Preek op 29-10-2017, 30e zondag door het jaar A, pastoor Frank Domen

Preek op 29-10-2017, 30e zondag door het jaar A, pastoor Frank Domen

openingswoord

Broeders en zusters, welkom. Wij gaan de Eucharistie vieren. Het is een mysterie, een voorafbeelding van wat in de hemel wordt gevierd.

In het laatste boek van de Bijbel, de Apocalyps van Johannes, lezen wij over een bruiloft, over het Lam Gods, over oudsten en talloos vele engelen en over tienduizenden tienduizendtallen, die God dienen voor zijn troon. Dat alles is nu nog voor onze ogen verborgen, maar daarom niet minder aanwezig. Het is belangrijk, dat wij dit proberen te beseffen … vóórdat wij aan de Eucharistieviering beginnen. Anders missen wij véél genade.

Hoe zit het met onze voorbereiding op de Eucharistie? In de tijd van het rijke Roomse leven, meer dan 60 jaar geleden, hadden veel mensen een eigen gebedenboek, het missaal. Niet alleen stonden daar in twee talen – Latijn en Nederlands – de gebeden en de gezangen van de heilige Mis in, maar ook gebeden, die men ter voorbereiding vóór de heilige Mis kon bidden.

Maar wat doen wij vóór de Mis? Mag ik eerlijk zeggen wat ik zie gebeuren? Mensen praten over van alles en nog wat. En niet fluisterend! Nee, vlak vóórdat de organist gaat spelen is het soms een gepraat vanjewelste. Soms zit ik vóór de Mis even in de kerk te bidden, maar ik heb vanwege al dat gepraat moeite om me te concentreren. Ik weet: er zijn soms ook kleine kindjes, die tijdens de Mis lawaai maken. Ook daar wordt aan gewerkt.

Lieve mensen, laten wij stoppen met al dat gepraat vóór de Mis. Wij kunnen thuis bij elkaar op bezoek gaan of ‘s zondags na de Mis gezellig bijpraten in de parochiezaal.

Als wij de kerk binnenkomen, maken wij een kruisje met wijwater ter herinnering aan ons doopsel waardoor wij kinderen van God zijn geworden: wij komen in het Huis van onze Vader. Wij knielen even – of buigen als wij al wat ouder zijn – en gaan met God in gesprek. Wij kunnen het blaadje nemen waar de bijbellezingen op staan en Gods woorden alvast een keer doorlezen en overdenken: wat wil Hij mij vandaag zeggen of vragen? Zo kunnen wij onszelf alvast losmaken van al het aardse, van alle zorgen en angsten, ons hart helemaal openen voor God zijn mysterie.

Lieve mensen, er wordt in ons bisdom vaker gepraat over onze parochie, over hoe goed het hier gaat. Daar ben ik me bewust van. Als pastoor ben ik trots op onze parochie. Het aantal doopjes bijvoorbeeld was vorig jaar al gestegen. Ook dit jaar ook weer. Vanmiddag mag ik uit twee gezinnen, maar uit één familie, vier verschillende mensen dopen: één volwassene en drie kinderen.

Maar wij moeten doorgroeien. En dat kan alleen maar als wij méér genade in onszelf opnemen.

Danken wij God voor alles wat wij reeds hebben ontvangen, voor het licht, dat wij in de omgeving reeds mogen uitstralen. Vragen wij God om zijn hulp om te blijven groeien in geloof, hoop en liefde.

openingsgebed

Laat ons bidden. God, Gij zijt eeuwig; wij zijn aan tijd gebonden. Gij zijt almachtig; wij zijn zonder U tot niets in staat. Doordring ons van uw menslievendheid, zodat begrip en goedheid het winnen van vooroordeel en misverstand. Geef dat onze liefde tot U en tot de naaste ook bevrijding brengt in deze tijd en aanzet wordt van het eeuwig leven. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon … Amen.

kinderwoorddienst

preek

De meesten van ons hebben kinderen, kleinkinderen. En wij zullen er allemaal weleens over nagedacht hebben wat wij voor hen over zouden hebben als zij in moeilijkheden zouden komen. Wij zouden werkelijk alles voor hen doen, niet waar!? Zelfs als de problemen de schuld van de kinderen zelf zouden zijn, dan zouden wij hen nog graag willen helpen!

Dat is de gedachte achter de eerste lezing en het evangelie van vandaag. Zij vertellen ons, dat iedere mens een lid is van Gods familie. Wij allemaal zijn lievelingen van de hemelse Vader en wij allemaal zijn broeders en zusters van elkaar. En wat dít betreft maakt het niet uit of wij ons goed gedragen of dat wij het zwarte schaap van de familie zijn. God houdt intens veel van ons en verlangt ernaar voor ons te zorgen, eenvoudigweg, omdat wij Hem toebehoren. Dat is ook waarom Hij een speciale liefde voelt voor de armen. Zijn Hart breekt als Hij ziet, dat zijn kinderen gebrek hebben aan de meest noodzakelijke levensvoorwaarden van voedsel, kleding en onderdak.

