Overweging ter voorbereiding van 05-08-2023, zaterdag in de 17e week door het jaar

Overweging ter voorbereiding van 05-08-2023, zaterdag in de 17e week door het jaar

Uit een preek van de zalige Aelred, abt van Rievaulx († 1167)

Er trad een mens op, een gezondene van God

In het Oude Verbond geldt de profeet Elia als voorbeeld van het leven in de eenzaamheid, en in het nieuwe Verbond is er degene die kwam in de kracht en de geest van Elia, de heilige Johannes de Doper.

We kunnen evengoed zeggen dat Johannes kwam in de geest en de kracht van de vroegere Elia, als dat Elia kwam in de geest en de kracht van de latere Johannes. Wat dus naar de letter over Elia staat te lezen, moeten we naar de geest verstaan over Johannes.

Jullie weten echter, broeders en zusters, dat Elia in een tijd van dreigende hongersnood optrad om het woord te richten tot Achab. De Schrift zegt het als volgt: ‘In die dagen zei Elia uit Tisbi in Gilead tot Achab’ (1Kon. 17, 1). De Schrift zegt niets over de afkomst van Elia, over zijn levenswandel, over zijn geestelijke roeping. Plotseling en als het ware onvoorbereid laat zij hem optreden, als kwam hij niet uit een mens of door een mens ter wereld. Het is net alsof voor deze Elia het schriftwoord klinkt: ‘Er trad een mens op, een gezondene van God; zijn naam was Johannes’ (Joh. 1, 6). En wanneer trad hij op? Juist toen Achab regeerde met zijn goddeloze vrouw Izebel. Onder hun regering heerste er terecht hongersnood in het land, de regen werd tegengehouden, er viel geen dauw neer, en alles verdorde. Want er kan geen genade wonen bij wie door hoogmoed zijn bezeten en zich met wellust voeden. Daarom sprak Elia: ‘Zowaar de Heer leeft in wiens dienst ik sta: er zal in de volgende jaren geen dauw of regen komen tenzij op mijn woord’ (1 Kon. 17, 1).

Jullie weten ook, goede vrienden, dat vlak voor de komst van de Verlosser eenzelfde hoogmoed en wellust regeerden, in die mate dat niemand nog vrij scheen van ziekelijke heerszucht, en haast iedereen besmet was door de kwaal van de wellust. Terecht brak er toen een hongersnood uit, het brood werd schaars en er was zelfs geen water meer. Wanneer was dat? Juist toen deze Elia van ons, Johannes, verscheen. Want de wet en de profeten gaan tot aan Johannes. De wet is het brood, de leer van de profeten is het water. Tot aan Johannes werd de oude wet onderhouden en werd er naar de leer van de profeten geluisterd. Maar toen kwam er honger en dorst, geen honger naar brood of dorst naar water, maar naar het woord van God.

Elia vluchtte weg van Achab, en ook Johannes ging ver op de vlucht en leefde in de eenzaamheid, zoals de evangelist het zegt: ‘Hij verbleef in de woestijn tot de dag waarop hij zich aan Israël in het openbaar vertoonde’ (Lc. 1, 80). Dat was trouwens terecht. Want een profeet die aangesteld zou worden over volkeren en koninkrijken om het kwaad uit te rukken en te verdelgen, om daarna te planten en op te bouwen, door wie koningen berispt zouden worden en de profeten van Baäl gedood, door wie dauw en regen zouden neerdalen over het aanschijn van de aarde, die moest zich eerst in de afzondering terugtrekken en zich geestelijke inzichten eigen maken.