8 mei: Heilige Wiro, Plechelmus en Otger

Heel lang geleden leefde er in Ierland een priester. Het is al meer dan duizend jaar geleden. Die priester heette Wiro. Wiro zorg- de heel goed voor de mensen. Wiro wilde altijd al graag priester worden want hij hield heel veel van God. Ook toen hij nog een kleine jongen was, ging hij al graag naar de kerk. Ook bad hij elke dag. Dat bleef Wiro ook doen, toen hij priester geworden was. Hij bad heel veel. Als de mensen op het land aan het werken waren, ging Wiro naar de kerk. Of hij ging naar het bos. Of hij zat onder een dikke boom midden in het dorp. Hij zat daar niet te slapen ofte luieren. Wiro bad dan voor de mensen. Of hij las uit een dik boek. Altijd weer las hij uit dat boek. Wat zou daar toch in staan? Op een dag liet hij het boek liggen. Toen keken de mensen stiekem, wat er toch in dat boek stond. Ze zagen dat het een geschie- denis was over heilige mannen. Het ging over de mannen die in Ierland het geloof waren komen brengen. Daarin las Wiro dus zo vaak. De mensen dachten wel eens, dat Wiro op deze heilige mannen leek. Maar daar wilde Wiro niets over horen.

Wiro had een heel grote wens. Hij wilde zo graag eens naar Rome. Daar wilde hij gaan bidden op het graf van de apostelen. En hij wilde zo graag de paus eer gaan brengen. Die ene wens kwam maar nooit uit. Het lukte Wiro niet om naar Rome te gaan.

Toen gebeurde er iets. De bisschop van die streek ging dood. In die tijd was het de gewoonte, dat de mensen dan bij elkaar kwamen. Toen ze de bisschop hadden begra- ven, kozen ze een nieuwe bisschop. En wie denkje dat de mensen hadden uitgekozen? Je hebt het al geraden. Het was Wiro. Ze wilden Wiro naar Rome sturen. Dan kon de paus hem tot bisschop wijden. Wiro was heel erg geschrokken. Hij kon toch niet bisschop worden. Hij was maar een gewone priester. Maar de mensen bleven hem aanwijzen. Toen durfde Wiro niet meer nee te zeggen. Hij zag hierin de wil van God. En daaraan moest Wiro gehoorzamen. Wiro ging spreken. De mensen werden heel stil. Wat zou hij zeggen? “Goede mensen, ik zal naar Rome gaan. De paus moet dan maar beslissen of ik jullie bisschop moet worden.

En zo ging Wiro op reis. Hij ging eindelijk naar de stad, waar hij altijd al naar toe had willen gaan. Maar het ging heel anders dan hij gedacht had. Wiro was niet echt blij. Maar er wachtte Wiro nog een echte verrassing. Want in de buurt was er nog een bisschop dood- gegaan. En de mensen hadden ook daar een heilige priester aangewezen als hun nieuwe bisschop. Die priester heette Plechelmus. Toen Wiro dat hoorde, besloot hij om samen met Pleehelmus naar Rome te gaan.

Zo kwamen ze ook in Engeland. De mensen hadden al gehoord dat er twee heilige priesters op weg waren naar Rome. En ook dat ze daar bisschop zouden worden. Dat hoorde ook een jonge man. Hij heette Otger. Otger was van heel deftige familie. Daarom was hij als kleine jongen naar een klooster gestuurd. Daar kon je toen het beste leren. Maar Otger kon niet alleen goed leren. Hij leefde ook heel goed. Dat kon iedereen zien. De bisschop had dat ook gezien en daarom had hij Otger tot diaken gewijd. En nu wist Otger niet wat hij moest doen. Zou hij in het klooster gaan leven? Zou hij voor de mensen in een parochie gaan werken en een pastoor gaan helpen? Maar toen Otger hoorde, dat de twee heilige pries- ters door zijn dorp kwamen, wist hij wat hij moest doen. Hij zou mee naar Rome gaan. Wiro en Pleehelmus waren heel blij, dat ze Otger leerden kennen. Ze zouden samen naar Rome reizen. Dat is toch niet zo gemakkelijk gegaan, als we dat nu denken. Er waren nog geen vliegtuigen. Er reden nog geen treinen. In die tijd reisde je met een paard of een paard en een wagen. En de wegen waren heel slecht. En overal zaten rovers en wilde dieren. We weten dan ook, dat de reis van deze drie mannen heel moeilijk is geweest. Maar ze waren al die moeilijkheden heel snel vergeten, toen ze in Rome aankwamen. Maar daarover vertellen we de volgende keer verder.

Heilige Wiro, Pleehelmus en Otger, wij willen ook graag naar de paus. Maar de paus is ook naar ons gekomen. Daarom vragen we u nu heel bijzonder: laat de reis van de paus voor ons land een heel goede reis worden. Dat alle mensen naar de paus willen luisteren. En dat ze vooral meer van Jezus gaan houden.