Overweging ter voorbereiding van 22-04-2024, maandag in de vierde week van Pasen

Uit de geschriften van de priester Walter Smet († 1977)

Herboren om alle dingen nieuw te maken

Wanneer christenen hun solidariteit beleven, worden de levenskrachten die Christus’ lichaam eigen zijn, werkzaam. Wat zijn die krachten? Uit zichzelf kunnen de mensen niet het gemeenschapsideaal bereiken, waarvan zij dromen. In het Oude Testament kondigen de profeten aan dat God in de mensen zijn eigen Geest zal instorten, zodat zij van binnen uit met een nieuw hart aan zijn plannen zullen meewerken. Er zal een tijd komen, voorspelt Joël, waarin Gods Geest niet alleen op de profeten en de leiders zal neerkomen, maar zelfs de kinderen, de dienaars en de dienaressen met profetische kracht zal vervullen (vgl. Joël 3, 1-5).

Wanneer Jezus zijn taak op aarde heeft volbracht, maakt Hij bekend dat zijn Vader de Geest zal sturen. Deze zal Jezus’ volgelingen verder onderrichten en hun altijd bijstand verlenen (vgl. Joh. 14, 16-17, 25-26; 16, 12-15; 17, 4). De komst van de Geest over de apostelen en eerste christenen geschiedt met Pinksteren. Dit is de geboortedag van de kerk en het begin van een nieuw tijdperk, het tijdperk van de heilige Geest. De Geest is de ‘bron die ontspringt tot eeuwig leven’ (vgl. Joh. 4, 14; 7, 38-39). Hij is de levende kracht die alles in de kerk bewerkt, en haar eeuwig en jong houdt. God woont nu in de christenen als in levende tempels (vgl. Ef. 2, 19-22; Joh. 4, 20-24). Hierdoor worden mensen ‘herboren’ tot een nieuw, geestelijk leven (vgl. Joh. 3, 5), een leven uit God. Zij gehoorzamen niet meer in een geest van slavernij, maar in een geest van kindschap, inwendig bewogen door de wet van de liefde die andere wetten overbodig maakt. De vrucht van de Geest is verdraagzaamheid, welwillendheid, vreugde, vrede (vgl. Gal. 5, 22).

De heilige Geest is het beginsel waardoor Christus’ lichaam zich vormt en uitbreidt. Want Hij verenigt alle nieuwe gelovigen met Christus, het hoofd van het lichaam, en tegelijk verenigt Hij hen onderling tot één geheel. Daarom is de bezieling van allen door dezelfde ene Geest Gods de tweede grondslag van de christelijke gemeenschapsbeleving. Christen zijn is wezenlijk: Christus zichtbaar maken in een nieuwe samenlevingsvorm.

Zoals de Geest gezonden wordt om de kerk te vormen, zo worden de christenen uitgezonden om Christus’ werk voort te zetten en ‘alle dingen nieuw te maken’ (vgl. Apok. 21, 5).