Overweging ter voorbereiding van 08-07-2023, zaterdag in de 13e week door het jaar

Overweging ter voorbereiding van 08-07-2023, zaterdag in de 13e week door het jaar

Uit de verhandeling van de priester Faustinus Luciferanus († eind vierde eeuw) over de Drieëenheid

Christus is zowel koning als priester

Faustinus Luciferanus

Onze Verlosser is waarlijk de Christus, dat wil zeggen: de Gezalfde, geworden in zijn menswording. Hij werd immers zowel de ware koning als de ware priester: Hij is beide, zodat er aan de Verlosser niets ontbreekt. Luister hoe Hijzelf zegt dat Hij koning geworden is: ‘Ik werd door Hem tot koning aangesteld op de Sion, zijn heilige berg’ (Ps. 2, 6 – Vulg.). Luister ook naar het getuigenis van de Vader, dat bevestigt dat Hij priester is: ‘Voor eeuwig zijt gij priester, naar de orde van Melchisédek’ (Ps. 110 (109), 4 – Vulg.). Onder de oude wet was het Aäron die het eerst priester geworden was door de zalving met chrisma. Er staat echter niet: ‘naar de orde van Aäron’, om te voorkomen dat wij denken dat het priesterschap van onze Verlosser door opvolging is verkregen. Want het priesterschap dat Aäron bezat, was erfelijk; het priesterschap van de Verlosser echter is niet erfelijk, omdat Hijzelf priester zal blijven voor eeuwig, zoals er geschreven staat: ‘Voor eeuwig zijt gij priester, naar de orde van Melchisédek.’

Op grond van zijn menswording is de Verlosser dus zowel priester als koning. Hij is hiertoe echter niet lichamelijk maar geestelijk gezalfd. De koningen en de priesters van de Israëlieten waren koning en priester door een lichamelijke zalving met olie. Niemand van hen had beide functies: ze waren óf koning óf priester. De volmaaktheid en de volheid in alles komt alleen aan Christus toe, Hij die ook de wet is komen vervullen. Ook al bekleedde geen enkele Israëliet beide functies, toch werden ze ‘gezalfden’ genoemd, indien ze lichamelijk gezalfd waren met de olie van hetzij koningen of priesters. Maar de Verlosser die de ware Christus is, werd door de heilige Geest gezalfd, zodat vervuld zou worden wat over Hem geschreven staat: ‘Daarom zijt gij door God, uw God, gezalfd met vreugde-olie waarin gij uw broeders overtreft’ (Ps. 45 (44), 8 – Vulg.). Hij staat boven hen die, evenals Hij, de naam van ‘gezalfde’ dragen, omdat Hij gezalfd werd met vreugde-olie, dat wil zeggen: met de heilige Geest.

Dat dit waar is, weten wij van onze Verlosser zelf. Toen Hij het boek Jesaja ontving en opende, las Hij voor: ‘De geest des Heren is over mij gekomen, omdat Hij mij gezalfd heeft’ (Lc. 4, 17; vgl. Jes. 61, 1). Daarop verklaarde Hij dat het woord van de profeet in vervulling was gegaan voor de ogen van hen die luisterden. Ook Petrus, de eerste van de apostelen, leerde dat de zalving waardoor de Verlosser als de ‘Gezalfde’ kon optreden, de heilige Geest was, dat wil zeggen: de kracht van God. Dat gebeurde toen Petrus in de Handelingen van de Apostelen tot een diepgelovige en barmhartige honderdman sprak, tegen wie hij onder meer zei: ‘Gij weet hoe Jezus van Nazaret zijn optreden begon na het doopsel dat Johannes predikte, en hoe God Hem gezalfd heeft met de heilige Geest en met kracht. Hij ging weldoende rond en genas allen die onder de dwingelandij van de duivel stonden’ (Hand. 10, 37-38). Ge ziet dat ook Petrus dat gezegd heeft: Jezus is, omdat Hij mens is geworden, gezalfd ‘met de heilige Geest en met kracht’. Zo is Jezus, mensgeworden, werkelijk de Christus geworden, Hij die door de zalving met de heilige Geest koning en priester is geworden voor eeuwig.