Overweging ter voorbereiding van 30-12-2023, zaterdag, zesde dag onder het Octaaf van Kerstmis

Uit een preek van de heilige Gregorius, bisschop van Nazianze († 390)

Kerstmis, de geboortedag van de Verlosser

Christus is geboren, brengt Hem eer; Christus daalt neer uit de hemel, gaat Hem tegemoet; Christus verschijnt op aarde, verheft u. ‘Zingt voor de Heer, alle landen’ (Ps. 96 (95), 1). Omwille van de hemelse en aardse Christus spreek ik met inbegrip van beide: ‘Dan straalt de hemel en jubelt de aarde’ (Ps. 96 (95), 11). Christus is mens geworden! Verblijdt u met huiver en vreugde; met huiver wegens de zonden, met vreugde wegens de hoop.

Weer wordt de duisternis doorbroken, weer verschijnt het licht, weer wordt Egypte met duisternis gestraft (vgl. Ex. 10, 21), weer wordt Israël door een vuurzuil verlicht (vgl. Ex. 13, 21). Volk dat in de duisternis van onwetendheid ronddwaalt (vgl. Jes. 9, 1), aanschouw een groot licht dat kennis geeft. ‘Het oude is voorbij, het nieuwe is al gekomen’ (2 Kor. 5, 17). De letter heeft afgedaan, de geest overwint, de schaduwen verdwijnen en de waarheid nadert.

Christus beveelt; laten wij geen weerstand bieden. ‘Alle volkeren, klapt in de handen’ (Ps. 47 (46), 1), ‘want een kind wordt ons geboren, een zoon wordt ons gegeven. De heerschappij rust op zijn schouders – want door het kruis wordt Hij verheven -; men noemt Hem: Wonderbare raadsman’ (Jes. 9, 5), namelijk van de Vader.

Johannes roept: ‘Bereidt de weg van de Heer’ (Mt. 3, 3). Ook ik zal de grootheid van deze dag bezingen; Hij die zonder lichaam is, wordt mens, het Woord wordt vlees, het Onzichtbare wordt gezien, het Ontastbare wordt tastbaar, de Tijdloze begint te bestaan, de Zoon van God wordt mensenzoon, Jezus Christus, gisteren en heden, dezelfde in alle eeuwigheid (vgl. Heb. 13, 8). Het is vandaag Kerstmis, het is feest, want we vieren de geboortedag van de Verlosser. God is immers aan de mensen verschenen door de geboorte.

Het Woord is omwille van ons mens geworden, opdat Hij die ons het bestaan gaf, ook het gelukzalig bestaan aan ons zou schenken; en nog veeleer opdat Hij ons die van het gelukzalig bestaan zijn afgedwaald, weer naar zich terugbrengt door de menswording.

Dit is voor ons het feest dat wij vandaag vieren, namelijk het verblijf van God onder de mensen, opdat wij bij God zouden zijn, of – want zo is het juister om te zeggen – opdat wij bij God zouden terugkeren, opdat we – na de oude mens te hebben afgelegd – de nieuwe mens aantrekken; en opdat we – zoals we in Adam gestorven zijn – in Christus leven, terwijl we zowel met Christus geboren worden, als medegekruisigd en begraven en met Hem verrijzen (vgl. Rom. 5, 12 – 6, 11).

Ik moet immers veranderen en mooier worden. Zoals uit vreugdevolle dingen pijnlijke dingen waren voortgekomen, zo moeten nu uit de pijnlijke dingen vreugdevolle te voorschijn komen. ‘Waar de zonde heeft gewoekerd, werd de genade mateloos’ (Rom. 5, 20).