14 november: Heilige Albricus

De naam van deze heilige zijn we al tegengekomen in het levensverhaal van de heilige Gregorius. Albricus is een neef van deze Gregorius. Hij is dus ook van heel voorname familie. De jonge Albricus leeft heel goed. Hij is echt een voorbeeld voor andere mensen. Zijn oom, die bisschop van Utrecht is, neemt hem dan ook op onder de geestelijken van het bisdom. Wanneer Gregorius ouder wordt, zal Albricus hem steeds meer gaan helpen. Zo leert Albricus van heel dichtbij, hoe je een bisdom goed kunt besturen. De priesters van het bisdom en ook de mensen zijn erg blij met Albricus. Hij helpt de bisschop op een voorbeeldige manier. Bovendien zien de mensen hoe heilig Albricus leeft. Natuurlijk wordt daar over gepraat. En niet alleen bij de gewone mensen. Ook in de voorname huizen en in de paleizen wordt over Albricus gepraat.In een van de paleizen woont een heel machtige koning. Die ken je vast al wel. Die koning is Karel de grote. Hij heeft een heel groot rijk gesticht. Hij doet ook heel veel voor het christelijk geloof. Door zijn bestuur kunnen de mensen in vrede leven. De paus vindt deze koning Karel zo goed, dat hij hem in Rome tot keizer kroont. Zo wordt Karel de Grote tot beschermer van het geloof uitgeroepen en gekroond. Zijn troon kun je nog vinden in de kathedraal van Aken.

Deze Karel de Grote moet soms heel moeilijke beslissingen nemen. Soms zijn die zo moeilijk, dat hij eerst met heel wijze mannen daarover praten wil. Wanneer de keizer hoort over die heilige priester in Utrecht, laat hij hem bij zich komen wonen. Albricus gaat bij de keizer wonen. Nu moet hij niet een bisschop helpen om een bisdom te besturen. Nee, nu moet hij een keizer helpen om een heel groot rijk te besturen. Je kunt je voorstellen, dat er dan soms heel moeilijke beslissingen genomen moeten worden. Maar Albricus doet zijn werk heel goed. De keizer heeft zoveel vertrouwen in hem, dat hij altijd goed naar hem luistert. Meestal doet keizer Karel wat Albricus hem aanraadt. Je kunt je voorstellen dat de keizer steeds meer eerbied krijgt voor deze heilige priester, die hem zo goed helpt. Daarom wil keizer Karel, dat Albricus altijd in de buurt is. Wanneer de keizer op reis gaat dan gaat Albricus mee.

Dan gebeurt er iets erg. Een volk in Italië heeft de paus beledigd. Dat laat keizer Karel er niet bij zitten. Meteen gaat hij met een leger naar Italië om de paus te verdedigen. Hij is immers de verdediger van het geloof. Dan moet hij toch zeker ook de paus verdedigen! Albricus gaat mee naar Italië. Daardoor kan hij niet op tijd in Utrecht zijn, waar zijn oom, de bisschop gaat sterven. Wanneer hij echter in Utrecht komt, kiezen alle mensen hem tot hun nieuwe bisschop. Er is geen enkele stem tegen. Albricus heeft van zijn oom geleerd, hoe je een goede bisschop kunt zijn. En hij is een goede bisschop. Hij doet heel veel voor de verkondiging van het ware geloof. Vooral schenkt hij aandacht aan een goede opvoeding van de kinderen.

Een van zijn beste leerlingen is de heilige Ludgerus. Hij is zo heilig, dat Albricus hem tot priester wijdt. En stuurt hij hem naar de Friezen. Je weet dat bij Dokkum de heilige Bonifatius is vermoord. Precies naar die streek gaat nu Ludgerus. Hij zal nu de Friezen gaan helpen, om goed te leven en in God te gaan geloven.

Intussen blijft Albricus het bisdom goed besturen. Hij werkt heel hard en alle mensen zijn blij met hem. Maar ook een bisschop wordt oud. En zo komt ook voor Albricus de dag, dat hij voor goed mag gaan uitrusten van het harde werken. Hij zal dat gaan doen in de hemel. In het jaar 783 is de heilige bisschop van Utrecht gestorven. Zijn lichaam wordt overgebracht naar de kloosterkerk van Susteren. Daar is hij begraven bij zijn oom, bisschop Gregorius. Bij zijn graf zijn veel wonderen gebeurd. Daarom hebben de mensen hem altijd als een grote heilige vereerd. Je kunt nu in Susteren nog een borstbeeld vinden, waarin de schedel van de heilige bisschop wordt bewaard.

We vieren het feest van Albricus op 14 november.

Grote en goede God, altijd weer zorgt U, dat de mensen goede bisschoppen hebben. Zij leren ons te leven, zoals Jezus het ons heeft geleerd. Geef ons altijd heilige bisschoppen en priesters. Dan zullen de mensen gelukkig kunnen leven en doen wat U van hen verwacht. Amen.