19 april: Heilige Werner

Werner wordt in 1273 geboren in een arm gezin. Het boerderijtje van zijn ouders staat in de Hunsrück. Dat is achter Koblenz in Duitsland. Werner moet dan ook al vroeg meewerken. Nu eens werkt hij in de stallen, dan weer op het veld.

Op een kwade dag sterft de vader van Werner. Zijn moeder trouwt opnieuw om de boerderij te kunnen behouden. Dat valt voor Werner slecht uit, want zijn stiefvader kan hem niet uitstaan. Hij heeft alleen maar scheldwoorden en slagen voor zijn pleegzoon. Je kunt je voorstellen dat het voor Werner een heel moeilijke tijd wordt. Maar het zal nog veel moeilijker voor hem worden. Dat merkje wel als je verder leest.

Het wordt zo erg, dat de moeder het niet meer kan aanzien. Ze stuurt Werner naar familie. Maar deze mensen zijn ook arm. Ze kunnen er geen meeëter gebruiken. Dus mag Werner maar één nacht blijven. Daarna moet hij maar zien waar hij een onderdak en eten vindt. Zo komt Werner terecht op een wijn- goed. Hier mag hij werken. Maar alleen maar zolang er werk is. Als al de druiven zijn geplukt kan de wijnboer hem ook niet meer gebruiken. Dus moet Werner weer verder trekken. En dat terwijl de winter voor de deur staat. En Werner is nog maar net dertien jaar. Een poosje werkt Werner dan in een grind- bedrijf langs de Rijn.

Tenslotte komt hij bij een boerenfamilie terecht. De mensen zijn goed voor hem. Er is maar één probleem. Deze mensen geloven niet in God. En van de Kerk moeten ze al helemaal niets hebben.

Dan wordt het Witte Donderdag. Werner wil op die dag zijn paascommunie houden. Als Werner naar de kerk gaat om zijn paascommunie te houden, probeert de boer hem over te halen, de heilige Hostie mee naar huis te nemen. “Als je te communie bent geweest, neem dan de Hostie uit je mond en draai ze in deze witte zakdoek. Dan kun je ze mee naar huis brengen.” Wat zou die boer met een Hostie moeten? Hij gaat toch nooit naar de kerk. En bidden doet hij ook nooit. Werner denkt na. Hij heeft het al begrepen. De boer is van plan er flink de gek mee te steken. Gelukkig begrijpt Werner dat. Hij begrijpt dat dit heiligschennis is. En dat zal hij nooit laten gebeuren.

Werner gaat naar de kerk en ontvangt eerbiedig de heilige Hostie. Wanneer Werner thuis komt, staan de boer en zijn knecht hem al op te wachten. “Waar is die Hostie? Geef hier!” Maar er is natuurlijk geen Hostie. “Geef hier die Hostie,” roept de boer woedend. Hij houdt de jongen vast en laat de knecht de zakdoek uit de broekzak halen. Natuurlijk vinden ze de Hostie niet. De boer begint te schelden. De knecht lacht gemeen. “Baas, ik weet wel een middel om aan die Hostie te komen.” Samen met de knecht pakt de boer Werner en brengt hem in de kelder. Werner wordt wel bang. Wat zullen ze met hem gaan doen? Daar hoeft hij niet lang over na te denken.

In de kelder zijn zuilen. Aan een van die zuilen binden ze hem vast met het hoofd omlaag. “Dan zal de Hostie er wel uitkomen,” lacht de knecht gemeen. Maar Werner geeft niet over al zal hij het nog zo benauwd krijgen. Hij zal ze geen kans geven. Nog liever sterft hij, dan dat ze met de heilige Hostie mogen spotten. Intussen heeft Werner het wel erg benauwd. Hang maar eens met je hoofd naar beneden. Dan loopt al het bloed naar je hersens. Daar word je na een paar minuten al heel duizelig van. Maar Werner heeft er niet een paar minuten gehangen.Drie dagen heeft Werner zo gehangen.

Dan komen de boer en zijn knecht de kelder in. Het is de 19e april van het jaar 1287. Werner is dus veertien jaar oud. Wat zal er gaan gebeuren? Het wordt de laatste dag van Werner hier op aarde. Daar blinkt iets. Het is een mes. Daarmee hebben ze zijn halsslagader doorgesneden. Je kunt je wel voorstellen wat er toen is gebeurd. Ze laten Werner alleen in de kelder. Daar is hij helemaal alleen doodgebloed.

Dat heeft deze jongen over gehad voor de heilige Hostie.

In een bosje langs de Rijn verbergen de boer en zijn knecht het lichaam van de dode Werner. Natuurlijk wordt het lichaam gevonden.

De mensen horen dan wat er gebeurd is. Op de plaats waar Werner wordt begraven, bouwen ze een kapel. Je kunt nu nog in Bacharach de ruïne van deze kapel vinden.

We vieren het feest van Werner op 19 april.

Heilige Werner, je hebt geen fijn leven gehad. Je was nog maar een jongen, toen je moest sterven. Dat was uit eerbied voor de heilige Hostie. Help ons, altijd eerbied te hebben voor O. L. Heer in de heilige Hostie. Amen