Overweging ter voorbereiding van 19-10-2023, donderdag in de 28e week door het jaar

Uit de geschriften van Ludovicus Blosius, abt van Liessies († 1566)

Blijf slechts steunen op de goedheid van de Heer

Als gij in korte tijd tot de kennis van de waarheid, tot de rust van de ziel en tot de hoogste volmaaktheid wilt komen, moet gij van goede wil zijn, en is het bovendien nodig dat niets u méér ter harte gaat dan aan God, uw allerzoetste Schepper en weldoener, te behagen. Gij moet daartoe trachten de wil van de Heer door onvermoeide ijver te leren kennen en te volbrengen.

Bouw u daarom, door de overweging van uw geest, een woning die uitsluitend is opgetrokken uit de bouwstof van de goddelijke wil. Trek u daarin terug, zodat gij bij alles wat u invalt om te doen of na te laten, bedenken zult dat gij omgeven wordt door de wil van God waarnaar gij altijd moet leven. Dan zult gij niets meer willen zien, horen of proeven, niets met uw zintuigen willen ervaren, nergens heen willen gaan, niets willen doen, zeggen, denken of verlangen dan datgene waarvan gij weet dat het God aangenaam is. Verzaak omwille van de eer en de liefde van God aan uw eigen ongeregelde wil; versterf uw boze hartstochten en neigingen; dood in uzelf alle eigenzinnigheid en verkeerde eigenliefde. Hoe meer gij aan uzelf en aan uw zondige neigingen zult afsterven, des te meer zult gij leven in God; en hoe ijveriger gij het uwe zult uitdrijven, des te overvloediger zult gij ontvangen wat van God is, namelijk Gods allerheiligste genade, ja God zelf. Verlaat daarom en ontvlucht naar best vermogen datgene waarvan gij weet dat het God mishaagt en strijdig is met zijn heilige wil, zoals hoogmoed, ijdele roem, haat tegen de naaste en andere dergelijke zonden en fouten.

Bemin de Heer uw God met geheel uw hart, met geheel uw ziel en met al uw krachten, volgens de genade die u door Hem is geschonken. Bemin ook uw naaste – dit is: alle mensen die hier leven – met zeer oprechte liefde, door u zachtmoedig en welwillend jegens hem te gedragen, door altijd voor hem klaar te staan en door ervoor te zorgen dat gij hem niet in het minste verwondt of beledigt. Slechts deze twee dingen vraagt God van u, en wel met de grootste aandrang. Het zal duidelijk zijn dat gij God werkelijk liefhebt, als gij geen aardse dingen, zelfs niet uzelf, ongeordend bemint, als gij aan niets vergankelijks en aan geen enkel sterfelijk schepsel op zondige wijze zijt gehecht; als gij in alles wat gij doet of nalaat, alleen de lof en de glorie van God zoekt; als gij uw eigen wil met ijver aan de wil van God onderwerpt, alle tegenspoed nederig uit de hand van de Heer aanvaardt, en ze om zijnentwil gelijkmoedig ten einde toe verdraagt; als ge slechts blijft steunen op de goedheid van de Heer, uw God. Ontledig uzelf en zuiver daarom uw wil naar best vermogen van alle aardse en zinnelijke gehechtheid, zodat gij noch uzelf noch enig ander schepsel in dit leven liefhebt, tenzij God, en omwille van God. Maar heb God lief omwille van Hemzelf.