23 september – H. Pius van Pietrelcina, priester

Uit het supplementaire lectionarium

23 september
H. Pius van Pietrelcina, priester
Gedachtenis

Gemeenschappelijke voor herders (Lectionarium IV, p. 359 e.v.) of
voor heiligen (Lectionarium IV, p. 430 e.v.).

EERSTE LEZING

Ik leef niet meer, Christus leeft in mij.

Lezing uit de Brief van de heilige apostel Paulus
aan de Galaten     2, 19-20

Broeders en zusters,

Ik ben dood voor de wet;
door de wet ben ik gestorven om te leven voor God.
Met Christus ben ik gekruisigd.
Ik leef niet meer, Christus leeft in mij.
Dit sterfelijk bestaan is voor mij nog slechts
leven in het geloof in Gods Zoon,
die mij heeft liefgehad
en zichzelf voor mij heeft overgeleverd.

Woord van de Heer.

ANTWOORDPSALM     Ps. 128 (127), 1-2. 3. 4-5 (R. 1a)

R. Gelukkig die godvrezend zijt.

Gelukkig die godvrezend zijt,
de weg des Heren gaat.
Ge zult de vrucht van eigen arbeid eten,
tevreden en voorspoedig zult ge zijn. R.

Uw vrouw daarbinnen in uw huis
is als een rijkbeladen wijnstok.
En als olijventakken rond de stam,
zo staan uw zonen om uw tafel. R.

Ja, zo wordt elke man gezegend
die eer geeft aan de Heer.
U zegene de Heer uit Sion;
moogt gij Jeruzalem welvarend zien
zolang uw dagen duren. R.

ALLELUIA     Lc. 21, 36

R. Alleluia.
Weest te allen tijde waakzaam en bidt,
dat ge stand moogt houden
voor het aangezicht van de Mensenzoon.
R. Alleluia.

EVANGELIE

Wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden.

Lezing uit het heilig Evangelie
volgens Matteüs     16, 24-27

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
“Wie mijn volgeling wil zijn,
moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen
en zijn kruis op te nemen.
Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen.
Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil
zal het vinden.
Wat voor nut heeft het voor een mens
heel de wereld te winnen,
als dit ten koste gaat van eigen leven?
Of wat zal een mens kunnen geven in ruil voor zijn leven?
Want de Mensenzoon
zal komen in de heerlijkheid van zijn Vader,
vergezeld van zijn engelen,
en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden.”

Woord van de Heer.