Overweging ter voorbereiding van 20-10-2023, vrijdag in de 28e week door het jaar

Uit de geschriften van Ludovicus Blosius, abt van Liessies († 1566)

Stel in God al uw vertrouwen

De goddelijke liefde is nu eenmaal onverenigbaar met de aardse liefde. Daarom zondigt gij tegen de liefde tot God en blijft gij verwijderd van de ware volmaaktheid, in zoverre gij uzelf besmet hebt door de gehechtheid aan vergankelijke dingen. Het is geheel en al onmogelijk dat gij met God zoudt worden verbonden en verenigd, als gij verstrikt blijft in zinnelijke en onzuivere liefde. Want zoveel hinderpalen stelt gij tussen u en God, als er zaken zijn die gij op onvolmaakte wijze bemint of begeert.

Sla uzelf daarom te allen tijde met grote waakzaamheid gade, weersta krachtig aan iedere aardse begeerte en zondige gehechtheid en verdrijf al te zware zorgen en ongeregelde droefheid uit uw gemoed. Let bij al uw werken, woorden, gedachten, oefeningen en handelingen uitsluitend op de eer en de glorie van God. En bovenal: verlang dat ook alle andere mensen God kennen, zoeken en liefhebben. Tenslotte, verlang met geheel uw hart, en span al uw krachten daartoe in, dat uw wil altijd in overeenstemming is met de wil van God. Verzet u nooit en mor nimmer tegen God. Aanvaard nederig uit zijn hand al wat u in dit leven overkomt, op welke wijze dit ook geschiedt of door welk schepsel ook u dit wordt aangedaan, want niets overkomt ons zonder dat God het wil of toelaat.

Omdat God immers zelf goed is op volmaakte wijze, kan Hij niet anders willen dan wat voor u of voor anderen tot heil strekt. Als Hij toelaat dat gij lijdt onder beproeving of vervolging, bekoringen, angst, dorheid of duisternis van de geest, ziekte van het lichaam of waaronder ook, wees ervan overtuigd dat Hij dit doet uit zuivere liefde voor het heil van uw ziel. Verdraag daarom alle tegenspoed en inwendig zowel als uitwendig lijden met zachtmoedige, geduldige en rustige zelfverloochening omwille van Hem door wiens heilige wil en beschikking het u overkomt. Alles geeft Hij ons in zijn grote liefde, en door al deze dingen verlangt Hij ons heil te bevorderen, Hij die zelfs uit het kwaad van straf en schuld een goed weet te verwekken dat groter is dan het kwaad zelf.

Houd uzelf in ongeschokt geloof voor dat de Heer uw God u meer bemint dan gij uzelf liefhebt, en een grotere zorg voor u draagt dan gij hebt of zoudt kunnen hebben. Stel in Hem al uw vertrouwen: verlaat u zonder enige aarzeling geheel op zijn goddelijke voorzienigheid, en geef Hem al uw zorgen in handen. Want hoe geruster gij uzelf en al het uwe in lofwaardig vertrouwen aan Hem overgeeft, des te sneller zal Hij u te hulp komen, wanneer dat maar nodig is.