Overweging ter voorbereiding van 29-10-2023, 30e zondag door het jaar

Uit de ‘Navolging van Christus’ van Thomas van Kempen († 1491)

Ik heb vanaf het begin de profeten onderwezen

Luister, mijn kind, naar mijn woorden, naar die allerzoetste woorden, die al de wetenschap van de wijsgeren en wijzen uit deze wereld te boven gaan. Mijn woorden zijn geest en leven (vgl. Joh. 6, 63); zij mogen niet in de menselijke zin verstaan worden.

Zij mogen niet worden misbruikt tot ijdel zelfbehagen, maar moeten in stilte aangehoord en met alle ootmoed en groot verlangen aanvaard worden.

En ik heb gezegd: zalig de man die Gij onderwijst, Heer, en onderricht in uw wet, om hem zijn kwade dagen te verzachten en hem niet ongetroost te laten blijven op aarde (vgl. Ps. 94 (93), 11-12).

Ik – zegt de Heer – heb vanaf het begin de profeten onderwezen en tot op heden houd Ik niet op tot allen te spreken. Velen echter zijn voor mijn stem doof en verhard.

De meesten luisteren liever naar de wereld dan naar God; zij volgen gemakkelijker de begeerlijkheid van hun vlees dan Gods welbehagen.

De wereld belooft tijdelijke, onbeduidende dingen, en zij wordt met grote gretigheid gediend; Ik beloof de hoogste, de eeuwige dingen, en de harten van de mensen blijven traag.

Wie dient en gehoorzaamt Mij in alles met evenveel ijver als de wereld en haar heersers gediend worden?

Schaam u dus, klagerige dienaar, dat die anderen meer blijken klaar te staan voor hun ondergang dan gij voor het leven. Zij verheugen zich meer in het onwerkelijke dan gij in de waarheid. En toch worden zij niet zelden in hun verwachting teleurgesteld, terwijl mijn belofte niemand bedriegt en nooit met lege handen heen laat gaan die op Mij vertrouwt.

Wat Ik beloofd heb, dat geef Ik. Wat Ik gezegd heb, dat doe Ik gestand, als men maar tot het einde trouw in mijn liefde volhardt.

Ik ben de beloner van alle vromen en de sterke vergelder van allen die inwendig leven.

Schrijf mijn woorden in uw hart en overdenk ze zorgvuldig, want op het ogenblik van de beproeving zult ge ze hard nodig hebben. Wat gij nu bij het lezen niet vat, zult gij begrijpen op de dag van mijn bezoek.

Op twee manieren bezoek Ik veelal mijn uitverkorenen: door de beproeving en door de vertroosting. En twee lessen geef Ik hun iedere dag: de ene door hen te wijzen op hun gebreken, de tweede door hen aan te sporen om in deugden toe te nemen.

Wie mijn woorden hoort en ze versmaadt, hij zal zijn rechter krijgen op de jongste dag (vgl. Joh. 12, 48).