Overweging ter voorbereiding van 27-11-2023, maandag in de 34e week door het jaar

Uit de geschriften van de zalige priester Jan van Ruusbroec († 1381)

De kerk is één, katholiek, apostolisch en heilig

Wij moeten geloven dat de heilige Geest een uitvloeiende minne is, die hemel en aarde met alle goed vervuld heeft. En krachtens deze minne is de heilige kerk één en algemeen over geheel de aarde, en wordt zij apostolisch genoemd, want de hoge prins, de heilige Petrus, en de andere apostelen hebben haar gesticht en gegrondvest op een vaste steen, dat is: op Jezus Christus. Hij is onze grondslag en wij zijn allen levende stenen in de tempel van God, zegt de heilige Petrus; dat wil zeggen: zolang als wij de liefde en het christelijk geloof bewaren. En alle gelovigen samen zijn de heilige kerk. Want door de heilige Geest die een band van de minne is, zijn zij allen vergaderd in één geloof, in één doopsel en in één wet van de geboden en van de sacramenten. En daarom zal niemand enig punt dat de heilige kerk algemeen onderhoudt en aanneemt, in twijfel trekken of als onzeker beschouwen, want dan zou hij ongelovig zijn. Waarachtig geloof, door liefde gesierd, is wel de innigste band en de hoogste vreugde die ik nu ken.

De eendrachtige gemeenschap van alle gelovige mensen is heilig; want zij zijn allen gewassen in het bloed van onze Heer Jezus Christus, en zij zijn gezalfd met de genade van de heilige Geest en geheiligd door de inwoning van de heilige Drievuldigheid.

Want zoals één lichaam en één ziel vele ledematen hebben, zo heeft Christus en de heilige kerk vele leden, die allen leven door de heilige Geest. En zoals de mens met één mond al zijn ledematen spijst en voedt, en elk lid ten dienste staat van en leeft voor de naaste, zo ook spijzigt en voedt Christus en elke goede mens door zijn goede werken, al de leden van de heilige kerk.

En bijgevolg: al zijn de werken van elke heilige en van elke goede mens hem eigen en persoonlijk wat eer en loon betreft, zij doordringen ook alle leden van de heilige kerk. Want alle heiligen en alle gelovige mensen zijn één in onze Heer Jezus Christus, en ieder lid is van de ander. Maar Christus is het voornaamste lid van de heilige kerk, want Hij is het hoofd van ons allen en wij zijn zijn ledematen: het hoofd geeft leven aan al zijn leden. En zij die Christus’ Geest en Christus’ leven niet in zich hebben, zijn de zijnen niet, maar zij zijn afgescheurde, dode ledematen.

En daarom leren de apostelen ons verder dat wij in de gemeenschap van de heiligen moeten geloven. Want zoals ik zojuist zei: onze Heer Jezus Christus spijzigt en voedt, met zijn Geest en met zijn leven, de heiligen in de hemel en de zielen in het vagevuur en de goede mensen op aarde, en wel ieder naar zijn staat. Want zij zijn allen samen één heilige kerk en één gemeenschap van de heiligen en één gemeenschap van alle goed.