Preek op 05-06-2017, Tweede Pinksterdag, pastoor Frank Domen

Preek op 05-06-2017, Tweede Pinksterdag, pastoor Frank Domen

openingsgebed

Laat ons bidden. God, door de heilige Geest hebt Gij uw licht geschonken aan hen, die geloven. Maak ons ontvankelijk voor dezelfde Geest om al wat goed is te kennen en ons altijd over zijn bijstand te verheugen. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die… Amen.

preek

Als iemand gedurende een langere periode de bezielende voorzitter is geweest van een vereniging en zo iemand valt plotseling weg, bestaat er een kans, dat de vereniging in elkaar zakt, ja, helemaal uiteenvalt.

Een dergelijk gevaar dreigde ook in de kring van Jezus’ eerste leerlingen. Zij leken uiteen te vallen. Een klein groepje zat weggedoken en in elkaar gezakt, verdrietig om het verlies van alles, uitgedoofd bijeen. Totdat Jezus’ Geest, de heilige Geest, hen weer bezielde op de morgen van Pinksteren in Jeruzalem. Wij hoorden Jezus zojuist in het evangelie tot de apostelen zeggen, dat de hemelse Vader op zijn gebed een andere Helper zou geven, de Geest van de Waarheid. De wereld zou voor Hem niet ontvankelijk zijn, omdat zij Hem niet ziet en niet kent. Maar wij kennen hem, want Hij blijft bij ons en zal in ons zijn.

En gisteren, op Eerste Pinksterdag, hoorden wij Jezus tot de apostelen spreken over het ontvangen van de heilige Geest met het oog op de vergeving van de zonden.

Zonde … het is een woord, dat wij vaak onnadenkend gebruiken. Zonde, zeggen wij, dat die twee langs elkaar heen leven. Zonde, dat ze in dat gezin zo weinig voor elkaar opkomen. Zonde, dat de leden van die vereniging zo met elkaar overhoop liggen. Zonde, dat zo velen de Kerk hebben verlaten en op hun eentje gaan geloven.

Lieve mensen, wij zijn leerlingen van Jezus. Wij moeten bezielde mensen zijn. De Geest moet in ons zijn vuur kunnen aansteken. Want dan kunnen wij het kwaad van die verdeeldheid bestrijden. Wij kunnen die zonde wegnemen en vergeven. Wij kunnen mensen met elkaar verzoenen.

Door ons doopsel en vormsel, door te communie te gaan, en voor velen hier aanwezig geldt: door voor de Kerk te trouwen, en voor mij geldt: door Priester te worden, een tweede Christus, hebben wij die taak tot verzoening ook op ons genomen. De Vader, de Zoon en de heilige Geest rekenen er dus helemaal op, dat wij die taak ten uitvoer brengen. Wij hebben ons als vrijwilliger aangemeld. Waar wachten wij nog op?

Misschien voelen sommige mensen het vuur nog niet in zich branden. Als wij dan niets anders doen als wachten op het moment, dat het vuur gaat branden, dan kunnen wij nog lang wachten. Wij moeten minstens iedere dag een keer vragen: Kom, heilige Geest, ontsteek in ons het vuur van uw liefde; zendt, Vader, uw Geest uit en alles zal worden herschapen. En als wij die vraag blijven herhalen, zullen wij voelen, dat het vuur in ons gaat oplaaien, iedere dag een klein beetje groter wordt. Want God heeft ook jou nodig om anderen in jouw leef- en werkomgeving te genezen.

Wie wil nu niet het terrorisme een halt toeroepen? Laten wij het aan onze regeringen over? Vergeten wij het maar. Als wij op hen wachten, zal het alleen maar erger worden. Alleen de Geest kan – door middel van ons – mensen bij elkaar brengen. Wij zijn zwaar bewapend: met de Geest van eenheid.

Naast de zonde van de verdeeldheid tussen mensen is er een ander kwaad, dat huist in onszelf. Toen al, in de jonge Kerk van de eerste christenen, en ook nu in onze dagen, binnen onze geloofsgemeenschap. En dat kwaad kan bijvoorbeeld heten: moedeloosheid, stilstand, luiheid, gemakzucht.

Leerlingen van Jezus dienen – bezield en aangestoken door zijn Geest – op te staan uit een mentaliteit van ieder-voor-zich. Wij mogen niet uiteenvallen. Wij moeten elkaar helpen het geloof levend te houden. Niet als een doekje voor het bloeden, maar als een vuur, dat brandt in onze harten.

Jeruzalem was in Jezus’ tijd al een grote wereldstad. Er was slechts een klein groepje mensen nodig om duizenden inwoners in beweging te brengen. Alleen een Kerk van door de heilige Geest verwarmde mensen heeft aantrekkingskracht en een boodschap voor de komende generatie.

Broeders en zusters, in een door de heilige Geest geïnspireerde Kerk is plaats voor vele verschillende mensen, ieder met zijn eigen gaven. De Geest werkt in geleerde theologen, maar ook in eenvoudige mensen; Hij werkt in mensen met een rotsvast geloof, maar ook in zoekers. De Geest werkt in de profeten van onze dagen, maar ook in onopvallende hartverwarmende mensen. Hij is werkzaam in de leiding van de Kerk, maar ook in het Godsvolk, in mensen van hoog tot laag, volgzaam of misschien een beetje kritisch. Niemand mag de heilige Geest voor zichzelf opeisen. “De Geest waait waar Hij wil,” zegt de Bijbel en Hij werkt in allerlei mensen, ieder met zijn eigen gaven.

De Geest heet in het Latijn ‘Spiritus’, in het Grieks ‘pneuma’ en in de taal van de Bijbel, het Hebreeuws, ‘ruach’ en al die woorden betekenen eigenlijk ‘adem’.

Als wij dat weten, kunnen wij zeggen: de heilige Geest werkt waar mensen een verademing zijn voor elkaar. Dus, de vraag die Pinksteren aan ons stelt is: ben ik een mens bij wie een ander op adem kan komen?

Gelukkig ken ik veel van die mensen: gelovigen, die een verademing zijn. Ik ken ze, jullie kennen ze, maar er zijn er nog lang niet genoeg en dus blijven wij bidden: “Kom, heilige Geest, vervul de harten van uw gelovigen en ontsteek in ons het vuur van uw liefde.” Amen.

AC

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments