Overweging ter voorbereiding van 03-11-2023, vrijdag in de 30e week door het jaar

Uit een preek van de heilige paus Leo de Grote († 461) over de zaligsprekingen

Zij die uw wet liefhebben, leven in vrede.

Terecht wordt het geluk van de Godsaanschouwing beloofd aan de zuiveren van hart. Troebele ogen kunnen immers de glans van het ware licht niet zien: wat een vreugde is voor zuiveren van hart, is voor onreinen een pijn. Laat dus het duister van de aardse ijdelheden wijken en reinig het innerlijk oog van het vuil van de zonde; dan zult ge eens met heldere blik kunnen genieten van die hoge Godsaanschouwing.

Hoe wij dit kunnen verdienen, leert ons duidelijk de volgende zaligspreking: ‘Zalig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden’ (Mt. 5, 9). Dit geluk, geliefden, is verbonden niet aan elke vorm van overeenstemming of eendracht, maar aan die vrede waarvan de Apostel zegt: leeft in vrede met God (vgl. Rom. 5, 1), en de profeet: ‘Zij die uw wet liefhebben, leven in vrede; zij struikelen niet op hun weg’ (Ps. 119 (118), 165).

Op deze vrede kan zelfs niet echt aanspraak worden gemaakt door nauwe vriendschapsbanden en volmaakte eensgezindheid, als die niet met de wil van God overeenkomen. Deze vrede wordt niet verdiend door gelijkheid in slechte begeerten, misdadige verbintenissen en heilloze samenzweringen. Liefde tot de wereld gaat niet samen met liefde tot God, en wie zich niet losmaakt van hen die leven naar het vlees, kan niet behoren tot de gemeenschap van Gods kinderen. Maar die in de geest altijd met God zijn en zich beijveren de eenheid van de Geest te behouden door de band van de vrede (vgl. Ef. 4, 3), handelen nooit in strijd met Gods eeuwige wet. Hun gebed luidt immers: ‘Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel’ (Mt. 6, 10).

Zij zijn vredebrengers, zij zijn in de goede zin eendrachtig, zij zijn eensgezind op onberispelijke wijze, zij verdienen voor eeuwig de naam van kinderen van God, erfgenamen, samen met Christus (vgl. Rom. 8, 17). Door hun liefde tot God en tot de naaste bereiken zij namelijk dat zij ongevoelig worden voor tegenslag en geen hindernis vrezen. Maar na alle beproevingen en strijd mogen zij rusten in Gods veilige vrede, door onze Heer die met de Vader en de heilige Geest leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen. Amen.