Ter voorbereiding van de viering van de zaterdag

Ter voorbereiding van de viering van de zaterdag

Uit een preek van John Henry kardinaal Newman († 1890)

Waakzaam uitzien naar de komst van Christus

Het woord ‘waken’, dat eerst door de Heer, vervolgens door de geliefde leerling en daarna door de twee grote apostelen Petrus en Paulus werd gebruikt, is, zo meen ik, een opmerkelijk woord. Opmerkelijk, omdat het idee niet zo voor de hand ligt als op het eerste gezicht zou lijken, en vervolgens omdat zij het allen zo inprenten. Wij moeten niet zo maar geloven, maar waken; niet zo maar beminnen, maar waken; niet zo maar gehoorzamen, maar waken. Wakend uitzien, waarnaar? Naar die grote gebeurtenis, de komst van Christus. Wat is dan dat waakzaam uitzien?

Ik meen dat het als volgt verduidelijkt kan worden. Kent u in het gewone leven het gevoel dat u op een vriend zit te wachten, dat u verwacht dat hij komt en dat hij op zich laat wachten? Weet u wat het betekent zich in minder prettig gezelschap te bevinden en alleen maar te wensen dat de tijd snel voorbijgaat en het uur slaat dat men weer zijn eigen gang kan gaan? Weet u wat het betekent benauwd te zijn dat iets gaat gebeuren wat misschien kan gebeuren of misschien ook niet; of in spanning te zitten om een of andere belangrijke gebeurtenis, die u hartkloppingen bezorgt als u eraan herinnerd wordt en waaraan u ’s morgens het eerst denkt? Weet u wat het betekent een vriend te hebben in een ver land, nieuws van hem te verwachten en u dagelijks af te vragen wat hij op dat moment doet en of het hem goed gaat? Weet u wat het betekent zo vol te zijn van iemand die dicht bij u is dat uw ogen de zijne volgen, dat u zijn diepste innerlijk doorziet, dat u alle veranderingen die erin plaatsvinden, opmerkt, dat u zijn wensen voorkomt, dat u lacht als hij lacht en bedroefd bent als hij bedroefd is, dat u neerslachtig bent als u hem ziet tobben en blij als het hem goed gaat? Waakzaam uitzien naar Christus is een gevoel zoals al deze gevoelens, voor zover gevoelens van deze wereld een beeld kunnen geven van die van een andere wereld.

Wie waakzaam uitziet naar Christus, is fijngevoelig, vurig en bezorgd van geest; hij is wakker, alert, opmerkzaam, vol ijver om Hem te zoeken en te eren. In alles probeert hij Hem te ontdekken, wat er ook gebeurt, en hij zou niet verrast of al te opgewonden of van zijn stuk gebracht zijn, als hij merkte dat Christus onmiddellijk kwam.

En wie met Christus waakt, ziet vooruit naar de toekomst, maar ook terug op het verleden en besteedt niet zoveel aandacht aan wat zijn Verlosser voor hem verworven heeft dat hij vergeet wat deze voor hem heeft geleden. Wie met Christus waakt, herdenkt en vernieuwt in zijn eigen persoon het kruis en de doodsstrijd van Christus en neemt gaarne de mantel van smarten op zich die Christus hier droeg en achterliet toen Hij ten hemel opsteeg. Vandaar dat de gewijde schrijvers, telkens als zij in hun brieven hun verlangen naar zijn tweede komst tot uitdrukking brengen, ook aan zijn eerste komst herinneren en in zijn verrijzenis nooit zijn kruisiging uit het oog verliezen. Wanneer bijvoorbeeld de heilige Paulus de Romeinen eraan herinnert dat zij ‘wachten op de verlossing van het lichaam’ (Rom. 8, 23) op de laatste dag, dan zegt hij toch ook: ‘Wij delen in zijn lijden om ook te delen in zijn verheerlijking’ (Rom. 8, 17). Als de Apostel tot de Korintiërs spreekt over ‘vol verwachting uitzien naar de komst van onze Heer Jezus Christus’ (vgl. 1 Kor. 1, 7), spreekt hij ook over het ‘altijd meedragen van het sterven van Jezus in ons lichaam, want ook het leven van Jezus moet in ons lichaam openbaar worden’ (2 Kor. 4, 10).

Dit is dus ‘waakzaam uitzien’: onthecht zijn aan wat nu aanwezig is en leven in het ongeziene; leven met de gedachte aan Christus zoals Hij eens gekomen is en zoals Hij zal weerkomen; vanuit onze tedere en dankbare herinnering aan zijn eerste komst verlangen naar zijn tweede komst.