De heilige martelaren van Gorcum
Heb je weleens van de watergeuzen gehoord? Waar we nu over vertellen speelt in een tijd, dat er oorlog is tussen katholieken en protestanten. Deze watergeuzen zijn protestanten. Ze zijn daarom niet zo erg vriendelijk voor alles wat met de katholieke Kerk te maken heeft. En natuurlijk kunnen ze al helemaal geen priesters uitstaan. Deze watergeuzen helpen mee om heel ons land te veroveren voor het protestantse geloof. In de nacht van 26 op 27 juni van het jaar 1572 vallen ze de stad Gorcum aan. Wanneer ze de stad binnenvallen, nemen ze een groep priesters gevangen. Het zijn pastoors, kapelaans, paters en een broeder. Ze zaten in een toren van de stad. In deze toren dachten ze veilig te zijn. Maar ze hebben zich vergist. De watergeuzen nemen hen gevangen. Een van de paters krijgt zijn eigen koord, dat hij draagt op zijn kloosterkleed om zijn nek. Ze slaan het touw over de kerkdeur heen en trekken de pater omhoog. Dan laten ze hem weer vallen. Dat was natuurlijk heel benauwd. Je kunt je best voorstellen, dat deze pater bang is geweest. De overste van de paters overkomt hetzelfde. Ook hij wordt aan zijn nek omhooggetrokken. De priester raakt buiten bewustzijn. Met de vlam van een kaars wordt hij weer bij bewustzijn gebracht. Hij komt weer bij van de pijn.
Gedurende acht dagen worden de priesters bespot. Daarbij valt ook weleens een klap of wordt er een trap uitgedeeld. De priesters worden op allerlei manieren mishandeld. Op 6 juli moeten ze hun bovenkleren uittrekken. Voor niemand is het fijn om alleen maar ondergoed aan te hebben. Ook niet voor deze priesters en de kloosterbroeder. De gevangenen worden in een schip geladen en naar Den Briel gevaren. Daar worden ze in een dievenput gegooid. Later worden er nog andere priesters bij gegooid.
Een paar dagen later moeten ze bij een leider van de protestanten komen. Ze worden verhoord. De overste van de paters verdedigt de paus. Daar moeten de protestanten natuurlijk niets van weten. Zeker als je ruzie hebt, ben je dan weleens ruw. In die tijd zijn de mensen toch nog wat ruwer dan nu. Er valt gemakkelijker een klap. En op een mensenleven kijkt men in deze strijd ook niet zo nauw. Toch spreekt de overste duidelijk over de grote betekenis, die de paus heeft voor de katholieken. Een pastoor valt hem bij. Twee andere paters komen op voor het allerheiligste wat katholieken kennen. Dat is de Eucharistie. De paters vertellen over hun geloof, dat Jezus echt in de Eucharistie aanwezig is.
Nu moet je weten dat niet alle priesters, die daar gevangen zijn, altijd even braaf zijn geweest. Eentje is er zelfs al een keer van zijn geloof afgevallen. En van enkelen weten we, dat ze niet altijd leefden zoals een priester moet leven. Maar nu komen ze voor hun geloof uit. Ze weten best, dat dit gevaarlijk kan zijn. Ze zijn niet de eerste priesters, die gevangen zijn. Ze zijn ook niet de eerste priesters, die zijn gestorven. Dat weten ze heel goed. Ook al was het leven van sommigen van hen niet altijd goed, nu maken ze alles weer goed. Ze hadden natuurlijk kunnen zeggen, dat de Eucharistie maar onzin is. Of dat de paus helemaal niet zo belangrijk is. Sommige andere priesters hadden dat ook gezegd. Die zijn toen vrijgelaten. Maar deze priesters hebben hun geloof niet verloochend. Ze zijn, toen het moeilijk en gevaarlijk werd, trouw gebleven. De broeder, die erbij is, kan niet zo mooi spreken. Toch wil hij ook getuigen van zijn geloof. Daarom zegt hij: “Ik geloof alles wat mijn overste gelooft.”
Midden in de nacht van 9 juli van het jaar 1572 moeten de priesters en de broeder zich helemaal uitkleden. Dat is natuurlijk iets om helemaal beschaamd van te worden. Maar ze hoeven zich niet lang te schamen. In een turfschuur worden ze allemaal opgehangen. Zo sterven 19 martelaren voor hun geloof in de Eucharistie en de macht van de paus. In Den Briel en in Gorcum worden relikwieën van deze heiligen bewaard. Maar we kunnen hen ook bij ons thuis vereren door eerbied te hebben voor Jezus in het tabernakel.
Wij vieren het feest van de martelaren van Gorcum op 9 juli.
Goede God, wij mogen in U en in uw Zoon geloven. Wij willen geloven, dat Jezus altijd bij ons is in de Eucharistie. Help ons altijd te geloven, ook als mensen ons daarom uitlachen. Maak ons net zo dapper als de martelaren van Gorcum. Amen.