H. Agatha, maagd en martelares
We krijgen nu het verhaal te horen van een heel dappere vrouw, die erg veel heeft moeten lijden. Deze vrouw heet Agatha. Ze leeft rond 250 op het eiland Sicilië. Agatha is van heel voorname familie, ze is van adel. Maar ze is nog van een veel grotere adel. Ze is namelijk ook familie van Jezus. Van voornamere familie kun je niet zijn. Agatha zal laten zien, hoeveel ze van haar Heer en Meester houdt. Er is weer eens een keizer in Rome, die niets van de christenen wil weten. Ze moeten allemaal hun geloof afzweren. Wie nog in die Jezus gelooft, moet ter dood gebracht worden. Omdat Agatha van voorname familie is, probeert de vertegenwoordiger van de keizer, haar om te praten. Ze moet niet langer geloven in Jezus. Ze heeft het toch goed. Waarom zou ze nu zo gevaarlijk doen?
Maar Agatha wil niet luisteren. Ze weet wel beter. Ze is christen en wil dat ook blijven. Ze weet, dat het leven hier op aarde maar een tijdje duurt, maar het leven bij God duurt eeuwig. Daarom kan men Agatha niet omgepraat krijgen.
Dan laat de man, die namens de keizer de baas is, haar in de gevangenis zetten. Daar laat men de beulen op haar los. Ze wordt eerst gegeseld. Dat doet natuurlijk heel erg pijn. Maar Agatha geeft niet toe.
Dan leggen de beulen haar op de pijntafel. Ze gaan nu met witgloeiende stangen over haar lichaam. Je kunt je voorstellen hoeveel Agatha daarvan heeft geleden. Maar het ergste moet nog komen. De beulen nemen een mes, en snijden haar een borst af. Dat was natuurlijk een geweldige pijn. Maar hoe heeft men Agatha daarmee vernederd. Zo vol pijn, heeft men haar daarna in een donkere kerker geworpen Daar ligt ze nu. Opeens verschijnt haar de heilige Petrus, de apostel. Hij geneest al haar wonden. Daarna moet Agatha opnieuw voor haar rechters komen. Ze blijft volhouden. Niemand kan haar van haar geloof afpraten. De rechters worden woedend. Ze hebben nog gemenere martelingen bedacht. Men legt haar op hete kolen en op puntige glasscherven. Weer zit Agatha vol wonden.
De mensen van Sicilië hebben dat allemaal gezien en gehoord. Ze hebben grote bewondering voor deze heilige vrouw. Dat laten ze natuurlijk niet merken, want dat is te gevaarlijk. Maar ze denken wel heel goed over haar. Dan gebeurt er iets heel onverwachts. Wanneer Agatha op de kolen en scherven ligt en veel pijn heeft, begint opeens de aarde te beven. De mensen worden heel bang. Ze zien hierin een teken, dat de goden boos zijn over de martelingen. De rechters laten Agatha nu gauw wegbrengen naar de gevangenis. Ze durven niet verder te gaan met de martelingen, omdat ze bang zijn, dat de mensen dan in opstand komen. Niet lang daarna is Agatha in de gevangenis gestorven. Ze heeft tot het einde toe volgehouden en leeft nu gelukkig bij God.
De heilige Agatha wordt vereerd als patrones tegen brand. Ze wordt vaak afgebeeld met een nijptang en een afgesneden borst. Later heeft men daar ook wel een kaars en een brood van gemaakt. Men bedoelt daar dan mee, dat ze het brood tegen verbranding beschermt.
We vieren het feest van de heilige Agatha op 5 februari.
Grote God, de heilige Agatha is heel dapper geweest. Dat kon ze, omdat ze zoveel van U heeft gehouden en echt in U heeft geloofd. Wij vragen, dat ook wij altijd van U mogen houden en in U geloven. Dan zullen we ook bij U in de hemel komen. Amen.