Overweging ter voorbereiding van 14-10-2023, zaterdag in de 27e week door het jaar

Uit de pastorale constitutie over de kerk in de wereld van deze tijd van het Tweede Vaticaans Concilie

De voorafschaduwing van de nieuwe wereld

Het tijdstip van de voleinding van de aarde en de mensheid is ons niet bekend, en evenmin weten wij op welke wijze de omvorming van de gehele schepping zal plaatshebben. Misvormd door de zonde, gaat de wereld die wij zien, voorbij, maar de Schrift leert ons dat God een nieuwe woonplaats en een nieuwe aarde bereidt waar gerechtigheid zal heersen en waar het geluk zo groot zal zijn dat het alle verlangens naar vrede die in het mensenhart opkomen, zal vervullen en te boven gaan. Dan zal de dood overwonnen zijn en zullen Gods kinderen in Christus verrijzen. Dan zal wat gezaaid is in zwakte en vergankelijkheid, met onvergankelijkheid worden bekleed. De liefde en haar werken zullen blijven en heel deze schepping die omwille van de mens door God tot stand is gebracht, zal uit de slavernij van de vergankelijkheid worden verlost.

Ons geldt de vermaning dat het volstrekt geen nut heeft voor een mens heel de wereld te winnen, als hij hierdoor zichzelf ondergang en dood berokkent. Toch mag de verwachting van een nieuwe aarde de zorg voor het werken aan deze aarde niet verzwakken. Veeleer moet die verwachting deze zorg bevorderen: op de huidige aarde groeit immers de gestalte van de nieuwe mensheid als een zekere voorafschaduwing van de nieuwe wereld. Al moet de aardse vooruitgang duidelijk onderscheiden worden van de groei van Christus’ rijk, toch is juist daarom deze vooruitgang van groot belang voor het rijk van God, in zover hij kan bijdragen tot een betere inrichting van de menselijke samenleving.

Het grote goed van de menselijke waardigheid, van onze gemeenschap als broeders en zusters, en van de vrijheid, al deze goede vruchten van onze eigen aard en werkzaamheid, die wij in de Geest van de Heer en volgens zijn opdracht over de aarde verbreiden, zullen wij later terugvinden. Maar dan zullen zij gezuiverd zijn van elke smet, stralend en van gedaante veranderd, wanneer Christus aan zijn Vader een eeuwigdurend en alomvattend rijk zal overdragen: ‘een rijk van waarheid en leven, een rijk van heiligheid en genade, een rijk van gerechtigheid, liefde en vrede’. Op deze aarde is dit rijk al op geheimvolle wijze aanwezig, maar bij de komst van de Heer zal het zijn voltooiing vinden.