29 september: Heilige Aartsengel Rafaël

De heilige aartsengel Rafaël

Wanneer we over heiligen op aarde spreken, mogen we de engelen niet vergeten. Want ook de engelen zijn vaak op aarde. Daarover kun je in de bijbel vaak lezen. We gaan je nu vertellen over een engel, die zelfs een heel voorname engel is. We noemen hem daarom ook een aartsengel. Het is de heilige Rafaël.

De heilige aartsengel Rafaël is de patroon van de reizigers. Hoe is dat gekomen?

Daarvoor moet je gaan lezen in het boek Tobias. Dat is een boek uit het Oude Testament.

In dit boek wordt verteld hoe de Joden uit hun land verdreven zijn. Eén van die Joden woont in de grote stad Ninivé. Hij heet Tobit. Toen hij uit zijn land werd weggevoerd, had hij zijn bezittingen verloren. Nu is hij arm. En toch blijft hij van het beetje dat hij heeft weggeven aan de arme mensen. Zijn vrouw vindt dat helemaal niet goed. Op een dag gebeurt er ook nog iets heel ergs. Tobit krijgt poep van een vogel in zijn ogen. Nu kan hij niet meer zien. De nood is wel erg hoog. Geen geld, blind. Waar moeten ze nu van leven? Dan herinnert Tobit zich, dat hij nog geld heeft geleend aan een neef. Maar die woont ver weg. Zou zijn zoon Tobias het niet kunnen gaan halen? Maar er zijn zoveel rovers en allerlei andere gevaren. Als er nu eens een flinke man met hem mee zou gaan? Tobias komt thuis met een man die Azarias heet. Deze man kent de weg goed en lijkt ook sterk te zijn. Hij kan met Tobias op reis gaan. Azarias en Tobias worden goede vrienden.

Onderweg komen ze aan de rivier de Tigris. Wanneer Tobias een bad neemt, komt er een grote vis naar hem toe, die hem probeert te verslinden. Azarias komt te hulp en samen doden ze de grote vis. Het vlees van de vis eten ze op. De gal, de lever en het hart moet Tobias bewaren.

Ze komen in de buurt van een familielid van Tobias. Die man, Raquël, heeft een mooie dochter, Sara. Maar ze is al zeven keer getrouwd geweest. Steeds als ze voor de eerste keer samen gaan slapen, sterven de mannen. “Er is een boze geest in Sara,” zeggen de mensen. Sara heeft al vaak tot God gebeden om haar te helpen, of om haar te laten sterven. Nu zal God naar haar bidden luisteren. Azarias zegt tegen Tobias: “Trouw gerust met Sara. Maar de eerste nacht, dat je met haar alleen bent, moet je niet gaan slapen. Jullie moeten samen bidden. Tegelijk moet je het hart en de lever van de vis verbranden. Door de reuk zal de boze geest verdwijnen.” En zo gebeurt het. Tobias en Sara trouwen samen en er gebeurt niets. Sara is erg gelukkig, dat Tobias is blijven leven.

Maar nu moet het geld nog gehaald worden. Om Tobias bij Sara te kunnen laten blijven, belooft Azarias het geld alleen te gaan halen. Hij gaat alleen de moeilijke en gevaarlijke tocht maken. Wanneer Azarias de opdracht heeft uitgevoerd, gaat hij samen met Tobias en Sara naar de oude vader Tobit terug.

Deze is al een hele tijd bang. Zal Tobias nog ooit terugkomen. Zal hem niets overkomen zijn op deze gevaarlijke reis? Tobit is bang, dat zijn zoon niet meer terug zal komen.

Maar wat hoort hij daar? Is dat niet de stem van zijn zoon? En Azarias is er ook bij. Maar er is nog niemand. Een meisje? Daar vliegt Tobias zijn vader om de hals. Je kunt je voorstellen, hoe blij de oude, blinde vader is, dat zijn zoon weer terug is. Maar dan hoort hij ook nog dat het geld er is. En Tobias heeft ook nog een lieve vrouw getrouwd. Maar de vreugde kan niet op. Er zal nog meer gebeuren. Want Azarias geeft aan Tobias de opdracht, met de gal van de grote vis over de ogen van Tobit te strijken. Dan lossen de witte vlekken zich op en vallen als velletjes van de ogen. Tobit kan weer zien. Nu pas ziet iedereen die erbij is, wie deze Azarias is. Het is de aartsengel Rafaël. De engel zegt: “Ben niet bang. Vrede zij met jullie. Loof en dank God voor altijd. Ik ga naar Hem terug. ”Op dat ogenblik verdwijnt de engel Rafaël.

Begrijp je nu, waarom hij de patroon is van de reizigers? Maar hij is ook de patroon voor de grootste reis van ons leven: onze reis naar God.

We vieren het feest van de aartsengel Rafaël op 29 september.

Heilige aartsengel Rafaël, U hebt Tobias bij grote gevaren beschermd. Help ook ons als we op reis zijn. Bescherm ons vooral voor de gevaren op onze reis naar God. Dan zullen we U in de hemel komen danken. Amen.