29 juni: Heilige Petrus, de rots

Wanneer Jezus de apostelen de voeten heeft gewassen, gaat Hij weer aan tafel. Hij neemt dan het brood en deelt het uit aan Zijn leerlingen en zegt: “Neemt en eet hiervan gij allen, want dit is Mijn Lichaam, dat voor jullie wordt overgeleverd.” Heel eerbiedig eten de leerlingen het brood op. Jezus geeft zichzelf, dat voelen ze. Begrijpen kunnen ze het nog niet. Dan neemt Jezus de beker met wijn. Hij bidt en geeft hem aan Zijn leerlingen en zegt: “Neemt deze beker en drinkt hier allen uit. Want dit is de beker van het nieuwe en altijddurende verbond. Dit is Mijn Bloed, dat voor u en alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de zonden.”

De leerlingen drinken. Het is doodstil in de zaal. Nu staat Jezus op. Hij gaat met de leerlingen naar een tuin. Dat doet Hij wel vaker. Alleen Judas gaat niet mee. Die is eerder weggegaan. Jezus gaat een eindje van de andere leerlingen afliggen. Alleen Petrus, Johannes en Jakobus mogen met Hem mee. Maar de leerlingen vallen in slaap. Jezus is helemaal alleen. “Kunt ge dan niet één uur met mij waken,” vraagt Jezus. Petrus schaamt zich dood: Toch valt hij weer in slaap. Opeens is er veel lawaai in de tuin. Er komen soldaten aan met zwaarden en stokken. Ze nemen Jezus gevangen. Petrus wil nog wel gaan vechten, maar Jezus wil dat niet. “Stop je zwaard weg, Petrus. Wie met het zwaard omgaat, zal er zelf door sterven.” Dan komt Judas naar voren. Hij geeft Jezus een kus. Dat heeft hij afgesproken. Jezus kijkt Judas aan. Hij zegt alleen maar: “Verraad je je Meester met een kus?” Dan grijpen de soldaten Jezus vast. Petrus loopt achter Jezus aan. Wat zal er gaan gebeuren. Johannes neemt Petrus mee naar binnen in het paleis van de hogepriester. Daar zeggen enkele mensen tegen elkaar: “Die daar is er ook eentje van die Jezus.” Petrus krijgt het heel erg benauwd. Hij vloekt en zweert, dat hij die man Jezus helemaal niet kent. Dan kraait er een haan. Wat heeft Jezus ook alweer gezegd? “Nog voor de haan kraait, zul je Mij driemaal verraden.” Bedroefd gaat Petrus naar buiten. Hoe kan hij dit ooit goedmaken. Zoiets ergs heeft nog nooit iemand gedaan. Petrus huilt van spijt.

Petrus herinnert zich echter een woord van Jezus. Het ging over een zoon, die zijn vader veel verdriet deed. De vader vergeeft de zoon. Petrus weet, dat Jezus hem ook zal vergeven. Toch is Petrus nog steeds bedroefd. Jezus is gestorven. Wat moeten ze nu doen? De apostelen zitten maar wat bij elkaar. Dan komen een paar vrouwen met een verhaal. Het graf van Jezus is leeg. Ze zouden Jezus ook zelf gezien hebben. Petrus gaat met Johannes naar het graf Johannes rent vooruit, maar hij wacht buiten het graf op Petrus. . Deze gaat naar binnen. Het verhaal van de vrouwen is waar. Nu horen ze van een engel het grote wonder. “Jezus is niet hier. Hij is verrezen. Jullie zullen Hem vinden in Galilea.” Ze hebben Jezus gevonden. Hij is meerdere malen aan hen verschenen. Jezus leeft. Het is niet te geloven.

Na veertig dagen neemt Jezus afscheid van Zijn leerlingen. Hij gaat terug naar de Vader. Nu moeten de leerlingen het werk van Jezus voortzetten. Voordat Hij echter weggaat, geeft Hij aan Petrus nog een belangrijke opdracht: “Weid Mijn lammeren, weid Mijn schapen. Aan jou, Petrus, geef ik de sleutels van het hemelrijk. ” Zo is Petrus het hoofd van de Kerk geworden. Maar nog is niet alles verteld. Want de leerlingen moesten nog wachten op de Helper, die Jezus zou sturen. Op Pinkstermorgen zijn de leerlingen samen met Maria bij elkaar. Ze zijn aan het bidden. Dan ontstaat er een gedruis als van een hevige storm en iets wat op vuur lijkt zet zich op de hoofden van de apostelen.

Je kent ze gewoon niet meer terug, die bange apostelen. Wagenwijd gooien ze de deur open. Nu zijn ze niet meer bang. De heilige Geest heeft hen gesterkt om het werk van Jezus voort te zetten. Ze beginnen er dadelijk aan. Petrus houdt een geweldige toespraak. Veel mensen gaan in Jezus geloven.

Zo heeft de heilige Petrus de Kerk geleid, totdat hij in Rome aan het kruis is gestorven. Hij wilde niet op dezelfde manier sterven als Jezus. Daarom heeft hij gevraagd om met het hoofd naar beneden te worden gekruisigd. Zo is Petrus de Heer gevolgd tot in de dood en in het eeuwig leven.

We vieren het feest van de heilige Petrus, samen met de heilige Paulus op 29 juni.

Heilige Petrus, u bent de eerste paus. Wij vragen u, help elke dag onze paus bij zijn moeilijke werk. Laat onze paus gelukkig zijn. Help hem voor ons allemaal een goede herder te zijn. Amen.