Overweging ter voorbereiding van 31-08-2022, woensdag in de 22e week door het jaar

Overweging ter voorbereiding van 31-08-2022, woensdag in de 22e week door het jaar

Uit de brief van de diaken Geert Groote († 1384) over het geduld

De drievoudige steun van de heilige Schrift in beproevingen

Zoals gij weet, verstaan wij onder oorlog een lang durende strijd, maar met de term gevecht geven wij de afzonderlijke aanvallen aan. Welnu, het is de bedoeling van de Allerhoogste dat wij in de afzonderlijke beproevingen onze handen, dat wil zeggen: onze vingers, ofwel de verschillende overwegingen van ons verstand, gereedhouden voor de voortdurende strijd.

De veelvuldige lezing en overweging van de heilige Schrift betekent in drievoudig opzicht een steun voor degenen die beproefd worden: zij verdrijft namelijk de neerslachtigheid, zij leert hun hoe zij moeten strijden en zij belooft hun de kroon van de overwinning. Want hoewel de door God ingegeven Schrift niet rechtstreeks de strijd leert, geeft zij toch sterkte aan het hart en door de overweging van de hemelse dingen wordt de geest verhelderd, verlicht en verblijd. Dat is het goddelijk gevolg en het hemels loon van de lezing van de Schrift, zoals zij dat was voor Augustinus, toen deze zo bedroefd was over de dood van zijn moeder. Ook ik beken dat zij voor mij een dagelijkse troost is.

Want aan mensen die bedroefd zijn, moet de eenzaamheid in ledigheid of de ledigheid op zichzelf ten sterkste ontraden worden, omdat dan de voorstellingen van neerslachtigheid de overhand krijgen. Vandaar dat voor eenzame of droefgeestige mensen, voor mensen die beproefd worden, voor wankelmoedigen en neerslachtigen iedere bezigheid, vooral evenwel de lezing van de heilige Schrift, een verlichting betekent en een uitkomst, zoals uit vele voorbeelden blijkt.

Voor degenen echter die veel last van hoofdpijn hebben, is handenarbeid, gepaard met een niet al te zware meditatie, meer aan te bevelen dan langdurige lezing. Maar meer in het bijzonder worden wij door de Schrift gesterkt en geholpen, als deze ons niet alleen verblijdt, maar ons ook het wezen en het doel van de levens strijd leert kennen en ons doet hongeren naar de overwinning en ons de beloning in het vooruitzicht stelt. ‘Want – aldus de Apostel – alles wat eertijds is opgeschreven, werd opgetekend tot onze lering, opdat wij door de volharding en de vertroosting die wij putten uit de Schrift in hoop zouden leven’ (Rom. 15, 4). Dikwijls moeten wij ons die plaatsen uit de Schrift voor de geest halen en overwegen, die ons verlichting kunnen geven in het ogenblikkelijke lijden of die in ons het verlangen opwekken naar de toekomstige beloning, zoals deze: ‘dat het lijden van deze tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid waarvan ons de openbaring te wachten staat’ (Rom. 8, 18). ‘De lichte kwelling van een ogenblik bezorgt ons een alles overtreffende, altijddurende volheid van glorie. Wij houden het oog gericht, niet op het zichtbare’ – namelijk de beproevingen – ‘maar op het onzichtbare’, dat ons is toegezegd (2 Kor. 4, 17-18).

Zo zijn er veel schriftuurplaatsen, waarvan de overweging heel nuttig is in tijden dat de zondaar zich tegen ons verheft en wij met stomheid geslagen terneerliggen en ophouden het goede te doen en onze droefheid vernieuwd wordt.