27 december: Heilige Johannes, de Evangelist

Johannes de evangelist

Weer een heel belangrijke leerling van Jezus, die we deze keer leren kennen. Johannes is de broer van Jakobus. Hij is altijd heel dicht bij Jezus gebleven. Johannes mag ook overal mee, waar veel van de leerlingen niet mee mogen. Denk nog maar eens aan die dag, dat Jezus de berg opgaat en laat zien wie Hij is. We noemen dat de gedaanteverandering van Jezus.

Johannes was een heel bijzondere vriend van Jezus. Hij zit bij het Laatste Avondmaal heel dicht bij Jezus. Jezus noemt hem zelf wel eens: de leerling waar Hij het meeste van houdt. Johannes houdt ook veel van Jezus. Hij is de enige van de leerlingen die samen met de moeder van Jezus en enkele vrouwen meegaat naar de Calvarieberg. Johannes staat onder het kruis, wanneer Jezus gaat sterven. Daar is toen iets heel moois gebeurd. Vlak voordat Jezus sterft, kijkt Hij naar Zijn moeder Maria. Hij zegt tegen haar: “Ziedaar uw zoon”. Jezus bedoelt daarmee Johannes. Dan zegt Jezus tegen Johannes: “Ziedaar uw moeder”. Jezus geeft Zijn eigen moeder aan Johannes. Maar niet alleen aan Johannes. Hij geeft haar aan de hele Kerk als moeder. Dus ook aan ons. Vanaf dat moment heeft Johannes Maria bij zich in huis genomen.

Op Paasmorgen, wanneer de vrouwen komen vertellen, dat het graf van Jezus leeg is, loopt Johannes zo vlug als hij kan naar het graf. Toch gaat hij niet naar binnen. Hij wacht op Petrus. Dat is immers de voornaamste apostel. Die mag het eerste binnengaan. Dan kijkt ook Johannes. Het evangelie vertelt ons dan heel eenvoudig: Johannes “zag en geloofde”. Johannes heeft in Jezus’ verrijzenis geloofd. Na Pinksteren gaat hij daar dan ook overal over vertellen. In het begin doet hij dat meestal met Petrus samen. We kunnen lezen hoe Petrus en Johannes een lamme man die om een aalmoes smeekt, in de naam van Jezus genezen. Later is Johannes naar Efeze gegaan in Klein-Azië. Daar heeft hij de mensen over Jezus verteld. Maar ook Johannes heeft vijanden gekregen. Die hebben hem op een bepaalde dag uit Efeze weggejaagd. Toen heeft Johannes een tijdje op een eiland gewoond, dat Patmos heet.

Johannes heeft niet alleen gepreekt. Hij heeft ook een evangelie geschreven. Hij wil dat alle mensen leren wie Jezus is. Alle mensen moeten de Waarheid leren kennen. Het evangelie begint dan ook heel plechtig, met te vertellen wie Jezus is. Hij is de Zoon van God, die voor eeuwig bij de Vader in de hemel woont. Deze Zoon is mens geworden. Johannes schrijft dat wat anders, Hij schrijft: “Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond.” God zelf is naar de mensen toegekomen en heeft ons de kans gegeven, kinderen van God te worden. Dat is de grootste waarheid van ons geloof. Daarover preekt en schrijft Johannes. Hij heeft daarover ook nog een paar brieven geschreven, die je ook in de Bijbel kunt vinden. En dan heeft Johannes nog een boek uit de Bijbel geschreven. Dat is het laatste boek. Het heet het ‘Boek van de Openbaring’. Dat is een heel moeilijk boek. Johannes gebruikt daar soms beelden die wij niet zo goed begrijpen. Maar er staan toch heel mooie dingen in dat boek, waarvan jij er sommige ook al kunt begrijpen.

Johannes is de enige apostel die niet de marteldood is gestorven. Hij is heel oud geworden en toen in Efeze gestorven en ook begraven.

We vieren het feest van de apostel Johannes op 27 december.

Heilige Johannes, u bent een van de beste vrienden van Jezus geweest. Leer ons, ook altijd een vriend van Jezus te zijn. Wij willen vaak in uw evangelie lezen om te weten hoeveel Jezus van ons houdt. U bent nu dicht bij Jezus in de hemel. Vraag aan Jezus dat Hij altijd bij ons blijft, totdat wij ook in de hemel mogen komen. Amen.