Jezus vertelt ons, dat de grootste geboden zijn het liefhebben van God met heel ons hart en het liefhebben van elkaar zoals wij onszelf liefhebben. Dat zijn geboden, die een grote uitdaging vormen, juist, omdat zij zo alomvattend zijn. God zei niet, dat wij Hem moeten liefhebben als het ons uitkomt of dat wij mensen alleen moeten liefhebben als zij het met ons eens zijn. Nee, allemaal samen vormen wij één familie: rijk of arm, oud of jong, goed opgeleid of ongeletterd, christen, moslim, jood. Wie wij ook zijn en wat wij ook doen of niet doen, zelfs of wij in God geloven of niet, iedereen verdient het om met gelijke waardigheid behandeld te worden. Ieder mens heeft zorg nodig en moet opgetild worden uit de armoede, die hem gevangen houdt.

Men praat tegenwoordig veel over de waarde van het niet discrimineren. Het gebeurt nog steeds: op grond van huidkleur, sekse, geloof of afkomst. Wel, Jezus Christus deed en doet niet aan discriminatie. Zijn levensoffer was bedoeld voor iedereen en genezing kon ook iedereen ontvangen. Jezus was en is als de boer, die het zaad uitstrooit op alle soorten van grond, iedereen krijgt gelijke kansen. Zijn vraag aan ons is of wij hetzelfde willen doen.

Lieve parochianen, het is alweer even geleden, dat ik iets heb verteld over mooie ervaringen van mensen in Medjugorje.

Er zijn daar biechtvaders uit vele landen van de wereld. En er zijn er, die verklaren, dat in Medjugorje gebeurt wat zij in hun eigen parochies niet meemaken. Zo stond een Franse priester eens tegenover wat hij dacht dat een onoverbrugbare taalbarrière was.

Op een dag kwam er in zijn biechtstoel een Italiaanse dame, die een niet te stoppen woordenvloed over hem uitstortte. Hij wilde haar in zijn eigen taal duidelijk maken, dat zij beter naar een Italiaanse priester kon gaan – voor een goede biecht is het noodzakelijk, dat de biechtvader en de biechteling elkaar kunnen verstaan – maar de vrouw sloeg geen acht op zijn woorden en ratelde maar door.

De priester vroeg de Heer wat hij moest doen. Opeens verscheen alles wat de vrouw vertelde als een levend beeld voor hem. Hij werd nog meer verbaasd toen hij haar antwoordde in perfect en welluidend Italiaans. Het leek wel het talenwonder van Pinksteren. Toen begonnen de apostelen te spreken in talen, die zijzelf niet kenden, maar daardoor konden alle aanwezigen het goede nieuws horen.

Dit gebeuren toont aan, lieve mensen, hoe belangrijk God het vindt, dat mensen hun zonden komen belijden en door de kerk gezuiverd worden.

De biecht is een fundamenteel sacrament voor de redding van de ziel. In feite ontmoeten twee zondaars elkaar in dit sacrament tot vermeerdering van goddelijke barmhartigheid. De ene zondaar – de biechtvader – heeft de macht ontvangen om zonden te vergeven; de andere zondaar nadert tot de biechtvader om zijn zwakheid voor God neer te leggen. En door deze ontmoeting wordt het Bloed van Christus vergoten tot vergeving van de zonden.

Het is hierom, dat Moeder Maria ons, gelovigen, uitnodigt – wat de Kerk zelf ook adviseert – om minstens één keer in de maand te biechten. Dan blijven wij altijd een zuivere ziel hebben. Een zuivere ziel is sterker dan een ziel, die in de loop van de tijd heel stoffig is geworden of zelfs op sterven na dood is.

Waarom is een sterke ziel zo belangrijk? Allereerst voor die ziel – die mens – zelf. Hij kan het leven met alle ups en downs beter aan. God kan beter door hem werken.

Maar een sterke ziel kan anderen ook beter helpen. Wij kennen allemaal wel de AA: de Anonieme Alcoholisten. Een praatgroep van ex-drankverslaafden, die wekelijks samenkomen om elkaar te steunen.

Bij ons in de parochie, in Het Familiehuis, komen één keer in de week leden van de NA bij elkaar. NA is Narcotic Anonymous, ex-drugsverslaafden, óók om elkaar te steunen. Afgelopen woensdagavond kwam iemand de sleutel terugbrengen en vertelde, dat er weer heel wat nieuwe mensen waren gekomen: kinderen van 14 á 15 jaar. Hij zei nog: het gaat wat drugs betreft niet goed met Heerhugowaard.

Onze sterke zielen, onze sterke geesten, zijn nodig om jonge mensen in deze gevaarlijke wereld de weg te wijzen. De weg van Jezus Christus. Als wij allemaal overal waar wij komen Gods liefde uitstralen en ook vragen: Heer, geef mij kansen om mensen in nood te helpen, dan brengt Hij ze bij ons.

Drie zaken: wij hebben alles over voor onze kinderen en kleinkinderen, en hopelijk ook voor anderen. Een zuivere geest is daarbij het beste hulpmiddel. Laten wij God vragen om mensen in nood op onze weg te brengen. Het is het mooiste en belangrijkste werk, dat wij kunnen doen. Op dat dag van ons heengaan uit deze wereld zal God aan ons vragen: Wat heb jij gedaan voor de minsten der mijnen? Zorgen wij ervoor, dat wij vele geschenken voor Hem hebben. Dat is goed voor onszelf, en goed voor de wereld. Amen.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments