25 maart: Maria, de moeder van Jezus

Een serie teksten over heiligen zal natuurlijk moeten beginnen met Maria. We noemen haar de koningin van alle heiligen. We hebben nog veel meer mooie namen voor haar.

Wie was Maria?
Maria was een heel gewone jonge vrouw. Ze was een Joodse vrouw. Haar vader en moeder hadden haar een goede, gelovige opvoeding gegeven. Iedereen kon dan ook zien dat Maria een goed meisje was. Maar dat was ook het enige wat aan haar opviel. Ze kwam niet uit een rijk gezin. Ze zou ook niet met een rijke man trouwen. Ze was verloofd met een goede jongeman. Hij heette Jozef. Jozef was een eenvoudige timmerman, die met hard werken de kost zou moeten verdienen.

Ook al was Maria niet opgevallen bij de mensen, God had haar wel gezien. En God had vanaf het begin heel bijzondere plannen met Maria. Luister maar eens wat er gebeurd is.

Op een dag komt er een engel naar Naza-ret … Daar woont Maria.

De engel zegt tegen Maria: ,Verheug u, begenadigde, de Heer is met u’. Wij bidden dat nog elke dag in het ,Wees gegroet’: “Wees gegroet, Maria, vol van genade, de Heer is met u”. Deze woorden betekenen eigenlijk in gewoon Nederlands: “Maria, u mag heel blij zijn, want God houdt heel veel van u”. Natuurlijk schrikt Maria. Wat zouden die woorden van de engel betekenen? Wat komt die engel, Gabriël heet hij, bij haar doen? De engel gaat verder. Luister maar wat hij zegt: “U hoeft niet bang te zijn Maria. God houdt heel veel van u. U zult een Zoon ontvangen. Die Zoon moet u Jezus noemen. Uw Zoon zal niet zomaar een kind zijn. Hij zal de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden. God zal Hem koning maken voor altijd.” Maria begrijpt het nog niet zo goed. Ze weet natuurlijk wel, dat het Joodse volk al heel lang wacht op de beloofde Redder. Ze weet ook dat God deze Redder aan de mensen zal geven. Maar ze is veel te eenvoudig, om te kunnen denken, dat zij de moeder van die Verlosser zou worden. Daarom zegt ze tegen de engel: “Hoe kan ik nu een kindje krijgen. Ik ben toch nog niet getrouwd?” De engel zegt dan tegen Maria, dat de heilige Geest haar dit Kindje in de schoot zal geven. God zelf zal de Vader zijn van dit Kind. Haar Kind zal de Zoon van God zijn. Je begrijpt natuurlijk wel, dat hier een heel groot wonder gebeurt. Maria voelt zich te klein voor zoiets geweldigs. Ze is toch maar een gewone vrouw. De engel helpt haar dan. Hij vertelt, dat God laat zien dat voor Hem niets onmogelijk Daarom heeft een tante van Maria, die al heel oud is, ook nog een kindje gekregen. Daar heeft God voor gezorgd. Maria zegt dan maar een paar woorden. Het zijn wel belangrijke woorden: “Zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar Uw woord.”

Deze woorden betekenen: Ik wil God graag dienen. God mag met mij doen wat Hij wil. Vind je deze woorden ook niet prachtig? Maria, een eenvoudig meisje. Ze begrijpt het allemaal niet zo goed. Er gaat iets heel bijzonders met haar gebeuren. Alles zal anders worden. Maar ze gelooft zo in God, dat Hij met haar mag doen wat Hij wil. We zullen later nog wel zien, dat het voor Maria lang niet altijd gemakkelijk is geweest. Maar ze heeft ja’ gezegd. God was zo belangrijk voor haar, dat ze dat durfde. Misschien denk je nog eens na, wat Maria aan God gegeven heeft. Alles. Heel haar leven, heel haar toekomst. God was voor haar het allerbelangrijkste op de wereld.

De Kerk viert elk jaar het feest van het bezoek van de engel aan Maria. Dat feest heet: Maria Boodschap. We vieren het feest op 25 maart.

Wees gegroet, Maria vol van genade. de Heer is met u.