H. Mattias
We weten allemaal, dat een van de leerlingen van Jezus een verrader geworden is. Dat is Judas, Judas heeft zelf een einde aan zijn leven gemaakt. Nu zijn er dus nog maar elf apostelen over. Wanneer Jezus nu ten hemel is gestegen, roept Petrus de leerlingen van Jezus bij elkaar. Hij wil, dat een ander de plaats van Judas inneemt, zodat er weer twaalf getuigen zijn waar de leerlingen van Jezus vast op kunnen vertrouwen. Petrus zegt, dat het iemand moet zijn, die vanaf het begin van Jezus’ optreden bij hen is geweest tot aan de hemelvaart van Jezus.
De leerlingen wijzen dan twee mannen aan. Jozef en Mattias. Nu gaan allen bidden tot God: “Wijst U degene aan, die de plaats van Judas moet innemen”. Daarna wordt er geloot. En het lot valt op Mattias. Vanaf dat moment is Mattias dus een van de twaalf apostelen. Door het bidden en het loten willen de apostelen laten uitkomen, dat ze niet zelf gekozen hebben. God heeft de man aangewezen die Hij hebben wil. Op die manier is Mattias net als alle andere apostelen aangewezen door God zelf. Want ook toen de andere apostelen gekozen werden, heeft Jezus eerst tot God gebeden. Jezus wilde God vragen, welke mannen Zijn apostelen zouden worden. Alleen, Jezus hoefde niet te loten. Jezus en de Vader zijn één. De Vader heeft Jezus zelf gezegd, wie Hij moest aanwijzen.
We weten van de apostel Mattias maar heel weinig. Eigenlijk alleen maar wat we nu van hem hebben verteld. Maar het is wel duidelijk, dat Mattias met het pinksterwonder net zo vol geweest is van de heilige Geest als alle andere apostelen. Ook hij heeft de deuren wijd opengemaakt, om aan iedereen te gaan vertellen over Jezus en wat Jezus ons heeft geleerd. Het zou natuurlijk wel fijn zijn, als we meer over Mattias konden vertellen. Maar we weten in elk geval dat hij op weg is gegaan om aan de mensen de Blijde Boodschap te brengen. Zo is hij in elk geval één van de grondleggers van ons geloof. Hij heeft het mee uitgedragen over de wereld. Want hij wist dat Jezus had gezegd: “Gaat, maakt alle volkeren tot Mijn leerlingen.” Vol vuur en kracht van de heilige Geest heeft Mattias dat ook gedaan. Volgens de heilige overleveringen zou Mattias in Afrika hebben gepreekt. Om heel precies te zijn: in Ethiopië. Zoek dat maar eens op in je atlas.
Daar zou Mattias ook voor Jezus de marteldood gestorven zijn. Meestal wordt hij afgebeeld met een bijl, als teken van zijn marteldood. Keizerin Helena, een katholieke keizerin van Rome, zou de relikwieën van Mattias naar Rome hebben laten overbrengen. Maar daar zijn ze niet gebleven. We hoeven niet zo ver te reizen om de heilige resten van Mattias te vereren. Want een bisschop van Trier heeft de relikwieën over laten brengen naar een kerk in Trier. Daar liggen ze nog.
Wanneer je ooit in Trier komt zul je vast en zeker een bezoek brengen aan de domkerk. Je gaat dan ook vast bidden bij de heilige Mattias. Je kunt hem vragen dat hij voor alle mensen van de Kerk bij God bidt. Natuurlijk heel bijzonder voor onze eigen apostelen, de bisschoppen. Want zij moeten er nu voor zorgen dat alle mensen gelukkig worden bij God. Dat is vandaag helemaal niet zo gemakkelijk. Want veel mensen willen naar de bisschoppen niet luisteren.
Je mag aan Mattias natuurlijk ook vragen of hij je zelf wil helpen, altijd in Jezus te geloven en trouw naar de kerk te gaan. En dat je altijd aan de mensen in je woorden maar vooral in wat je doet, laat merken dat je een goede katholiek bent.
We vieren het feest van de heilige Mattias op 14 mei.
God, U hebt de heilige Mattias opgenomen onder de apostelen. Wij vragen U op zijn voorspraak, dat wij ook mogen horen bij de mensen die U hebt uitgekozen om voor altijd van U te houden. Dat vragen wij U door Christus onze Heer.