Overweging ter voorbereiding van 12-12-2023, dinsdag in de tweede week van de advent

Uit de dogmatische constitutie over de kerk van het Tweede Vaticaans Concilie

De kerk is krachtens haar aard betrokken op de eindtijd

In Christus Jezus worden wij allen geroepen tot de kerk, waarin wij door de genade van God tot heiligheid kunnen komen. Maar deze kerk zal slechts voltooid worden in de hemelse heerlijkheid, wanneer de tijd van herstel van alle dingen is gekomen. Dan zal ook de hele wereld, die nauw met de mens verbonden is en door hem haar einddoel bereikt, samen met de mensheid op volmaakte wijze in Christus worden hersteld.

Toen Christus van de aarde was omhooggeheven, heeft Hij allen tot zich getrokken. Na zijn verrijzenis uit de doden heeft Hij zijn levenwekkende Geest over zijn leerlingen gezonden en door Hem zijn lichaam, de kerk, tot alomvattend sacrament van heil gemaakt. Gezeten aan de rechterhand van de Vader werkt Hij zonder ophouden in de wereld om de mensen tot zijn kerk te brengen. Door haar wil Hij hen innig met zich verbinden en door hen te voeden met zijn eigen lichaam en bloed wil Hij hen deelachtig maken aan zijn verheerlijkt leven.

Het herstel dat ons beloofd is en dat wij verwachten, is dus in Christus reeds begonnen, het is voortgezet door de zending van de heilige Geest en gaat door Hem verder in de kerk. Door het geloof onderricht de kerk ons ook omtrent de zin van ons aardse bestaan, terwijl wij de taak, die de Vader ons in de wereld heeft opgedragen, met de hoop op de toekomstige goederen volbrengen en aldus werk maken van ons heil.

Het einde van de tijden is dus al tot ons gekomen. De vernieuwing van de wereld is onherroepelijk bepaald en vindt op zekere wijze reeds in deze tijd werkelijk plaats. Immers reeds op aarde wordt de kerk gekenmerkt door een waarachtige, zij het nog onvolmaakte heiligheid.

Maar in afwachting van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, waar gerechtigheid zal wonen, draagt de kerk op haar pelgrimstocht, in haar sacramenten en instellingen die tot deze tijd behoren, het beeld van deze voorbijgaande wereld. Zelf verblijft zij te midden van de schepselen die tot nu toe zuchten en in barensweeën verkeren, en de openbaring van de kinderen Gods verwachten.