23 april: Sint Joris

Heel veel weten we niet over deze beroemde heilige. Want beroemd is hij. Hij is de patroon van de soldaten, van de katholieke scouting en van Engeland. En hij is een voorbeeld voor iedereen die dapper wil zijn. In de middeleeuwen behoorde hij tot de meest geliefde heiligen. Hij werd het voorbeeld voor de kruisvaarders en er zijn ridderorden gesticht die zijn naam droegen. Veel kerken zijn aan hem toegewijd. Voordat we een prachtig verhaal over Sint Joris vertellen, willen we eerst een beetje vertellen, wie hij nu eigenlijk is.

In de geschiedenis is hij bekend als martelaar. Maar daarmee is hij natuurlijk niet begonnen. Hij is eerst een dappere held geweest, die in dienst staat van de Romeinse keizer. Maar dan gaat deze keizer de christenen vervolgen. Dat vindt Joris niet goed en hij zegt dat ook tegen de keizer. Die wordt nu heel kwaad en laat Joris gevangen nemen en erg martelen. Hoe meer pijn Joris heeft, hoe meer hij in God gelooft. Vaak laten ze hem half dood in de kerker achter. In de nacht komt God hem dan genezen. Daarom noemt men hem wel eens de aartsmartelaar. Nadat hij veel geleden heeft en men ook geprobeerd heeft, hem door mooie verhalen tot andere gedachten te brengen, heeft de keizer zijn dappere soldaat laten onthoofden.

En nu het beloofde verhaal.

In de zee leeft een vreselijke draak. Die draak komt veel uit het water en gaat tot aan de poorten van de stad om eten te zoeken. Dan kun je natuurlijk niet meer veilig buiten de stad komen. En dat is toch wel nodig. De mensen uit de stad besluiten dan, de draak elke dag een schaap te voeren, of soms wel twee. Maar op een kwade dag zijn alle schapen op. Wat nu te doen? Ze gaan naar hun tempel vragen aan de goden, wat ze nu moeten doen. Dan krijgen ze een afschuwelijke boodschap. Ze moeten mensen aan de draak offeren. Deze mensen moeten door het lot worden aangewezen. En zo staat de volgende dag een man buiten de poort. En dan weer een, en dan een meisje, of een jongen. Je kunt je voorstellen hoe bang de mensen zijn geweest. En de familie kan alleen nog maar huilen.

Op een dag wordt er weer geloot. En wat gebeurt er? Het lot valt op de prinses. De koning wil zijn dochter niet offeren. Maar dat vinden de mensen niet eerlijk. Als de koning zijn dochter niet offert, zullen ze zijn kasteel in brand steken. En zo gaat de volgende morgen de prinses door de stadspoort, op weg naar een vreselijke dood. Vol angst leunt ze tegen de rots, waar de draak meestal uit het water komt. Opeens komt daar een ridder. Hij ziet het meisje, hij ziet ook dat ze huilt. Hij stapt van zijn paard en vraagt: ”Waarom huil je, mooi meisje?” Dan vertelt de prinses over de vreselijke draak. Op het zelfde moment beginnen de golven te schuimen en komt er een verschrikkelijke stank uit het water. De prinses gilt van angst. Daar is de draak. Sint Joris springt op zijn paard en grijpt zijn lans. In volle vaart stormt hij op de draak af en stoot de lans in de bek van het dier. Dan zegt hij tegen de prinses; “Je kunt nu de draak gewoon meenemen in de stad. Door de lans zal hij je niets doen”. De mensen hebben natuurlijk vanaf de stadsmuur alles gezien. Toch wel voorzichtig gaan ze achter de prinses en de draak aan. Wanneer iedereen voor het paleis van de koning is gekomen, begint Joris te spreken: “Wanneer jullie gaan geloven in Jezus zal ik deze draak voor jullie doden.” De koning laat zich onmiddellijk dopen, en dan doen alle mensen van de stad het ook.

Je kunt je voorstellen hoe dankbaar de koning en alle mensen van de stad zijn, als de draak dood is. Daarom wil iedereen aan Joris kostbare geschenken geven. De dappere ridder wil geen beloning. Hij zegt tegen de mensen: “Geef alles wat je aan mij wilt geven maar aan de arme mensen van jullie stad.” Dan gaat Sint Joris weer naar zijn eigen land. Hij heeft niet alleen de draak van die stad overwonnen, maar ook de draak van het ongeloof.

We vieren het feest van Sint Joris op 23 april.

Heilige Joris, wij willen ook graag vechten tegen het kwaad in de wereld. Dat is vaak heel moeilijk. Help ons, net zo dapper te worden als u. Amen.