Ter voorbereiding van de viering van de vrijdag

Ter voorbereiding van de viering van de vrijdag

Uit de brief van de heilige paus Clemens I († 101) aan de Korintiërs

Volgen wij de weg van de waarheid

Bekleden wij ons met eensgezindheid, in nederigheid en onthouding, ons verre houdend van laster en kwaadsprekerij, ons rechtvaardigend door werken en niet met woorden. Er wordt immers gezegd: ‘Een veelprater moet een antwoord krijgen; anders denkt hij nog gelijk te hebben’ (Job 11, 2).

Daarom is het nodig dat wij ijverig zijn om het goede te doen; want alles komt van God. Hij zegt immers tot ons: ‘Zie, hier komt de Heer, zijn loon draagt Hij mee, om iedereen te vergelden naar zijn werk’ (Jes. 62, 11). Hij zegt dan ook tot ons die uit heel ons hart op Hem vertrouwen, dat wij niet traag of nalatig moeten zijn ‘in elk goed werk’ (vgl. Tit. 3, 1). Stellen wij onze roem en ons vertrouwen in Hem; onderwerpen wij ons aan zijn wil; zien wij naar heel de menigte van zijn engelen, zoals zij voor Hem staan en zijn wil vervullen. De Schrift zegt immers: ‘Duizend maal duizenden dienden Hem en tienduizend maal tienduizenden stonden voor Hem en riepen uit: heilig, heilig, heilig is de Heer van de legerscharen, heel de schepping is vol van zijn heerlijkheid’ (Dan. 7, 10; Jes. 6, 3).

Laten wij dan ook, eensgezind en met een zuiver geweten, als uit één mond met aandrang tot Hem roepen om deelachtig te worden aan zijn grote en heerlijke beloften. Want Hij zegt: ‘Geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en geen mens kan zich voorstellen wat Hij bereid heeft voor die Hem liefhebben’ (1 Kor. 2, 9).

Geliefden, hoe zalig en wondervol zijn de gaven van God: leven in onsterfelijkheid, glans en gerechtigheid, waarheid in vrijmoedigheid, geloof in vertrouwen, zelfbeheersing in heiligheid; dat alles valt onder het bereik van ons verstand. Wat is het dan dat bereid is ‘voor hen die op Hem hopen?’ (Jes. 64, 3). De Schepper en Vader der eeuwen, de Heilige zelf, weet hoeveel en hoe schoon dat is.

Laten wij er dan met inspanning naar streven tot het getal te behoren van hen die op Hem hopen, om deelachtig te worden aan de beloofde gaven. Maar hoe moet dat gebeuren, geliefden? Als onze geest in geloof gericht is op God, als wij nastreven wat Hem aangenaam en welgevallig is, als wij volbrengen wat overeenkomt met zijn heilige wil en de weg van de waarheid volgen door alle ongerechtigheid ver van ons af te werpen.