Overweging ter voorbereiding van 01-02-2024, donderdag in de 4e week door het jaar

Uit de preken van de zalige Guerric, abt van Igny († 1157)

Van de dagen van Johannes de Doper tot nu breekt het rijk der hemelen zich met geweld baan en geweldenaars maken het buit (Mt. 11, 12).

Heeft de aartsvader Jakob, de koene vechter, God geen geweld aangedaan? Volgens de Schrift toonde hij zich sterk tegenover God en behaalde hij de overwinning (vgl. Gen. 32, 23-27). Hij worstelde met God tot het morgenrood rees en hij hield Hem onwrikbaar vast, hoewel God vroeg Hem te laten gaan. ‘Ik laat U niet gaan,’ antwoordde Jakob, ‘wanneer Gij mij niet zegent’ (Gen. 23, 27). Ik beweer dat Jakob met God zelf heeft geworsteld, want de engel met wie hij vocht, was in feite God zelf. Anders had die engel niet gezegd: ‘Waarom vraagt ge naar mijn naam, want die is wonderbaar?’ (vgl. Gen. 32, 30). Anders had Jakob niet gezegd: ‘Ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht’ (Gen. 32, 31). En heeft de Heer door de profeet Hosea niet van Jakob gezegd: ‘In Betel ontmoette hij God, en daar sprak God met hem’ (Hos. 12, 5). Lofwaardig was het geweld waarmee hij deze zegening afdwong. Welk een heerlijke worsteling waarin God door de mens werd overwonnen. Na die overwinning schonk God aan de overwinnaar zijn zegen en gunde hem de eer van een nieuwe en geheiligde naam: Israël.

Welnu, geliefden, gij die het plan hebt opgevat om de hemel te roven en die hier zijt samengekomen om te vechten met de engel die de toegang bewaakt tot de boom des levens, wij sporen u aan en wij zeggen met nadruk: het is absoluut nodig dat gij standvastig blijft vechten zonder te verpozen, tot gij helemaal dood zijt voor alle zondige verlangens. Maar menselijke ascese zal dit nooit bereiken, tenzij Gods kracht u raakt en zegent. God nu geeft slechts zijn zegen, als Hij uw standvastigheid op de proef heeft gesteld en zij blijkt stand te houden voor Hem.

Hoe listig is Gods goedheid die zich voor u achter deze strenge houding verbergt. Met welk een grote liefde worstelt de barmhartige God met hen, voor wie Hij in feite strijdt. Want ‘dit was uw heimelijke bedoeling, dat weet ik nu’ (Job 10, 13), omdat Gij liefhebt die U liefhebben, en ‘groot zijn uw weldaden die Gij verbergt voor hen die U vrezen’ (vgl. Ps. 31 (30), 20). Geef nooit toe aan wanhoop, maar blijf standvastig, gelukkige ziel, die begonnen zijt met God te worstelen. Hij verlangt dat gij Hem geweld aandoet; Hij wil door u overwonnen worden. Zelfs als Hij in zijn toorn zijn arm strekt om u te treffen, zoekt God tot zijn eigen verheerlijking in feite een mens die Hem wil weerstaan.