De ouders van Antonius zijn behoorlijk rijk. Ze zijn christen en wonen in Egypte. We zijn in het jaar 250. Antonius heeft veel van zijn ouders geleerd, want hij gedraagt zich anders als veel andere jongens uit zijn buurt. Die geloven niet in God en doen daarom allerlei dingen die een christen niet wil doen. Antonius heeft ook niet gestudeerd.Wanneer hij achttien jaar oud is, sterven zijn ouders. Op een zondag hoort hij het verhaal vertellen van de rijke jongeman, die aan Jezus kwam vragen: “Meester, wat moet ik doen om volmaakt te zijn?” Jezus zegt hem dan, dat hij alles moet verkopen en het geld aan de armen geven. Dat heeft Antonius gedaan. Hij verkoopt alles en verdeelt het geld onder de armen. Hij wil helemaal van God zijn. Daarom gaat hij weg uit de stad waar hij woonde en gaat in de buurt in de woestijn wonen. Hij wordt een kluizenaar.Toch heeft hij af en toe wel heimwee. Een oudere kluizenaar heeft Antonius goed geholpen. Antonius woont heel veel jaren als kluizenaar en dient God door alles wat hij doet. Maar de duivel ziet dat niet graag. Die wil niet dat Antonius heilig wordt. Daarom laat hij bij Antonius allerlei verkeerde gedachten opkomen. Zo begint Antonius weer te denken aan rijkdom, aan mooie dingen, aan een gemakkelijk leven. Maar zo gemakkelijk zal de duivel niet winnen, Antonius gaat nog meer bidden. Dan lijkt het alsof de duivel het opgeeft. Maar niks hoor. Hij laat nu nog een nog veel gevaarlijkere gedachte bij Antonius opkomen: Antonius gaat denken hoe geweldig goed hij wel is. Dat noemen we: hoogmoed. Maar ook tegen deze gedachte vecht Antonius. Hij gaat nog eenzamer wonen, en doet nog meer boete. Zo heeft hij de duivel overwonnen.
Nu hebben we wel gezegd, dat Antonius in de eenzaamheid woont, maar dat wil niet zeggen, dat hij altijd alleen is geweest. Er zijn veel mensen die naar zijn hutje toekomen. Ze hebben gehoord dat Antonius heel wijs is en dat hij heilig leeft. Daarom gaan ze hem vaak om raad vragen. Er zijn ook jongemannen die bij hem willen blijven en in de buurt van zijn hutje hun eigen hutje bouwen. Ook al trekt Antonius weg, de mensen weten hem telkens weer te vinden. Zelfs de keizer, Constantijn heet hij, laat vaak bij Antonius om raad vragen. Een paar keer heeft Antonius de eenzaamheid verlaten.In het jaar 311 werden de christenen vervolgd. De mensen die gevangen waren en zouden moeten sterven, kregen hulp van Antonius, zodat ze dapper zouden volhouden.
Een tweede keer kwam Antonius naar de bewoonde wereld. Hij ging naar de grote stad Alexandrië op verzoek van een andere grote heilige. Er waren namelijk mensen in de stad, die verkeerde dingen over Jezus leerden. Antonius heeft toen een heel mooie en dappere preek gehouden, zodat de mensen weer konden weten, wat ze over Jezus mochten geloven.
Dezelfde heilige man, Athanasius, die de hulp van Antonius heeft ingeroepen, heeft ook het leven van Antonius opgeschreven. Zo kunnen we nu nog veel van deze heilige weten.Deze Antonius is later voor veel monniken een voorbeeld geworden. Er zijn later broeders gekomen, die zich naar Antonius hebben genoemd: de Antonieten. Deze zorgden vooral voor de zieken. Als tegenprestatie mochten deze monniken hun varkens overal vrij laten rondlopen. Op den duur is men daarom de heilige Antonius zelf ook gaan afbeelden met een varken aan zijn voeten. Veel mensen noemen hem daarom ook: “Antonius met het varken”. Hij is de patroon tegen ziektes onder de varkens en ander vee.
We vieren het feest van de Antonius abt op 17 januari.
Heilige Antonius, u hebt zoveel van God gehouden, dat u alles voor Hem hebt weggeven. Leer ons ook, dat wij God mogen beminnen boven alles. Leer ons, voor God iets over te hebben. Zo willen wij ook laten zien, dat we bij God horen. Amen.