Overweging ter voorbereiding van 03-10-2023, Haarlem: H. Bavo

Uit een homilie van de heilige paus Gregorius de Grote († 604) over het evangelie

In de wereld, maar niet van de wereld

Ik zou u willen aansporen om alles prijs te geven, maar ik durf het niet. Als gij dus niet in staat zijt alle dingen van de wereld prijs te geven, behoudt ze dan in ieder geval zó dat gij niet door dingen van deze wereld vastgehouden wordt. Aardse goederen kunnen uw bezit zijn, maar zij mogen geen bezit van u nemen. Uw geest moet heer en meester blijven over uw bezit. Want anders, als uw geest in de ban is van aardse goederen, zijn deze veeleer heer en meester over uw geest.

Weet dus de tijdelijke goederen te gebruiken en uw verlangen op het eeuwige te richten. Laat het tijdelijke voor onderweg zijn, maar verlang de eeuwige goederen te ontvangen bij uw aankomst. Alles wat er in deze wereld omgaat, moeten wij als het ware vanuit onze ooghoeken zien. Maar met de ogen van onze geest moeten wij recht vooruit kijken, de blik geheel gericht op ons einddoel.

Het kwaad in ons moeten wij met wortel en tak uitroeien, niet alleen uit ons doen en laten maar ook uit onze gedachten en verlangens. Geen begeerlijkheid van het vlees, geen begeerte der ogen, geen laaiende eerzucht (vgl. 1 Joh. 2, 16) mogen ons afhouden van de maaltijd die ons bij de Heer wacht. Zelfs aan eerbare zaken, waarmee wij in de wereld bezig zijn, moeten wij bij wijze van spreken slechts terloops aandacht schenken. Aldus bereiken wij dat het aangename zo dienstbaar is aan ons lichaam dat het geen belemmering vormt voor ons hart.

Wij durven u niet zeggen dat gij alles moet prijsgeven. Maar als gij wilt, kunt gij alles prijsgeven en toch alles behouden: als gij namelijk zo omgaat met het tijdelijke, dat gij met heel uw geest bedacht zijt op het eeuwige (vgl. Kol. 3, 1). Want wie met het aardse wil omgaan zonder erin op te gaan, moet al wat uitwendig noodzakelijk is in dienst stellen van zijn leven, zonder toe te laten dat dit zijn geest overheerst. Zo zijn de dingen van buiten aan u onderworpen om u te dienen en kunnen zij nooit inbreuk maken op de aandacht van de geest die naar het hogere streeft. Voor zulke mensen zijn alle aardse goederen geen einddoel om naar te verlangen, maar middelen om te gebruiken. Niets mag er dus zijn dat uw geest in zijn verlangen belemmert, geen aards genot mag u aan deze wereld binden.

Als het waar is dat het goede wordt bemind, laat dan uw geest genoegen scheppen in de beste, dat wil zeggen: hemelse goederen. Als het waar is dat het kwade wordt gevreesd, denk dan aan het kwaad van de eeuwige straf Aldus zal de beschouwing van wat men het meest bemint en het meest vreest, leiden tot onthechting aan dit aardse.

Om dit te kunnen doen, bezitten wij een Middelaar tussen God en de mensen, die ons helpt. Door zijn tussenkomst zullen wij alles spoedig verkrijgen, als wij maar een oprechte, vurige liefde hebben tot Hem die met de Vader en de heilige Geest leeft en heerst, God, in de eeuwen der eeuwen. Amen.