde kan met wonden niet volmaakt gelukkig zijn, maar het lichaam van iemand, die in de hemel is, is een vergeestelijkt lichaam. Daar gelden – blijkbaar – andere regels voor.

Maar het gaat vooral hierom: zoals zijn liefde voor ons duurt in eeuwigheid, nooit zal ophouden, zo draagt Hij de tekenen van die liefde ook in alle eeuwigheid met zich mee.

Liefde en lichaam hebben met elkaar te maken. Hier op aarde is liefde zonder lichaam niet mogelijk. Al schrijft iemand maar een troostende brief, dat doe je met je lichaam. Iedere liefde op aarde krijgt trouwens op den duur iets met lijden te maken. Je kunt als man en vrouw nog zo veel van elkaar houden, of van je kinderen, maar er zijn ook dagen dat je pijn hebt om elkaar. Liefde krijgt altijd wonden, in het hart, in het lichaam. En heeft Jezus niet gezegd, dat de grootste liefde, die wij iemand kunnen geven, dat dat het geven van je leven is, dus het afleggen van je lichaam?

Zoiets gebeurde ook met het lichaam van Jezus Christus. Zijn lichamelijke lijden bracht Hem tot de hoogste liefde. Daarom horen de tekens van dat lijden voorgoed bij Hem.

Als de apostel Thomas de wonden van Jezus mag aanraken is dat een uitnodiging om zijn liefde te leren kennen. Op Goede Vrijdag waren deze wonden nog een ontsiering van zijn lichaam. Nu, met Pasen, zijn het veel eerder sierraden. Zij druipen niet meer van bloed, maar stralen licht uit. Zijn wonden brachten ons genezing. De wonden van liefde worden – als het lichaam eenmaal verrezen is – tot brandhaarden van liefde.

En zo, beste medegelovigen, kan het ook zijn met ons lijden, met de wonden, die wij in het leven oplopen. Als wij ons lijden aanvaarden en God aanbieden, zoals Jezus Christus dat heeft gedaan, worden die wonden op den duur bronnen van genade. Het menselijk leven met z’n vele ups and downs heeft zo veel mogelijkheden om genade te krijgen, kracht, liefde, Gods troostende nabijheid. Wij zien ze misschien als zwarte bladzijden van ons leven, ook onze eigen fouten en zonden waaronder wij kunnen lijden, maar zij kunnen worden tot lichtende pagina’s, die verhalen van Gods wondere goedheid … áls wij ze maar dragen en aanbieden. Een wond zal nu en dan pijn doen, maar eens zal het een teken zijn van onze liefde voor God en voor elkaar.

Wonden horen bij het leven. Jezus nam ze mee naar de hemel. Brengen wij onze eigen wonden én die van anderen bij Jezus, opdat Hij als de enige en ware Heiland er zo veel mogelijk kan genezen.

Jezus Christus is bezig met het genezen van de Kerk en de samenleving. Hij werkt in de harten van mensen, van jonge mensen ook. De Nederlandse cijfers heb ik nog niet, maar in België en in Frankrijk is een gestage toename zichtbaar in het aantal (jong)volwassen, dat toetreedt tot de katholieke Kerk. In Frankrijk is er zelfs sprake van een explosieve stijging. Een recordaantal van 12.000 mensen heeft er tijdens de Paaswake, in de nacht van 30 op 31 maart jongstleden, het Doopsel ontvangen. Het gaat maar liefst om 7135 volwassenen en meer dan 5000 jongeren tussen de elf en zeventien jaar. In onze parochie zijn er twee jonge mensen gedoopt. De Heer leeft! Zijn Kerk leeft!

Even nog een kort verhaal. Een hoge beambte viel in ongenade bij zijn koning. Hij werd gevangengezet in de bovenste verdieping van een toren. Op een nacht keek de gevangene uit de toren naar beneden en zag zijn vrouw. Zij maakte een teken naar hem. Omdat hij niet begreep wat ze bedoelde, wachtte hij af wat er zou gebeuren.

Zijn vrouw had een kever gevangen en bestreek de voelhorens ervan met honing. Toen bevestigde zij het einde van een zijden draad aan het lichaam van de kever en zette het diertje met de kop naar boven op de torenmuur. De kever kroop langzaam de geur van honing na, steeds hoger tot hij tenslotte bij de gevangene kwam. Die nam het kleine dier, maakte de zijden draad los en trok die langzaam naar zich toe. De draad werd zwaarder. De man zag dat aan de zijden draad een garendraad bevestigd was. Hij trok ook die naar boven. De draad werd steeds zwaarder. Aan het einde ervan was een touw vastgemaakt. Langzaam trok de man het touw naar zich toe. Ook dat werd zwaarder en zwaarder. Aan het einde ervan zat een sterk koord. De man trok het koord naar zich toe en maakte het in de toren vast. Toen klom hij het raam uit en liet zich langs het touw naar beneden zakken. Hij was vrij.

Zo, lieve mensen, is het ook met de vijftig dagen durende Paastijd: hoe verder wij vorderen in de tijd, hoe dieper de waarheid van de verrijzenis tot ons zal doordringen, hoe meer vrede en kracht voor het dagelijkse leven wij erin kunnen vinden. Gaan wij met de Heer in gesprek. Vragen wij of Hij zich ook steeds meer aan ons en aan onze dierbaren bekend wil maken, aan alle mensen in Nederland, zodat wij weer een natie worden met christelijke normen en waarden. Want dat is voor iedereen verreweg het beste.

Tot slot … het is de Zondag van de Goddelijke Barmhartigheid. Op de meubels met de misboekjes liggen blaadjes met een afbeelding van de Goddelijke Barmhartigheid en het bijbehorende rozenkansje. Willen we dat er in ons gezin, in onze familie, in ons land wonderen gebeuren … laten we dan iedere dag als gezin samen dat gebed bidden. Het duurt 7 á 8 minuten. We verliezen er maar weinig tijd mee en winnen er heel veel mee. Amen.