Overweging ter voorbereiding van 29-07-2023, HH. Marta, Maria en Lazarus

Overweging ter voorbereiding van 29-07-2023, HH. Marta, Maria en Lazarus

Uit de preken van de heilige Bernardus, abt (Sermo 3 bij de Tenhemelopneming van de heilige maagd Maria, 4.5: PL 183, 423.424)

In ons huis kent de ordening van de liefde drie bedieningen

Laten wij nu eens nagaan, broeders, hoe de liefde in dit huis van ons verdeeld is in deze drie vormen: Marta’s leiding, Maria’s bezinning, Lazarus’ boetedoening. Elke volmaakte ziel heeft ze tegelijk; maar de afzonderlijke vormen schijnen meer tot de een of andere persoon te behoren: sommigen maken zich vrij voor de heilige contemplatie, anderen wijden zich toe aan bestuur ten dienste van de broeders, anderen ten slotte overdenken in de bitterheid van hun ziel hun voorbije jaren, zoals gewonde mensen die in graven slapen. Zo is het duidelijk, zo is het noodzakelijk dat Maria met vrome en verheven gevoelens denkt aan haar God; dat Marta met welwillendheid en barmhartigheid aan haar naaste denkt; dat Lazarus met droefheid en ootmoed aan zichzelf denkt.

Marta, Maria en Lazarus na Lazarus’ opstanding

Laat ieder zijn eigen staat overwegen. Als in dat land deze drie mannen zouden wonen: Noach, Daniël en Job, dan zou hun gerechtigheid slechts henzelf redden, luidt de godsspraak van de Heer: ze zouden hun eigen zonen en dochters niet eens kunnen redden. Wij vleien niemand en laat niemand van u zichzelf misleiden: degenen aan wie geen ambt of bestuurstaak is toevertrouwd, dienen zeker te blijven zitten, ofwel aan de voeten van Jezus met Maria, of in elk geval met Lazarus in de grafruimte.

Marta is terecht bezorgd over allerlei zaken, aangezien zij zorg heeft voor vele mensen. Maar gij broeder, voor wie dat niet nodig is, hoeft maar over één van twee bekommerd te zijn: ofwel in het geheel niet bezorgd te zijn maar u meer te verheugen in de Heer, ofwel, als ge dat nog niet kunt, u geen zorgen maken over heel veel dingen, maar over uzelf, zoals de profeet spreekt over zichzelf.

Maar ook Marta moet vermaand worden: wat bovenal van rentmeesters verwacht wordt, is dat ieder getrouw bevonden wordt. Trouw zal hij zijn, mits hij niet zijn eigen belang maar dat van Jezus Christus nastreeft: zo zal zijn intentie zuiver zijn, mits hij niet zijn eigen wil doet maar die van Christus: dan is zijn handelen juist geordend. Want er zijn er, van wie het oog niet zuiver is; zij ontvangen hun loon. Er zijn er ook die zich laten meeslepen door hun eigen gemoedsbewegingen: alles wat zij aanbieden wordt erdoor verontreinigd, omdat alleen hun eigen wil daarin te vinden is.

Lees nu met mij het bruiloftslied en laten we overwegen, hoe de bruidegom, wanneer hij de bruid roept, geen van dit drietal vergeten is, noch er iets anders aan toegevoegd heeft: Sta op, zegt hij, haast u, mijn vriendin, mijn schoonste, mijn duif; kom toch. Is zij niet zijn vriendin, die de belangen van de Heer behartigt en getrouw ook haar leven voor Hem geeft? Want telkens wanneer zij haar geestelijke zoektocht onderbreekt ten gunste van een van de geringsten van Hem, geeft zij haar leven geestelijk voor Hem. En is zij soms niet zijn schoonste, die met onverhuld gelaat de heerlijkheid van de Heer aanschouwt en in datzelfde beeld wordt veranderd, van helderheid tot helderheid, als onder de verlichting van de Geest des Heren? Of is zij niet zijn duif, die jammert en zucht in de holten van de rots, in de spleten van de muur, alsof zij onder een grafsteen ligt?