H. Petrus Canisius, priester en kerkleraar
De vader van Petrus is meerdere malen burgemeester van Nijmegen geweest. Petrus komt dus niet van arme mensen. Hij wordt geboren op 8 mei 1521. Eigenlijk heet hij heel gewoon Piet de Hondt. Maar in die tijd is het gewoon dat je je naam vertaalt in het Latijn. En daarom heet hij nu Petrus Canisius.
Vader wil hem laten studeren. Dat zal in Keulen gebeuren. Daar leert hij medestudenten kennen die hem meer aan God doen denken. Een heel belangrijk moment in zijn leven is een ontmoeting in Mainz. Daar hoort hij een pater spreken die lid is van een nog jonge orde. Pater Faber is jezuïet. Deze pater preekt zo mooi, dat Petrus besluit zijn loopbaan als geleerde jurist op te geven. Je voelt al wel wat er gaat gebeuren: Petrus wordt de eerste Nederlandse jezuïet. Samen met pater Faber sticht hij in Keulen het eerste huis van de jezuïeten.
In die tijd wordt de katholieke Kerk bedreigd door het protestantisme. Petrus zal heel zijn krachten geven aan het verdedigen van de Kerk. Daarvoor schrijft hij mooie en geleerde boeken. Maar hij weet heel goed, dat je de eenvoudige mensen en de kinderen niet mag vergeten. Daarom schrijft hij voor de kinderen en jongeren een katechismus. Nu kunnen ze het geloof goed leren. Op heel veel plaatsen laat hij ook goede scholen bouwen, zodat de kinderen en jongeren een goede opvoeding krijgen. Deze scholen worden natuurlijk geleid door de paters jezuïeten. Zo probeert Petrus de invloed van de protestanten op de jeugd tegen te houden.
Petrus gaat ook met de eerste jezuïeten mee naar Praag. Daar ontmoet hij veel vijandelijkheid. De mensen gooien stenen naar hem, soms zelfs onder de heilige Mis. Petrus kan zo goed preken, dat veel van zijn vijanden de mond houden of zich zelfs bekeren.
Maar Petrus doet nog veel meer. Heel veel belangrijke mensen vragen hem om raad. Daar is ook de koning van Oostenrijk bij. Die vindt Petrus zo geweldig dat hij hem graag bisschop wil laten worden in Wenen. Hij heeft het wel vijf keer aan Petrus gevraagd. Maar Petrus zal niet bisschop worden. Hij wordt wel een paar keer de overste van alle Duitse jezuïeten. Dat noemen we een provinciaal. En hij gaat mee naar een belangrijk concilie. Dat is een vergadering van alle bisschoppen. Het is het concilie van Trente. En daarna gaat hij in naam van de paus naar veel vorsten en koningen. Zij moeten Petrus helpen om te kunnen doen, wat op het concilie is beslist. Soms wordt Petrus ook een poosje predikant van een kerk of in het paleis van een koning. Zo heeft hij vaak gepreekt in de kathedraal van Augsburg. Juist op dat moment breekt in de stad de pest uit. Petrus voert dan weer oude processies in. Hij is er ook niet vies van, de gevaarlijk zieken mee te verzorgen.
Wanneer Petrus zestig jaar oud is, moet hij weer verhuizen. Nu gaat hij naar Freiburg in Zwitserland. De calvinisten hebben van Zwitserland een protestantse burcht gemaakt. Petrus zal er zeventien jaar gaan werken. En hij heeft zijn hele leven al zo hard gewerkt. De paus wil, dat hij in Freiburg een college sticht, waar de jongens een goede opvoeding en vorming krijgen. Het college komt er door het werk van Petrus.
Maar dan nadert toch het einde. Petrus krijgt een ziekte waar hij veel pijn van heeft. Hij kan niet liggen en niet zitten en als ze aan hem komen om hem te verzorgen doet dat heel erg pijn. Maar Petrus klaagt niet. Wanneer hij voelt dat het afscheid van deze wereld gaat komen, vraagt hij om de laatste sacramenten. Terwijl de priester nog naar hem onderweg is, kijkt Petrus opeens heel strak naar een be- paalde plaats in de kamer. Hij roept: “Zien jullie dat dan niet?” Dan begint Petrus hardop het ‘Wees Gegroet’ te bidden. Hij heeft zijn hele leven veel van Maria gehouden. Nu komt ze hem in zijn laatste uur helpen. Heel zachtjes, bijna zonder dat iemand het merkt, is Petrus naar O.L. Heer gegaan. Het is 21 december van het jaar 1597.
Wanneer de mensen horen dat Petrus gestorven is, zijn ze heel bedroefd.
In het jaar 1925 wordt hij door paus Pius XI heilig verklaard en uitgeroepen tot kerkleraar. Hij krijgt de eretitel: tweede apostel van Duitsland. Hoezo de tweede? Omdat de eerste apostel van Duitsland Bonifatius was.
We vieren het feest van Petrus Canisius op 27 april.
Heilige Petrus Canisius, u hebt veel kinderen geleerd wat we mogen geloven en hoe we van God kunnen houden. Geef aan de kinderen van onze tijd ook mensen die hen leren te geloven en van God te houden. Amen.