Je hebt vast wel eens van slaven gehoord. Dat waren mensen, die werden gevangen om voor anderen te werken zonder daarvoor loon te krijgen. Sinds de 16e eeuw was met name op de grote plantages in Amerika altijd veel werk. De mensen die daar woonden waren niet altijd even sterk. Nu had iemand op een grote reis gezien, dat er in Afrika sterke negers woonden. Daarom gingen ze met hele schepen tegelijk naar Afrika om daar negers te vangen. Wanneer ze een schip helemaal vol hadden geladen, voer het naar de andere kant van de oceaan.
De slaven werden dan naar de plantages gebracht. Veel van die slaven kwamen nooit aan de overkant aan. Ze waren onderweg al gestorven. Dat kon komen door het slechte eten of drinken. Soms braken er ook ziektes uit. Wanneer je met een paar honderd man aan elkaar gebonden en boven op elkaar ligt, dan steekt de een de ander aan. Ze kregen ook nooit frisse licht. Dat is ook al heel ongezond. Het waren heel arme mensen. De kettingen waarmee ze aan elkaar gebonden waren, konden gemeen pijn doen. De reis met het schip was lang. Ze duurde soms wel twee maanden. Zo kwam het dat heel wat slaven al dood waren voor ze in het nieuwe land kwamen.
In Zuid-Amerika kwamen elk jaar veel slaven aan met de boot. In een van de havens stond dan altijd een pater. Hij was een jezuïet en heette Petrus Claver. De pater was in Spanje geboren maar hier terecht gekomen, om zijn studie af te maken.
Toen hij hier kwam wonen en studeren, leerde hij de slavernij kennen. Pater Claver vond dit heel erg. Maar hij was niet zo knap, dat hij mooie boeken hierover kon schrijven. Daarom ging hij iets anders doen. Bij zijn priesterwijding gaf hij zijn hele leven aan God. Hij wilde vanaf nu een slaaf van God zijn. En hoe kon hij dat het beste doen? Door voor deze arme slaven te gaan zorgen. Vanaf nu gaf hij zijn hele leven voor deze arme slaven.
Als een boot aankwam en de negerslaven in vieze hutjes op elkaar werden gestapeld, ging Petrus Claver er naar binnen. Daar lagen al die naakte mannen boven op elkaar. Het stonk er verschrikkelijk. Maar de pater ging naar binnen. Hij had kleren bij zich en ook wat tabak en andere dingen die de mensen konden gebruiken.
Dan ging hij naar de achterste deel van de hutten. Daar lagen de zieken. De grond was vochtig van het water. Soms stroomde de rivier naar binnen. De bodem was bezaaid met scherpe stenen. En daar, in dat vuil en op die harde, natte grond, lagen de zieke slaven. Pater Claver verzorgde de zieken.
De hele dag werkte hij voor de slaven. Zo werd hij zelf de slaaf van de slaven. En daardoor liet hij hun iets belangrijks zien: God houdt van alle mensen, ook van de slaven. En God stuurde hem om voor hen te zorgen. Zo leerde hij veel slaven van Jezus te houden.
Nu wilden die mensen dan ook naar de kerk. Maar dat vonden de blanke mensen niet goed. De vieze slaven hoefden niet op hun plaatsen te zitten. Ze mochten best katholiek worden. Dan werkten ze misschien nog wat harder. Maar met de blanken samen in de kerk? Nee, dat ging te ver. En die vieze negers stonken ook nog.
Petrus Claver was erg bedroefd toen hij dit hoorde. Had de heilige Paulus niet geschreven, dat voor God iedereen gelijk is? En was de heilige Mis niet het sacrament, waaraan je kunt zien, dat alle christenen broers en zussen van elkaar zijn? Hoe konden die blanken dan zo gemeen doen? Maar toen werd hij koppig. Hij wist dat de negers recht hadden om naar de kerk te gaan. Ze mochten ook biechten en te communie gaan. Dus zou hij daarvoor zorgen. En daar zou hij zich door niemand van laten afbrengen. Dan moesten die blanken maar wegblijven. Hij ging door met de heilige Mis te lezen voor deze arme negers.
Op een kwade dag brak de pest uit. Dat is een vreselijke ziekte, waar veel mensen aan sterven. De ziekte is ook heel besmettelijk. Petrus ging natuurlijk door met het verzorgen van de zieken, ook al was dat voor hem zelf gevaarlijk. En toen gebeurde, wat je wel al had kunnen denken: Petrus Claver werd ook ziek. Hij kon niet meer lopen. Vier jaar moest hij nog lijden. Hij werd de hele tijd door een neger verzorgd.
Op 8 september van het jaar 1654 ging Petrus Claver naar de hemel.
We vieren het feest van Petrus Claver op 9 september.
Heilige Petrus Claver, u hebt uw leven gegeven voor de arme slaven in Zuid-Amerika. Zo hebt u God willen dienen. Help ons, waar we dat kunnen, goed te zijn voor de mensen. Dan dienen wij God ook. Zo kunnen we zelf gelukkig worden en anderen helpen, ook gelukkig te zijn. Amen.