Marcus heeft het christelijk geloofthuis leren kennen. Zijn moeder, die ook Maria heet, ontvangt de christenen in haar huis. Bij die bijeenkomsten heeft Marcus ook de apostel Paulus leren kennen. We kunnen dan ook, lezen in de Bijbel, dat Marcus met Paulus mee is gegaan op reis. Daar is echter een keertje iets misgegaan. Want op een bepaalde reis gaat Marcus niet verder. Hij keert naar Jeruzalem terug. Dat is niet naar de zin geweest van Sint Paulus, want hij wil Marcus nu niet meer meenemen op zijn reizen. Marcus gaat dan met zijn neef Barnabas naar Cyprus. Dat is een eiland in de Middellandse Zee.
Heel veel jaren later, om precies te zijn twaalf jaar later, treffen we Marcus aan in Rome. Hij heeft daar een heel bijzonder contact met de apostel Petrus. Petrus noemt Marcus zijn zoon. Je kunt nu nog merken, dat Marcus veel van de heilige Petrus heeft geleerd. Marcus heeft namelijk ook een evangelie geschreven, waarin je heel duidelijk de invloed van Sint Petrus kunt lezen. Volgens sommige mensen is Marcus zelfs de eerste geweest, die een evangelie over Jezus heeft geschreven.
In Rome komt Marcus ook Paulus weer tegen. En nu gaat het weer goed tussen hen, want Paulus noemt hem samen met Lucas een medewerker. Paulus zegt dan ook dat men Marcus in de stad Kolosse goed moet ontvangen. Wanneer Paulus voor de tweede keer gevangen wordt genomen, vraagt hij om Marcus naar hem toe te sturen. Paulus kan hem goed gebruiken bij het werk. Je ziet, dat het met die twee weer helemaal goed gekomen is. Misschien heeft Marcus wel veel bijgeleerd en is hij dapperder geworden.
Volgens heel oude getuigen in de Kerk heeft Marcus dan ook dapper meegewerkt aan de uitbreiding van het geloof over de wereld. Hij zou de Kerk hebben gebracht in een heel grote stad, die Alexandrië heet. Je weet vast waar die stad ligt. Juist, in Egypte. Zoek het maar eens op in je atlas. Vader of moeder helpen je daar wel bij. Er wordt over Sint Marcus verteld, dat hij in deze stad ook als martelaar is gestorven.
Toch kun je zijn graf daar niet meer vinden. Daar hoef je niet zo ver voor te reizen. Want rond het jaar 800 heeft men zijn lichaam overgebracht naar Venetië, in Italië. Daar is het nu nog. Wanneer je met de boot het prachtige plein nadert, dat naar Sint Marcus is genoemd, zie je achter het paleis van de Dogen, de koepels van een schitterende kerk. Dat is de San Marco. In deze kathedraal ligt nu de heilige Marcus begraven. En overal in Venetië kun je zien, dat het de stad van Sint Marcus is. Sint Marcus wordt namelijk soms wel afgebeeld als een leeuw. Die leeuw zie je op heel veel plaatsen in de stad. De mensen van Venetië zijn trots op hun beschermheilige.
Misschien heb je wel het geluk, dat je eens naar Venetië kunt reizen. Ga dan maar eens kijken, hoe mooi de kerk is die de mensen voor Sint Marcus hebben gebouwd. Maar ga niet alleen kijken. Ga naar die kerk ook om er te bidden bij het graf van deze heilige evangelist. Want aan hem danken we het ook, dat we nu nog zoveel over Jezus weten.
Je mag Sint Marcus daar best voor bedanken. En als je daar dan toch mee bezig bent, hem kun je tegelijk vragen, of hij je wil helpen, om te leven zoals Jezus ons dat heeft geleerd. V raag dat niet alleen voor jezelf, maar voor alle mensen. Je hoeft daar overigens niet mee te wachten, totdat je eens in Venetië komt. Sint Marcus hoort je ook, wanneer je thuis tot hem bidt.
We vieren het feest van de heilige Marcus op 25 april .
God, U hebt aan de heilige Marcus de mooie taak gegeven, het evangelie te verkondigen. Wij vragen U: laat zijn evangelie ons helpen, om zelf ook trouwe leerlingen van Jezus te zijn, en hem na te volgen. Dat vragen wij U door Jezus onze Heer. Amen.